Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Iemand heeft Zijn hand op mij gelegd en mijn bestaan doorbroken. Dat is de definitieve betovering van mijn leven’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Iemand heeft Zijn hand op mij gelegd en mijn bestaan doorbroken. Dat is de definitieve betovering van mijn leven’

9 minuten leestijd

Het jaar van Kees van Ekris als Theoloog des Vaderlands zit erop. De afgelopen maanden trok hij door Nederland, op zoek naar de machten die mensen in beweging zetten. Hij bezocht allerlei plekken: een AI-lab, de Tweede Kamer, de Bunnikside van FC Utrecht … En hij kwam erachter: we zijn in Nederland helemaal niet zo geseculariseerd als we vaak denken. De bezieling en betovering liggen voor het oprapen – als je maar goed kijkt. Hij schrijft er een boek over dat volgend jaar voorjaar uitkomt: De magie van het geloof. Theologie over bezieling en betovering.

Van Ekris vertelt over zijn avontuur in zijn studeerkamer in Zeist, de plaats waar hij van 2012 tot 2019 predikant was. Nu woont hij met zijn gezin op de campus van De Wittenberg, een leefgemeenschap van zo’n honderd studenten. Talloze stapeltjes boeken liggen door de kamer verspreid. Aan het begin van ons gesprek zet Van Ekris de radio uit – doorgaans staat die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat aan. Klassieke muziek, radio 4, de macht der gewoonte. Het is de vrijdag na de overwinning van Trump in de Verenigde Staten, Van Ekris is net terug van een conferentie voor krijgsmachtpredikanten.

Houdt de overwinning van Trump u erg bezig?

“Ja, al maak ik pendelbewegingen. Enerzijds probeer ik onder ogen te zien dat we waarschijnlijk in historische tijden leven. Ik kan me voorstellen dat we over twee of drie jaar zeggen: ‘Daar werden de wissels omgezet.’ Politici gebruiken grote woorden en het erge is dat wij daar aan wennen. De betekenisloosheid van woorden – van bijvoorbeeld Trump – is desastreus voor een cultuur en voor het geestelijk leven en dat vind ik verschrikkelijk. Anderzijds roep ik mezelf tot de orde. Voor je het weet ga je deze uitslag apocalyptisch duiden, terwijl er allerlei relevante sociaaleconomische en politieke factoren aan te wijzen zijn voor de winst van Trump. Spannend vind ik het wel, en loeigevaarlijk: hoe zal het met de NAVO gaan? Met de klimaatakkoorden? Met de media-industrie?”

Wat merkte u van deze sentimenten bij de krijgsmachtpredikanten?

“De krijgsmacht maakt zich ‘ready for war’, zoals ze dat noemen. Alles is nu gericht op ‘Hoofdtaak 1’ zoals dat technisch heet: het land en de bondgenoten verdedigen als er oorlog komt. Predikanten die in het leger dienen moeten zich hiertoe verhouden: wat als de mythologie van oorlog weer tot leven wordt gewekt? Als vijandbeelden worden gestimuleerd, angst toeslaat en ontbering? Wat is de rol van de krijgsmachtpredikant als oerinstincten loskomen?”

Met die oerinstincten zijn we bij de diepere, mythische laag die Van Ekris in onze samenleving op talloze plekken ontwaart. “Je kunt denken dat mensen bijna niets meer geloven. Er gaan immers steeds minder mensen naar de kerk. Maar ik geloof dat er juist heel veel broeit en leeft onder de oppervlakte van ons seculiere ik. We worden beheerst, betoverd door allerlei mythes. Neem nu sport, ideologie en technologie. Mensen verwachten daar verlossing van. Of neem het liberale verhaal over de ‘onzichtbare hand’ van de markt. Het achterliggende idee is dat alles op een mysterieuze wijze uiteindelijk wel goedkomt. Maar ook dat is een mythe: we zien het immers voor onze ogen misgaan. Toch blijven we er massaal in geloven. We zijn betoverd, door andere goden bezet. Deze mythes zijn niet te matchen met het Bijbelse wereldbeeld.”

Volgens Van Ekris is het van groot belang dat we die mythische onderstroom, dat wat ons in beweging zet, weer gaan benoemen. “De schrijver Tolkien onderscheidt drie facetten van het mens-zijn: de ratio, de moraal en de ‘human capacity for mythmaking’, oftewel: de kracht van de verbeelding. Die drie moeten met elkaar samenwerken. In de evenwichtige geloofsbeleving horen ze er alle drie bij. Mijn observatie is dat we in de samenleving, maar ook in de kerk, vooral aandacht hebben voor de ratio (de uitleg, het begrijpen) en de moraal (wat we uiteindelijk doen). Voor de ongrijpbaarheid van de dingen en de diepere lagen in ons bewustzijn, die tegelijkertijd een belangrijk onderdeel vormt van ons leven, is minder aandacht. Dat is riskant. Plotseling kan wat in de diepte broeit, ook in een samenleving, dan losbarsten.

Er is ook een mooie kant aan. Als je in de diepte geraakt wordt, gebeurt er veel. Een voorbeeld. Ik kom uit een traditie waarin het avondmaal vrij beeldend bediend wordt. De beker omhooghouden, het schenken, het brood zichtbaar breken. Ik merkte als predikant hoezeer kleuters en kinderen plotseling met grote aandacht keken, naar het schenken van de wijn, en de liefde voor dit indringende gebeuren. Het is moeilijk die dimensie te benoemen, in enquêtes zul je het niet teruglezen en ouders weten het soms niet eens van hun kinderen. Maar ik als predikant heb het zien gebeuren, zulke oermomenten van heiligheid. Dat is niet rationeel of moreel, je zou het ‘mythisch’ kunnen noemen. We mogen wel wat grootser denken en verbeelden in de kerk.”

Van Ekris kwam deze ‘mythische laag’ op het spoor door vele gesprekken te voeren met allerlei mensen uit de samenleving. “Een goed gesprek is geen debat zoals je dat op Twitter kunt hebben, maar vereist een setting van ruimte en vriendelijkheid, waarin je door kunt vragen en uit kunt leggen. Dat vraagt een goede luisterhouding: wat kan ik van jou leren? Ik wil graag dat gesprekken mijn leven verrijken. Daarom woon ik ook in een leefgemeenschap. Je kunt je ergeren aan iemand met een bepaalde achtergrond of een bepaalde manier van doen. Maar als je langer met elkaar optrekt, leer je elkaar begrijpen. Ik geniet ervan als zich tijdens een gesprek een mystieke of emotionele laag ontsluit.

Dat merkte ik bijvoorbeeld tijdens de ontmoetingen die ik had met Michel Dickhoff, lid van de Bunnikside, de vaste supporterskern van FC Utrecht. Ik weet het nog goed, de eerste keer dat ik hem zag. Volgens mij had hij voor mij een colbertje aangetrokken en zijn haar gedaan. Maar je zag ook zijn tattoos, en ik denk dat we allebei dachten: wij belichamen twee totaal verschillende werelden. Dus wij deden ons best om dichter bij elkaar te komen, zoals dat gaat in dit soort gesprekken. Het voelde nog een beetje onwennig, maar er was wel wat gebeurd. Dat merkte ik toen ik weken later naast hem zat in de kerk in Utrecht. We zongen samen adventsliederen. En dat ontroerde me. Omdat die werelden, zo verschillend als ze zijn, elkaar raakten. We hadden geprobeerd om elkaar te begrijpen en zaten nu als broers naast elkaar te zingen. Deze ervaring had ik niet gehad als ik hem niet had gesproken. Je zou het natuurlijk psychologisch of sociologisch kunnen duiden, maar voor mij zat er nog een andere, diepere laag in. Waar mensen zich ontsluiten voor elkaar, kan Gods Geest verbindingen leggen.” In zijn eigen leven ervaart Van Ekris een strijd tussen verschillende machten. Om die te duiden gebruikt hij taal van de twintigste-eeuwse theoloog Miskotte. “Ik ben verbonden met de natuur, met mijn hartstochten en driften. Ten diepste voel ik reserve tegen de God van Israël. Toch ben ik door Hem gestoord, zo kun je dat wel noemen. Iemand heeft Zijn hand op mij gelegd en mijn bestaan doorbroken. Dat is de definitieve betovering van mijn leven. Maar al die resten, die flarden heidendom, oud en modern, zijn nog steeds sterk in mij aanwezig. Alles van deze tijd, ook de machten en de goden van de tijd kunnen door me heen kolken. De zondag is daarom belangrijk voor mij, met de verkondiging, de doop en het avondmaal, het zingen. Wij zijn van Christus en leven vanuit Zijn heerschappij, onder Zijn machtsbereik. Daardoor zien we ook scherper wat de andere goden van deze tijd zijn.

Voor mij heeft dat sterk te maken met de doxologie. Wie is onze aanbidding waard? Ik aanbid Christus, en Hem alleen. Ik ga weleens naar het stadion, want ik hou van voetbal als spelletje. Spel hoort bij het leven en daarom wil ik die plek niet vermijden. Maar zodra we mensen gaan adoreren – en dat is wat het stadion wil – wordt het idolatrie. Dat is het treurige: wanneer iets moois, het spel, door de machten van geld, geweld en adoratie overgenomen wordt, en daarmee ook stukgemaakt. Maar ik kan en wil van het spel genieten zonder mee te doen aan die aanbidding.”

Al in zijn jeugd werd Kees van Ekris geconfronteerd met de grote thema’s van het leven: de heiligheid van God, omgang met de dood … “Daar liepen mijn ouders niet voor weg. Tegelijkertijd kreeg ik ook de vreugde van het geloof van huis uit mee. Dan denk ik aan Kerst, wanneer de grote hervormde kerk in Veenendaal stampvol zat. Een orgel dat helemaal uitpakt, zestienhonderd mensen die samen zingen, de vibratie die door het gebouw rolt … Ik vond het magisch. Er is een werking in de eredienst en in het geloof die de rationale of analytische waarneming overstijgt, die ik heb meegemaakt. Die magie is niet klein te krijgen. Ik heb nog steeds een directe toegang tot het geloof van mijn kinderjaren. Dat vind ik wonderlijk, er zit geen knip in. De grondtoon is hetzelfde als nu. Natuurlijk heb ik tijden gehad dat het allemaal wat vlakker was, of dat ik zelf afweziger was voor God. Maar toch heb ik altijd de troost van het geloof ervaren. Hoe kwam het dat dat zo bij mij insloeg? Misschien door het geloof van mijn moeder, de emotionele beleving die ik bij haar herkende. Ze was afkomstig uit Canada en zij zong Engelse hymns met een soort zwierigheid en geloof, dat heb ik altijd onthouden. Als mijn moeder zong in huis, was dat een goed teken.”

Dit Wekkermagazine gaat over toekomstverwachting. Volgens mij bent u niet iemand die zegt: de kerk van de toekomst moet er zo of zo uitzien.

“Voor je het weet gaat de macht van de tijd heersen over de kerk. Dan denk ik aan woorden als effectiviteit, relevantie, esthetiek … Maar de kerk is eigenlijk een heel eenvoudige plek, een ruimte midden in de tijd waar de Schriften worden gelezen, waar het avondmaal wordt gevierd en van waaruit recht wordt gedaan. Dat is heel basaal en dat kan in een prachtige stadskerk of in een oude schuur. Dát is de essentie van het kerk-zijn, en we moeten ervoor waken dat we filosoferen over de kerk vanuit een soort maakbaarheidsideaal. Zo van: misschien, als we dit of dat aanpassen, dat we dán weer een kans hebben in deze cultuur. Natuurlijk, je moet nadenken over hoe je aansluit bij deze tijd, qua taal, benaderbaarheid. Dat doe ik ook. Als het maar geen verlossingsideaal wordt. In ons bestaan hebben we te maken met schuld en dood en ziekte. We verlangen naar troost en geborgenheid. Ieder mens kent dat. Dáár gaat het evangelie over, soms op een nét andere manier dan je verwacht. En ja, dan is het evangelie relevant, om dat woord toch maar te gebruiken. Het vraagt gelovig zelfbewustzijn om dat te zien. We mogen erop vertrouwen dat het Woord waarin wij geloven en dat de Gód waarin wij geloven, veel te bieden hebben aan mensen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 2024

De Wekker | 36 Pagina's

‘Iemand heeft Zijn hand op mij gelegd en mijn bestaan doorbroken. Dat is de definitieve betovering van mijn leven’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 2024

De Wekker | 36 Pagina's