Moet het nog Pinksteren worden, misschien? W
Wie dit nummer van De Wekker pas na Pinksteren 2024 leest, misschien wel omdat de bezorging van de post te laat was, is wellicht geneigd de vraag boven dit artikel maar een rare vraag te vinden. Maar leven wij als christenen wel vol in het tijdperk na Pinksteren?
Hoe dat voor u als lezer is, kan en wil ik niet beoordelen, maar als ik naar mijn eigen leven kijk, voel ik mij meer verbonden met dat groepje mannen dat aangeslagen, verdrietig, wanhopig op de Olijfberg naar de hemel staat te staren omdat Jezus hen zojuist heeft verlaten; meer dan met de discipelen die op het pinksterfeest overweldigd worden door het dynamische werk van de Heilige Geest: ‘zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken, in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken’. Zonder dat er in het eerste hoofdstuk van Handelingen, waar we van het pinksterfeest lezen, wordt vermeld wat er in al die verschillende talen gezegd wordt, is het wel aannemelijk dat het niet over het weer, de zomervakantie, de inflatie of de politiek is gegaan. Als daarna Petrus zijn eerste preek houdt, mondt dat samen met de pinksterwonderen uit in een massale bekering van drieduizend mensen op een dag. En dat was nog maar het begin: ‘En de Heere voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe’.
En waar sta ik? Ik voel mij met hart en ziel verbonden met de plaatselijke Christelijke Gereformeerde Kerk die jaar na jaar krimpt. Straalt mijn leven dan zo weinig waarde en warmte uit dat anderen mijn voorbeeld niet willen volgen en niet nieuwsgierig naar of sterker nog, niet jaloers op mijn geloof zijn geworden? Hoe ver ben ik dan van Pinksteren verwijderd!
Maar de eerlijkheid gebiedt om vast te stellen dat ook bij veel andere lokale kerken van gereformeerd belijden een krimpende trend zichtbaar is. De jaarboeken van de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Nederlandse Gereformeerde Kerken lieten onlangs Nederland-breed weer een serieuze daling van het aantal leden zien. Het ziet ernaar uit dat ook anderen niet in de buurt komen van het pinksterideaal.
Bij al deze zorgen moeten ook nog de spanningen in het kerkverband van de CGK genoemd worden. Herhaaldelijk is naar voren gebracht dat al deze spanningen en ook de aandacht die daaraan besteed wordt in overleggen en vergaderingen ons afleiden van de essentie van het kerk-zijn. Hoewel ik reikhalzend uitzie naar de dag dat we samen als alle kerken binnen het CGK-kerkverband een weg vooruit ontdekken, die door iedereen gedragen kan worden, denk ik niet dat vanaf dat moment de werfkracht van de Christelijke Gereformeerde Kerken met sprongen omhoog zal gaan. Ja, deze spanningen leiden ons af, ze kunnen ons uit de slaap houden. Ja, ze kunnen existentiële geestelijke pijn veroorzaken, maar ze hoeven de vitaliteit van de plaatselijke gemeente en de plaatselijke gelovigen toch niet zo in de weg te staan dat dit de grondoorzaak is van een tanende werfkracht?
Op het onlangs gehouden convent, waar twee weken geleden in Nader bekeken op gereflecteerd werd, zijn bij de afsluiting de woorden van Gezang 476 gezongen: ‘We zongen over de Mensenzoon tussen de kandelaren, de verhoogde Christus die Zijn kerk bezoekt. De kerk is van Hem! Wie zijn wij voor Zijn aangezicht? Hebben we Zijn Woord bewaard, Zijn liefde niet verlaten?’.
Het hierin genoemde beeld van de Mensenzoon tussen de kandelaren is ontleend aan het Bijbelboek Openbaring, dat na een indrukwekkende manifestatie van de Mensenzoon vervolgt met een zevental brieven aan de kerken in Klein-Azië. En het zijn vooral de woorden aan de eerste gemeente Efeze die nu bij mij blijven haken: ‘En u hebt moeilijkheden verdragen, en volharding getoond. Om Mijn Naam hebt u zich ingespannen en u bent niet moe geworden. Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert’. Blijkbaar kan dat dus: volharding, inspanning, niet moe geworden, maar wel de eerste liefde verlaten, met de urgentie van bekering omdat de Mensenzoon anders genoodzaakt is de kandelaar weg te nemen.
Is dat wat er momenteel in de hemel gaande is en opnieuw op de aarde voltrokken wordt? Is dat de donkere wolk die over Nederland trekt en ook over ons kerkverband, onze kerken en over mij? Welke liefde hebben wij, heb ik dan verlaten? Waar is deze ontsporing in mij (opnieuw) begonnen en hoe heeft deze zich voltrokken? Wie kan het mij zeggen? Wie kan mij daaraan ontdekken?
‘En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt en zeiden tegen Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannenbroeders? En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal’ (Hand 2: 37-39).
Petrus geeft hiermee zijn eigen geestelijke ervaring door. Want nog maar tien dagen daarvoor werden hij en de andere discipelen door twee engelen van de Olijfberg naar Jeruzalem gezonden: ‘En toen zij in Jeruzalem gekomen waren, gingen zij naar de bovenzaal en bleven daar, namelijk Petrus en Jakobus en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeüs en Mattheüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon Zelotes, en Judas, de broer van Jakobus. Dezen bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken, met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broers’.
Laat ik dan maar niet treurig op de Olijfberg blijven staren naar de hemel, maar hen op eerbiedige afstand volgen. Of het nu al Pinksteren is geweest of nog worden moet: volharden in het bidden en smeken. Niet eenzaam overigens, maar eensgezind.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 2024
De Wekker | 36 Pagina's