Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerk: bron van vreugde en verdriet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk: bron van vreugde en verdriet

Twee predikanten gaan in gesprek

9 minuten leestijd

Zo op het oog lijken ze heel verschillend. De een is gekleed in een donkerblauw pak, de ander in een polo. De een is predikant van een gemeente op Urk waar gelezen wordt uit de Statenvertaling, de ander is predikant van een stadse gemeente die tot voor kort een samenwerkingsgemeente was. Toch hebben de dominees Hein Korving en Wim-kees van Slooten ook veel gemeen.

De liefde voor de Christelijke Gereformeerde Kerken bijvoorbeeld, en de liefde voor het Woord van God. De predikanten – de een emeritus en de ander sinds een aantal jaar predikant in Groningen – gaan graag het gesprek aan over wat hen bindt, waar ze verschillende keuzes maken en hoe ze toeleven naar de komende synode. “Het was een vriendelijk gesprek”, concluderen ze na afloop gezamenlijk, “maar we hebben de problemen aan deze keukentafel helaas niet opgelost.”

Voor beide predikanten voelt het kerkverband als een thuis. Korving: “Ik ben in deze kerken geboren en tot geloof gekomen. Ik voelde al jong een verlangen om de Heere te mogen dienen in de kerk, en gaandeweg is de principiële verbondenheid met de kerken dieper geworden.”

Van Slooten daarentegen is niet geboren en gedoopt in de CGK. Zijn ouders maakten zo rond zijn tiende de overstap vanuit de Gereformeerde Kerken in Nederland. “Dat mijn ouders huilend de kerk uitkwamen, omdat Christus niet meer geschilderd werd, vergeet ik mijn leven lang niet meer. Ze konden niet langer achter de prediking staan en besloten te vertrekken. Het was geen punt waar ze dan heen zouden gaan: dat moest de kerk van oma Van Slooten zijn, de CGK in Beverwijk. Onder de prediking daar ben ik al heel snel, ik was een jaar of 11, tot bekering gekomen. Zo ben ik gevormd door de kerk, met als kern de verkondiging van Christus, en Die gekruisigd.”

De zegen van de kerk

Hoewel beide predikanten zich zo op het eerste gezicht in een andere plaats van de kerk bevinden, ervaren ze allebei de zegen van de breedte van het kerkverband. Voor Korving is het zendingsdeputaatschap van groot belang geweest. “Van de 42 jaar dat ik actief in ambtelijke dienst heb mogen werken, heb ik alles bij elkaar 22 jaar dit deputaatschap mogen dienen, waarvan 15 jaar als voorzitter. Daarin kom je de breedte van de CGK wel tegen en kijk je ook over landsgrenzen heen. Ik denk echt dat we op een fijne manier met elkaar hebben mogen samenwerken voor het goede doel. Je moet oppassen dat je de kerk niet benadert vanuit je eigen kleur of sfeer. De kerk is breed, zo heb ik in al die jaren gezien en ervaren, maar het gaat om de principiële verbondenheid die je samen voelt. En daar gaan nu helaas de wegen uiteen.”

Van Slooten gaat graag voor in allerlei verschillende gemeenten. “Van Groningen tot Nunspeet en van Urk tot Zwolle. Dat vind ik goed en fijn. Maar op dit moment vind ik de situatie in de kerk zo ingewikkeld, ik heb er bijna geen woorden voor. Ik voel me verscheurd.”

‘Zonde’?

Van Slooten doelt onder meer op de verhouding van zijn plaatselijke gemeente in Groningen tot het landelijke kerkverband. Waar de predikant er zelf van overtuigd is dat het het “meest gehoorzaam” aan de Bijbel is om vrouwen niet toe te laten tot de ambten, zijn de Groningse gemeente en kerkenraad hierover verdeeld: een ruime meerderheid ziet graag dat vrouwen bevestigd worden in de ambten. Dat is niet veranderd nu in het nabijgelegen Haren eerder dit jaar een nieuwe CGK/NGK-gemeente is ontstaan waar vrouwelijke ambtsdragers dienen. Van Slooten: “Ik ga op bezoek bij mensen die zeggen dat het ‘zonde’ is als vrouwen in het ambt bevestigd worden en bij mensen die juist zeggen dat het ‘zonde’ is als dat niet gebeurt. En voor al deze mensen preek ik op zondag! Voor onze gemeente is het spannend welke beslissing de synode gaat nemen. De kerkenraad heeft besloten te wachten tot de komende synode een uitspraak doet, maar welke beslissing uiteindelijk ook genomen gaat worden, er zullen altijd mensen zijn die zeggen: ik kan nu niet langer bij de CGK Groningen horen. Zelf zou ik het ingewikkeld vinden als vrouwen in het ambt bevestigd mogen worden, maar ik zou het gedogen. Het is niet de kern van het evangelie en ik zou het vele goede dat vanuit onze gemeente in de stad en ommelanden gebeurt, bijvoorbeeld het werk onder jongeren, hierom niet los willen laten.”

Om tot een standpuntbepaling te komen, heeft de kerkenraad van de CGK Groningen een aantal gemeenteavonden belegd om zo met elkaar te onderzoeken wat de Bijbel zegt over vrouw en ambt. Korving richting Van Slooten: “Ik wil graag aan je vragen hoe het kan dat de kerkenraad zelf wil overdoen wat de synode voor ons heeft gedaan. Want ook op de synode is de Bijbel opengegaan. We hebben elkaar nodig om Gods Woord te onderzoeken. De structuur van ons kerkverband is bovendien op zo’n manier ingericht dat we het zo samen doen. Waarom zou je dan als plaatselijke gemeente zeggen: die synode kan me wat, wij komen tot een heel andere uitkomst?”

Van Slooten: “Dat je op de synode de Bijbel opendoet ten dienste van het kerkverband, daar sta ik helemaal achter. Maar wat is er mis mee om te zeggen: we onderzoeken als gemeente de Bijbel? Zo komt het dichterbij voor gemeenteleden. Ik vind het ook eerlijk om de gemeente te informeren over de beide rapporten die op de synode zijn gebracht: het meerderheidsrapport en het minderheidsrapport. Ik vind dat CGK-leden mogen weten hoe in een en hetzelfde kerkverband op verschillende manieren Bijbelverzen worden gelezen en uitgelegd. Dat geldt voor beide kanten.”

Korving benadrukt daarentegen het belang van wat hij noemt de “kerkelijke weg”. “De kerkelijke weg is de geestelijke weg. Ik twijfel niet aan de oprechtheid van de intenties waarmee mensen met mij, het kerkverband of de kerkorde van mening verschillen. Maar het gaat erom dat we belijden dat je alleen samen kerk kunt zijn, als gemeenschap der heiligen zogezegd. Je kiest ervoor: vormen we wel of niet samen een kerkverband? En als je dat wel doet, op vrijwillige basis, heb je plechtig beloofd dat je je zult voegen naar het geheel, tenzij dat je in je geweten bezwaard bent. Op het moment dat je dan af wilt wijken van de officiële kerkelijke lijn, moet je je verantwoordelijkheid nemen en het kerkverband verlaten.”

Zou het u pijn doen als gemeenten daar ook daadwerkelijk toe overgaan? Als het hangt op het punt van vrouw en ambt, zou het gaan om tientallen gemeenten.

Korving: “Het zou het meest eerlijk zijn. Ik zou niet opgelucht of blij zijn, maar ik zou het wel eerlijk vinden. Een kerkscheuring is heel erg, ik hoop het nooit mee te maken en zou er ook niet graag aan meewerken. Ik ben predikant geweest in een gemeente die is voortgekomen uit een scheuring. Er komt veel sentiment los: de ouderen in onze gemeente beginnen die pijn nu te herbeleven. Maar zo kunnen we ook niet verder. Het schaadt het vertrouwen en de onderlinge binding. Daarbij gaat niemand vrijuit: we hebben een manier gevonden om langs elkaar heen te kunnen leven. Maar gemeenten die nu afwijken van de synodebesluiten brengen in feite de eenheid van ons kerkverband in gevaar en dat werkt door in alle gemeenten. Een scheuring zou wel pijn doen, maar ik zou het zuiverder vinden dan wat nu gebeurt.”

Bescheidenheid

Van Slooten is het ten dele met Korving eens: “Uiteindelijk is een kerkverband een noodverband, zoals hoogleraar Herman Selderhuis weleens heeft gezegd. Als het je als gemeente niet langer past, verlaat je het kerkverband. Tegelijkertijd past ook bescheidenheid en helpt het niet om grote woorden als ‘zuiver’ te gebruiken. Ik denk dat het mogelijk is om elkaar als autonome gemeenten de ruimte te geven rond vrouwelijke ambtsdragers. Het is wel een gelegenheidsoplossing, want liever zou je gezamenlijk besluiten nemen. Maar we hebben zó veel meer te verliezen. Ik kan het niet overzien en ik vrees voor de eenheid van veel gemeenten en gezinnen. Het is goed als de verschillende flanken elkaar vasthouden, dan kun je elkaar ook aanscherpen. We hebben het nu over vrouw en ambt, maar we zouden het ook kunnen hebben over bijvoorbeeld avondmaalsmijding. Het ligt niet aan het Woord, het ligt niet aan de predikant, maar toch komt het helaas voor in sommige gemeenten. Hoe komt dat? Het is goed om daarover het gesprek te voeren, want dat kun je nu ook niet echt Bijbels noemen.”

Vergaderdruk

Beide predikanten zijn bezorgd over de grote vergaderdruk, zowel in plaatselijke gemeenten als kerkbreed. Van Slooten: “Je kunt je in de gemeente helemaal over de kop vergaderen. Ik heb gezegd: maandag is mijn overlegavond, de andere avonden gaan naar het echte werk. Catechese, Bijbeluur … Ik wil mensen meenemen naar Jezus, het gaat in de kerk om Hem. Ergens voel ik me opgelucht dat ik niet afgevaardigd ben naar de synode. En in de tussentijd bid ik voor alle mensen die daar wél zijn. Het is hard nodig.” Korving vult aan: “Vergaderen kost veel geld. Denk alleen al aan de catering en de reiskosten. Het zou helpen als alle gemeenten zich houden aan landelijk gemaakte afspraken, zodat we ons weer kunnen richten op andere thema’s. De zegen van het kerkverband is dat je dingen samen doet en van elkaar leert, en dat je jezelf schikt als je een andere visie hebt.”

Wanneer ervaart u vreugde bij de kerk?

Korving: “Jongeren uit onze gemeente hebben in de zomervakantie drie weken vrijwilligerswerk gedaan in Botswana. Dat zijn serieuze, gemotiveerde jongelui. Daar word ik blij van.” Van Slooten: “O, er is zo veel. Ik denk aan de belijdeniscatechisatie die ik mag geven. De jongeren die de catechese volgden waren zo open, eerlijk en vol verlangen. Halverwege het seizoen zeiden ze: kunnen we niet nog twee maanden langer doorgaan? En om nog maar iets te noemen: tijdens kerkenraadsoverleggen waarin de verdeeldheid duidelijk werd, zei ik: laten we op onze knieën gaan en om vergeving bidden. Dan kom je samen voor het aangezicht van de Heere Jezus. In deze moeilijke tijd zijn dat gouden momenten.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 september 2024

De Wekker | 32 Pagina's

De kerk: bron van vreugde en verdriet

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 september 2024

De Wekker | 32 Pagina's