Missionaire kerken en de kerkorde
De redactie vroeg mij een bijdrage in dit themanummer te schrijven over de ‘knelpunten die kunnen ontstaan met de kerkorde en kerkelijke procedures als het gaat om missionaire kerken in Nederland’. Ik heb die term ‘missionaire kerken’ in de titel maar overgenomen, omdat dan direct helder is aan welke gemeenten gedacht wordt. Maar principieel gezien kán het natuurlijk niet, of beter gezegd: is het een pleonasme als het hier gaat over ‘missionaire kerken’.
De kerk is per definitie missionair, dat wil zeggen: ‘gezonden’, anders is ze geen kerk. Onze God is een zendende God: Hij zond Zijn Zoon, Hij zendt Zijn Woord, Hij zendt Zijn Geest en Hij zendt Zijn gemeente om in deze wereld te getuigen van de redding door het kruis en de opstanding van de Here Jezus Christus. De kerk is opgenomen in het zendingswerk van God in deze wereld. Zoals het in het Oude Testament al tegen het volk Israël gezegd was, zo geldt het ook voor de nieuwtestamentische kerk als volk van God: ‘U bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte, opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht’ (1 Petr. 2: 9).
Belemmering
Het geldt dus voor íédere gemeente dat zij een missionaire gemeente ís. Gezonden door God Zelf, opgenomen in Zíjn missie. Dat lijkt wellicht een open deur en wat flauw om zo te benadrukken. Maar wanneer je nadenkt over de band tussen missionaire kerken en de kerkorde is dit wel fundamenteel. Het doel van een kerkorde is om de weg van het heil vrij te houden, dat wil zeggen: om ervoor te zorgen dat Christus door Zijn Woord en Geest kan regeren in Zijn gemeente en dat de kerk echt kérk zal kunnen zijn, naar Gods bedoeling. En het is daarom onmogelijk dat een kerkorde die dát op het oog heeft in een tegenover-positie ten opzichte van de missionaire roeping van de kerk zou kunnen staan. De kerkorde beschermt en bevordert dat de kerk steeds meer kan worden wat ze in Christus mag zijn en waartoe ze door Hem geroepen is.
En toch is dat wel waar vaak als eerste aan gedacht wordt bij het woord ‘kerkorde’ (en zeker in combinatie met het missionaire werk): dat de kerkorde een verzameling regels is die het missionaire werk vooral zou beknotten. De redactie omschreef het als de ‘knelpunten die met de kerkorde en kerkelijke procedures’ kunnen ontstaan.
Hulp
Nu wil ik niet ontkennen dat er kerkordelijke afspraken zouden kunnen zijn die voor missionaire gemeenten moeite kunnen geven. Maar ik zou daarnaast heel graag benadrukken dat de kerkorde vooral ook als een húlp voor het missionaire werk kan functioneren. Ik zei al: het kán eigenlijk niet dat een kerkorde de missionaire roeping in de weg zou staan. En ook al zou het explicieter in de kerkordetekst verwoord kunnen worden, in de kern van de zaak staat de kerkorde zelf in dienst van Gods missie.
Op een mooie manier komt iets daarvan uit in de regelingen rond de zendingsgemeenten. Vanaf 2004 kennen wij in onze kerkorde de mogelijkheid om zendingsgemeenten te stichten en binnen die gemeenten evangelisten te bevestigen. Sinds afgelopen synode is expliciet uitgesproken dat die evangelisten een ambt dragen en dat ze als ‘bijzondere dienaren van het Woord’ op grond van dat ambt bevoegd zijn om Woord en sacramenten te bedienen en met de andere ambtsdragers leiding te geven aan de zendingsgemeenten. De kerkorde beschermt daarbij zowel die gemeenten als de ambtsdragers met allerlei regelingen rond de instituering van gemeenten, de opleiding, begeleiding en examinering van evangelisten, hun arbeidspositie en mogelijkheden voor beroeping naar een andere zendingsgemeente, etc. Juist voor vaak kleine en kwetsbare pioniersgemeenten kan de ondersteunende rol van het kerkverband van groot belang zijn. Zij hoeven niet zelf het wiel uit te vinden, maar mogen terugvallen op hulp vanuit het kerkverband.
Aandachtspunten
Bij dat laatste zie ik wél een knelpunt in de verhouding tussen kerkorde en missionair werk; veel meer dan in concrete kerkorde-regels. Er blijkt vaak weinig kennis in pioniersplekken en zendende gemeenten te zijn dát die hulp voorhanden is. Hulp in de vorm van concrete regels die speciaal voor de missionaire context gemaakt zijn en de ondersteunende rol van omliggende gemeenten daarbij, maar ook hulp vanuit het bredere kerkverband, bijvoorbeeld in advies dat door de evangelisatieconsulenten gegeven kan worden.
Er zijn situaties waarin het jammer is als niet genoeg bekend is wat de kerkorde aan mogelijkheden biedt. Zo wordt het werk van een pionier soms zó gezegend dat er een gemeenschap ontstaat en ook de vraag naar de doop opkomt. En het zou prachtig zijn als die pionier dan die doop zou mogen bedienen. Maar omdat er al gauw gedacht wordt dat dit kerkordelijk niet kan, worden er soms andere wegen gezocht en wordt het kerkrecht verweten belemmerend te werken. Terwijl er kerkordelijk juist véél kan. Zo kan de classis toestemming geven de ontstane gemeenschap als zendingsgemeente te erkennen (met alle hulp die daar bij hoort) en zou de pionier geëxamineerd kunnen worden om als evangelist bevestigd te worden, waarna hij Woord en sacramenten in die gemeente mag bedienen.
Ook voor de vóórfase van gemeentestichting bestaan er zorgvuldige kerkordelijke regelingen, bijvoorbeeld rond het aanstellen van missionair werkers. Het gaat dan om regelingen rond arbeidscontracten, de bevoegdheid om een stichtelijk woord te spreken, etc. Echter, ook in deze fase zie je dat kerkenraden die verantwoordelijkheid moeten dragen voor het missionaire werk de regelingen niet voldoende kennen, waardoor er fouten ontstaan die zich wreken als er een fase van gemeentestichting aanbreekt.
Wanneer kerkenraden de weg zouden weten naar alle hulp die kerkordelijk en in het kerkverband voorhanden is, zou dat waarschijnlijk de vrijmoedigheid vergroten om ambtelijk leiding te durven geven aan missionaire initiatieven en als zendende kerk te fungeren. Dan dient het kerkrecht de missie. En uit ervaring kan ik zeggen: er is niets mooiers dan onder Gods zegen een gemeente te zien ontstaan, mensen gedoopt te zien worden – en om als zendende gemeente daarin een schakeltje te hebben mogen zijn!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 2024
De Wekker | 36 Pagina's