Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Juist de midden- en hogere lagen zijn verhufterd’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Juist de midden- en hogere lagen zijn verhufterd’

In gesprek met socioloog dr. Bas van Stokkom

12 minuten leestijd

Verruwing van het taalgebruik, opzettelijk kwetsen, geweld tegen politie en ambulancepersoneel, tanend gezag, algehele verhuftering van de samenleving. In welke samenleving leven we eigenlijk? Dr. Bas van Stokkom: “Op veel digitale podia lusten de vuilspuiers elkaar rauw.”

Van Stokkom legde in een reeks van publicaties verschillende negatieve verschijnselen van de westerse beschaving in de samenleving bloot. Van Stokkom (1953) is socioloog en filosoof. Tussen 2001 en 2010 was hij als senior onderzoeker bij het Centrum voor Ethiek van de Radboud Universiteit Nijmegen werkzaam. Hij publiceerde kritische beschouwingen over de populistische tijdgeest en het “bozige” Nederlandse temperament in de studies Mondig tegen elke prijs. Het vrije woord als fetisj (2008) en Wat een hufter! Ergernis, lichtgeraaktheid en maatschappelijke verruwing (2010). Van Stokkom bewoog zich op het snijvlak van strafrecht en herstelrecht, vaak tegen de achtergrond van een angstcultuur en de opkomst van populistische strafverlangens.

In 2019 ging Van Stokkom met pensioen, maar hij is nog steeds als research fellow verbonden aan het onderzoekscentrum Staat en Recht van de faculteit rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit. Vanaf 2001 was Van Stokkom betrokken bij het Tijdschrift voor Herstelrecht en sinds 2016 is hij hoofdredacteur.

UITVERKOOP MORELE WAARDEN

In de 19de eeuw had het sociaalliberalisme volgens Van Stokkom nog een humanistische en emancipatoire boodschap: kennisachterstanden ongedaan maken, bevorderen van commitment aan de politieke gemeenschap en vergroten van gevoeligheid voor onrecht. Liberalen bewerkstelligden een ‘vreedzame revolutie’ die de weg vrij maakte voor het huidige stelsel van parlementaire democratie. Bovendien geloofden ze dat ieder mens zich zou moeten ontwikkelen en verheffen. Destijds werd dat progressief genoemd, nu moralistisch en bemoeizuchtig. Verheffen zou immers onze ‘autonome wensen’ dwarsbomen.

Dit anti-paternalisme fungeert volgens Van Stokkom tegenwoordig als a priori bescherming van eigen claims en belangen, of het nu gokken, stevig drugsgebruik, vuilspuien, exorbitant rijk worden of belastingontwijking is. “Tegen de achtergrond van deze uitverkoop van morele waarden, hebben mijn intellectuele drijfveren gestalte gekregen”, zegt hij op zijn website.

OBSCENE TAAL

In zijn boek Mondig tegen elke prijs? (2008) constateert Van Stokkom dat in Nederland pas de laatste jaren het plezier van grove en obscene taal werkelijk te hebben ontdekt. Columnisten en cabaretiers laten geen gelegenheid onbenut om het vrije woord te loven en vervolgens de confrontatie te zoeken. De omgangsvormen in talkshows worden meer en meer op die nieuwe stijl afgestemd: van je afbijten of elkaar overtreffen met sarcastische dooddoeners. Alleen heftige meningen, straatwijsheden en ongeremd gespuide vooringenomen opinies lijken te tellen. De talkshow geldt dan ook als een amusant ‘sportevenement’, waarbij het publiek op de hand is van de meest bijdehante en venijnige sprekers.

Ook elders zijn de omgangsvormen grover geworden. Het schelden op school, op straat en in cafés is heftiger geworden. Het ‘openbare leedvermaak’ op of rondom voetbalstadions krijgt veel navolging. Er is onmiskenbaar sprake van krachtiger verbaal geweld. Volgens taalwetenschappers brengt de beledigende animale reeks ‘aap, rund, ezel’ die in het verzuilde tijdperk als aanstootgevend gold, geen enkele verontwaardiging meer voort. Juist woorden met de hoogste taboewaarde zijn populair, meestal voorzien van toespelingen op seks en dodelijke ziektes.

VERHUFTERING

Van Stokkom deed in zijn studie Wat een hufter! Ergernis, lichtgeraaktheid en maatschappelijke verruwing (2010) een boekje open over de hufterigheid in de samenleving, verruwing en verharding, de teloorgang van de publieke moraal, het tanend gezag, afkalving van ideologieën en religies, opkomst van korte lontjes en kwetsbare ego’s en agressieve omgangsvormen in de publieke ruimte. In veel opzichten is Nederland een natie van vrijgevochten anti-burgers geworden, die onbelemmerd willen handelen en spreken. Ageren tegen paternalisme is een automatisme geworden.

Van Stokkom constateert in zijn boek dat er stevige scheuren zijn gekomen in het beeld van het gezin als een warme en geborgen opvoedingsomgeving. Het moderne geëmancipeerde gezin wordt geplaagd door ouderlijke onmacht, opvoedingsonzekerheid en gemakzuchtig verwennen. Het leven van jongeren draait om lifestyle, design en uiterlijkheden. Mannelijkheid en machogedrag worden in de amusementsindustrie gepromoot en werken door in de samenleving.

In zijn boek Met gezag! Agressie tegen werknemers met een publieke taak: inzicht en uitzicht (2013) constateert hij dat treinconducteurs, toezichthouders, leraren en vele andere publieke functionarissen regelmatig slachtoffer van verbaal en fysiek geweld zijn. Ontwikkelingen in de laatste jaren bevestigen dat beeld. Om over het taalgebruik op sociale media maar te zwijgen.

VERWILDERING

Wat is vrediger dan een schaapherder op de grote, stille heide. Nee hoor, zegt een herder in het Nederlands Dagblad van 10 november 2020. In dertig jaar tijd zag hij de mensen verwilderen. “Het wordt erger. Vier van de vijf mensen zijn normaal, maar dan zit je nog met erg veel korte lontjes. Ik hoor hoe ze een ander stijf vloeken op het fietspad, als een voorganger wat traag is.” De herder vertelt dat een Veluwse wolf zijn kudde heeft ontdekt. De ND-journalist moet na het onthutsende verhaal van de herder echter concluderen: “Niet de wolf, maar de mens is het probleem.”

Is het inderdaad zo erg met onze omgangsvormen? De mens is de mens een wolf?

“Op veel digitale podia heeft het er alle schijn van. Daar lusten de vuilspuiers elkaar rauw. Ook het geweld in zogenaamde vrijetijdsarena’s, het bedreigen van bestuurders en agressie tegen publieke functionarissen heeft de laatste decennia een vlucht genomen. Ook de instemming met grove negatieve uitlatingen over etnische minderheden is flink toegenomen. De omgangsvormen in sociale instituties als school en werk staan er gelukkig veel beter voor. Tegelijkertijd moeten we er rekening mee houden dat we gevoeliger zijn geworden voor agressie en dat we ongenoegen sneller kenbaar maken.”

Wat is de oorzaak van de teloorgang van de omgangsvormen? Kunnen we überhaupt wel een verklaring geven?

“Jazeker, er zijn wel een aantal factoren te noemen waarover veel onderzoek is verschenen. Ten eerste hebben we te maken met tanend sociaal gezag, dat wil zeggen dat gezagsuitoefening

door ouders, leraren, politiemensen en andere professionals kwetsbaarder is geworden. Het gevolg is dat er minder drempels zijn en mensen vrij baan hebben gekregen om te volharden in asociaal gedrag. In sociologische termen: dat past bij een verschuiving van een bevelshuishouden naar een onderhandelingshuishouden. Op de tweede plaats zien we sinds de jaren zestig van de vorige eeuw dat mensen zich over-assertief, veeleisend en aanmatigend gedragen, maar in wezen een kwetsbaar zelf hebben. Dergelijke mensen - we noemen ze vaak narcisten - zijn hypergevoelig voor mogelijke bedreigingen van hun identiteit, wat het korte lontje kan verklaren.”

MIDDELVINGER

Van Stokkoms diagnose lijkt veel op dat van de Britse psychiater en schrijver Theodore Dalrymple. Zowel diens boek Beschaving of wat ervan over is (2005) als Van Stokkoms boek Wat een hufter! zijn voorzien van een opstekende middelvinger op de omslag. Dalrymple hekelde egoisme, normloosheid, het uiteenvallen van gezinnen, seksuele losbandigheid, geweld. Met een parafrasering op de Britse filosoof Edmund Burke zegt Dalrymple dat de beschaafde mensen de laatste tientallen jaren niet alleen de barbaren hebben laten begaan, maar ermee zijn gaan heulen. “Zij hebben het primaat ontkend van grootse culturele prestaties van de mens boven het meest kortstondige en vulgaire vermaak.” En: “Geluk en een goed leven worden voorgesteld als een soort verlengde sensuele extase en niets anders.”

Herkenbaar?

“Jazeker, maar wie zijn die barbaren? Dalrymple ergert zich vooral aan weerspannige, immorele en lakse gedrag van junks, uitvreters en de families Flodder die zich in de marge van de samenleving ophouden. Ze kunnen wel maar willen niet, en ze hebben een gebrek aan zelfcontrole. Dat vind ik een gemakzuchtige analyse. Op de eerste plaats heeft de welvarende burgerij al eeuwen te stellen met de zogenaamde classes dangereuses. Maar belangrijker, mijn stelling is dat juist de midden- en hogere lagen zijn verhuftert. Er heeft zich in die lagen een libertaire ‘ik-eerst’-mentaliteit verspreid, waarvoor ‘dat maak ik zelf wel uit’ en ‘ieder voor zich’ kenmerkend zijn. Anders gezegd, losbandig gedrag in gemarginaliseerde lagen is van alle tijden, maar momenteel hebben we meer last van onaantastbaar ‘koning klant’-gedrag. Meteen een grote bek opzetten als je denkt gehinderd te worden.”

Volgens Dalrymple ontbreekt het de mensen die in de onderklasse leven niet aan materiële welvaart. Ze hebben genoeg geld om te eten en te drinken, maar zij haten een geregeld burgerlijk leven.

“Dat laatste klopt. Maar ook dat is van alle tijden. In die groepen is fatalisme de norm, afgewisseld met kortstondige momenten van feesten en brassen. Of zij feitelijk over genoeg middelen beschikken is niet relevant. Het gaat erom hoe zij hun rebelse gedrag legitimeren en met wie zij zich vergelijken. Naast machismo is een slachtoffergevoel van belang: zij voelen zich bedreigd door nieuwkomers en door de samenleving uitgestoten.”

Dalrymple is geen christen, maar hij weet van het kwaad in de mens. Hij komt dicht bij het christelijke zondebesef: “Er moet wel iets mis zijn met het hart van de mensen dat zij zich op zo’n ontaarde manier gedragen.” Vraag: In hoeverre deugen de meeste mensen toch niet?

“Nogmaals, het grote probleem is het aanmatigende gedrag van de sluwen, rijken en machtigen. Mensen die heel goed weten wat de regels van moraal en fatsoen inhouden maar er niet naar handelen. Je op virtuoze manier aan de regels onttrekken en je indekken tegen mogelijke verwijten. Deze calculerende groepen zal de zorg om een duurzame wereld een rotzorg zijn. Zij geloven vooral in hun eigen bv ‘ik en mijzelf’.”

U zag een moreel tekort in het publieke domein mede ook het gevolg van de teloorgang van het christelijk geloof. Nederland is volgens u een van de meest geseculariseerde landen in Europa. Is verval in omgangsvormen het gevolg van de afbraak van christelijke normen en waarden?

“Ja, mede daardoor is de rem op agressief en hebzuchtig gedrag weggevallen. In een postchristelijke cultuur zijn terughoudendheid en solidariteit lege en zinloze begrippen geworden. Tegelijk vormen de patriarchale aspecten van het christendom een sta in de weg voor gelijkwaardigheid en tolerantie.”

Zijn de jaren zestig van de vorige eeuw hiervoor niet verantwoordelijk geweest?

“Die hebben zeker tot afbraak van gezag geleid. Het plezier om te shockeren, tarten en confronteren. Het is een generatie van seculier triomfalisme, van oneindige mogelijkheden en de absolute vrijheid. Gelukkig zijn het ook de jaren van de vredesbeweging geweest, en een begin van ecologische bewustwording. Maar deze jaren hebben wel geleid tot een negatieve opvatting van sociaal gezag. Dat gezag is broodnodig, hoewel we er een democratische uitleg aan zouden moeten geven. Het wil zeggen dat je vrijwillig instemt met een verzoek of voorstel van een ander. Meewerken.”

ISLAM

Van Stokkom constateert in zijn boek over verhuftering een duidelijke anti-islamagenda waarin groot symbolisch belang wordt gehecht aan het ongehinderde vrije woord. Schrijvers of kunstenaars die vanuit een seculier triomfalisme te werk gaan, achten het verbeelden van religieuze obsceniteiten een “amusante schermutseling”. Maar vrome moslims en christenen vatten dat dikwijls op als een laatste veldslag in de lange geschiedenis van religieuze spanningen.” Zij zien godslasterlijke beeltenissen als uitingen van diepe haat die hun dierbaarste overtuigingen bevuilen.

Is het bespreken van spotprenten in de schoolklas waarbij de profeet Mohammed wordt beledigd, een voorbeeld van verruwing?

“Ik geloof het wel. Die gewoonte wijst echter vooral op onze obsessie met het onbelemmerde vrije woord en de aanmatiging die daarmee gepaard gaat. Jullie moeten worden zoals wij: vrijdenkers in de vrijstaat Nederland. Dat is vragen om moeilijkheden. De slag om de oren die mos-lims wordt uitgedeeld, krijg je als een boemerang terug.”

In seculiere kringen wordt het beledigen van gelovigen als een tamelijk onschuldig tijdverdrijf gezien, constateert u in het boek Mondig tegen elke prijs? Toen recent een kerk in Staphorst meer mensen uitnodigden dan volgens het advies van de overheid gewenst was, werd de kerk overladen met tientallen doodsbedreigingen. Hoe ziet u dat?

“Ja, die zogenaamd achterlijke orthodoxen met hun dweperijen moet een lesje worden geleerd. Seculiere intolerantie noem ik dat, gevoed door een misplaatst superioriteitsgevoel. Niets zo lollig als religieuze obsceniteiten uitventen en vroomheid in diskrediet brengen. Het is onderdeel van het politieke spelletje: op de persoon spelen. Of gewoon het genoegen andere groepen weg te zetten en af te danken. Dergelijke omgangsvormen staan haaks op onze mooie Verlichtingsidealen van tolerantie en respect.”

U stelt in uw boek over de verhuftering vragenderwijs: keert de wal het schip? Ook in liberale en progressieve kringen is volgens u het nadenken over de publieke moraal niet meer taboe. Maar aan de andere kant lijkt diezelfde publieke moraal verder te zijn verzwakt. Aanspreken op gedrag wordt nog altijd gezien als een aanval op ieders autonomie. We zitten dus in een spagaat?

“Klopt. Dat aanspreken ligt zeer gevoelig. Je hoeft me niet de les te lezen. Bemoei je met je eigen zaken. Voorlopig is deze antimoralisme-reflex oppermachtig. Ik hoef aan jou geen uitleg te geven of me te verantwoorden. Stel je voor dat ik moet erkennen iets verkeerds te hebben gedaan!”

Heeft de coronacrisis geleid tot toenemende verval in omgangsvormen? We horen allerwegen van toename van huiselijk geweld en van erg korte lontjes, ook richting boa’s.

“Nee, ik denk het niet. Er is uiteraard veel frustratie en ergernis. Maar je ziet ook positieve ontwikkelingen. Mensen denken weer eens na over de toekomst van de planeet of voelen onbehagen bij het eeuwigdurende consumptiefeest.”

U bepleit een herwaardering van fatsoen. De ondertitel van het themanummer is: fatsoen moet je doen. Zijn er hiervoor kansen of zijn we wellicht te laat?

“Fatsoen is prettig en stelt eenieder op zijn gemak. Het is de smeerolie van dagelijks handelen. Op school en op het werk spreekt dat vanzelf. Kansen genoeg om ook in andere sociale instituties, zoals zwembaden, voetbalclubs en restaurants, fatsoen te bevorderen, ware het niet dat we op publieke fora elkaar het leven zuur blijven maken. Vooral afzeik-tv is een sta in de weg, om maar niet te spreken over digitale meutevorming rondom vermeende sletten of pedo’s. Zolang we de entertainmentindustrie, inclusief de formats van beschuldiging en schandaalcreatie, niet kunnen temmen, zie ik weinig licht in de tunnel.”


dr. K. van der Zwaag, ‘Juist de midden- en hogere lagen zijn verhufterd’


Klaas van der Zwaag, redactievoorzitter

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020

Zicht | 104 Pagina's

‘Juist de midden- en hogere lagen zijn verhufterd’

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020

Zicht | 104 Pagina's