Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSVERSLAG le SYNODE-WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSVERSLAG le SYNODE-WEEK

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De afgevaardigden van de Gereformeerde Kerken in Nederland zijn op Dinsdag 19 October 1948 in Generale Synode bijeengekomen in de Gereformeerde Kerk aan de Zuidsingel te Amersfoort.

Aan deze vergadering is voorafgegaan een bidstond in hetzelfde kerkgebouw, 's Maandagsavonds 18 October, waarin voorging ds Herm. Knoop, die praeses is geweest van de laatste gehouden Synode te Groningen.

Ds Knoop bediende het Woord, naar asmleiding van Jeremia 3 vers 7b tot 10, sprekende over: De Heere ontdekt de Gereformeerde Kerk van Juda aan de gevolgen van haar trouweloosheid, met betrekking tot haar wederkeer en wel, Ie. aan haar blindheid bij het zieil van Israels zonde, 2e. aan haar onbewogenheid bij het kenneh van 's Heeren oordeel, en 3e. aan haar bedriegelijkheid bij het gaan in den weg der bekeering.

Na deze prediking droeg ds Knoop den arbeid van deze Synode in het gebed aan den Heere 'op, waarna staande werd gezongen Psalm 111 vers 5 en ds Knoop de Apostolische Geloofsbelijdenis voorlas, welke de gemeente staande heeft aangehoord.

Hierna had een begroetingssamenkomst plaats voor kennismaking van de Synodeleden met hun resp. gastvrouwen en - heeren.

Zitting van Dinsdag 19 October.

De opening der Synode geschiedde Dinsdagsmorgens, te 10 uur, namens de roepende Kerk van Amersfoort, door ds E. T. van den Bom, die het zingen Psalm 121 vers 1 en 3 en vervolgens Johannes 17 vers 6 tot 23 voorlas.

Na verwelkoming van de afgevaardigden herdacht ds van den Born onzen ontslapen hoogleeraar, prof. dr S. Greijdanus, wees vervolgens op de zeer bijzondere omstandigheden, waaronder deze Synode bijeenkomt en legde naar aanleiding van het door hem voorgelezen Schriftgedeelte (Johannes 17) er den nadruk op, hoe de Heere Christus Zelf bidt voor de heilige vergadering der Christgeloovigen, welke er is en ook komen zal door de Apostolische prediking. De bede, „opdat zij allen één zijn, geUjkerwijs Gij, Vader, in Mij en Ik in U", dat zij allen één zijn in Ons, is de Verbondstaai over de Verbondstrouw, welke er is tusschen den Vader en den Zoon, die waarachtig is gebleken in den tijd en waardoor de saamvergadering der Kerk is gegarandeerd. Wij mogen weten, dat met de Apostolische prediking de eenheid komt, naar de glorie der verkiezing. Zich richtende tot de Synode; zeide ds van den Born, dat zij niet staat in de impasse, maar op den breeden, oecumenischen weg van den Vader, en den Zoon en den Heiligen Geest, in de saamvergadering der Kerk.

Hierna verklaarde ds van den Bom de Synode voor geopend.

Vervolgens stelde ds van den Bom aan de orde het nazien van de credentiebrieven en de verkiezing van het moderamen der Sj^ode. Als praeses werd gekozen ds D. van Dijk van Groningen, als assessor ds E. T. van den Born van Amersfoort, als Ie scriba ds G. Visée van Kampen en als 2e scriba ds K. Doornbos van Wormer.

Nadat het moderamen zitting had genomen, sprak de praeses een woord van dank en werd de positie van de persverslaggevers geregeld, waarna de zitting om 12, 15 uur werd gesloten.

De middagzitting ving aan om kwart voor twee, met het zingen van Psalm 35 vers 1.

De praeses deelde mede, '' dat het moderamen voorstelde den arbeid der Synode over vier commissies te verdeelen.

In commissie I werden benoemd ds F. A. den Boeft, voorzitter, ds F. van Dijk, ds H. Veltman, ouderlingen G. Rietkerk, A. Zijlstra, G. Haveman en dr P. Jasperse en tot prae-adviseur prof. dr K. Schilder. Te behandelen onderwerpen van deze commissie zijn onder meer: rapport curatoren Theol. Hoogeschool, Zending en Oecumenische Beweging, samenspreking met de synodocratisch gebonden kerken, contact met de Prot. Reformed Church in Amerika.

Commissie II: ds J. van Bruggen, voorzitter, ds W. J. van Otterlo, ds J. van Raalte, ouderlingen H. Pilon, A. F. van Oosterom, H. Troostheide en A. van Veelen en prae-adviseur prof. P. Deddens. Te behandelen onderwerpen van deze commissie zijn onder meer: BehandeUng uitnoodiging Oecumenische Synode, Curagao, rapport prae-adviseurs der Synode, leenpredikanten, veldpredikers, herziening Zendingsorde, zaakds W. F. G. van Herwijnen.

Commissie UI: ds D. K. Wielenga, voorzitter, ds D. Zemel, ds M. de Goede, ouderlingen H. Kooistra, W. Vos, A. Slot en L. J. Nelemans en prae-adviseur prof. B. Holwerda. Te behandelen onderwerp: alle op de Zending betrekking hebbende zaken.

Commissie IV: ds J. Hettinga, voorzitter, ds M. J, C. Bosscha, ds A. Bos, ouderUngen M. J. de Boer, A. van den Berg, S. J. Hoorntje, K. C. van Spronsen en praeadviseur prof. C. Veenhof. Te behandelen onderwerpen onder meer: Verbetering Psalmgezang, Voortgaande Vrijmaking, Contact emigranten. Verzorging emeriti buiten de vrijgemaakte kerken.

Nadat de commissies waren aangewezen, ging de Synode in comité-generaal, in verband met de benoeming van een hoogleeraar in de vacature van wijlen prof. dr S. Greijdanus. Na heropening der zitting deelde de praeses mede, dat de Synode tot hoogleeraar had benoemd dr H. J. Jager te Voorthuizen.

In de avondzitting besprak de Synode de nadere vaststelling van het agendum. Besloten werd, dat de commissies alle stukken zullen bespreken en nader zullen rapporteeren, welke ingekomen stukken h.i. niet tot het agendum behooren, waarna de Synode zelf zal beslissen, welke stukken in behandeling zullen worden geiiomen.

Hierna werd de zitting geschorst tot Woensdagmorgen, nadat nog gezongen was Psalm 136 vers 26 en de praeses was voorgegaan in dankgebed.

Zitting van Woensdag 20 October.

De morgenvergadering wordt door den praeses, ds D. van Dijk, geopend. Gezongen wordt Psalm 98 vers 4. De praeses leest Psalm 98 en gaat voor in gebed. Appèl-nominaal wordt gehouden.

Ds J. A. Vink van Amersfoort wordt als pastor-loei door de Synode verzocht zitting te willen nemen als adviseerend lid en wordt toegevoegd aan de commissie voor het persverslag.

De vergadering keurt goed de indeeling van de punten van het agendum, zooals deze door het Moderamen wordt voorgesteld.

Besloten wordt, dat de termijn voor het inzenden van stukken gesloten is. Voorts wordt besloten om wekelijks te vergaderen van Dinsdagsmorgens tot Vrijdagsmorgens 12 uur.

Omdat de verschillende commissies nu eerst moeten samenkomen, wordt de vergadering voor dezen dag geschorst tot 's avonds 6.30 uur.

Zitting van Woensdagavond.

Nadat de vergadering door den voorzitter is geopend komt allereerst in behandeling een voorstel van Commissie I.

Aan Commissie I is de geheele^materie van de kwestie der „samenspreking", ter voorbereiding van de behandeling op de vergaderingen der Synode in handen gegeven.

Onder de stukken, deze materie betreffende, is ook het voorstel van de kerk van Assen en daarmede overeenkomstige voorstellen.

Deze voorstellen houden in, dat in de eerste zittingen van de Gen. Synode vragen opgesteld zullen worden, die ter beantwoording zullen worden voorgelegd aan de Deputaten der gebonden kerken, terwijl antwoord zal worden verzocht op die vragen binnen een tijdsverloop van 14 dagen of tenminste binnen een nader te bepalen tiid.

Commissie I nu was van oordeel, dat zulke voorstellen niet los te maken zijn van het geheel van de materie van de „samenspreking" en dan eerst in de behandeling kunnen betrokken worden, wanneer de Gen. SjTiode bezig is haar houding t.o.v. de samenspreking te bepalen en dienovereenkomstig een besluit te nemen.

Daarom stelde Commissie I voor, dat de Sjoiode uit zou spreken, dat het ondoenlijk is deze voorstellen voorrang te verleenen voor wat den tijd hunner behandeling betreft.

De voorzitter van Commissie I, ds F. A. den Boeft, verklaarde in zijn beantwoording van de opmerkingen en vragen door verschillende sprekers gesteld, dat het zeker minstens nog een week zal duren voordat het rapport der Commissie over de betreffende materie klaar zal zijn. Maar dit wil in het geheel niet zeggen, dat de Commissie aan den inhoud van het voorstel Assen niet ten volle recht zou willen doen en hij achtte het mogelijk dat, wanneer de Synode besluiten zou willen nemen in den zin zooals Assen voorstelt, ook bij een uitgestelde behandeling, daaraan volkomen gevolg gegeven zou kunnen worden.

De Synode kon zich dan ook met het voorstel der Commissie vereenigen.

Vervolgens kwam in behandeling een rapport van Commissie II inzake:

a. een verzoek van den Kerkeraad van Vlaardingen, dat de (ïen. Synode de kerken er op zou attendeeren, dat hulpbehoevende kerken met hun steunaanvragen den geordenden kerkdijken weg behooren te bewandelen, naar art. 11 der K.O., zulks in verband met het groot aantal verzoeken om steun, dat de kerken in den laatsten tijd van verschillende gemeenten, die hulp noodig hebben, bereikten;

b. een verzoek van de Part. Synode van Gelderland en Overijssel om instelling van een generale kas voor hulpbehoevende kerken, uit welke aan de provinciale ressorten, die in dezen in uiterst moeilijke omstandigheden verkeeren, steun geboden kan worden.

De Commissie constateert in haar rapport, dat er inderdaad reden is om de kerken te herinneren aan de besluiten, die de Synodes van 1893 en 1917 terzake van de uitvoering van art. 11 in dezen genomen hebben. Daarom stelt zij aan de Synode de volgende conclusies voor: de Synode besluite:

1. de kerken te herinneren aan art. 176 der Acta van Dordrecht 1893 en aan de latere in deze zaak door onze Gen. Synode genomen besluiten.

2. er bij de kerken op aan te dringen, dat zij in haar Partic. Synodale vergaderingen deputaten als door de Gen. Synode van Dordrecht 1893, Acta art. 176 bedoeld, aanwijzen.

Een breede bespreking volgde, nadat ds D. van Dijk tegenover de conclusies der Comm. het standpunt, dat de Part. Synode van Groningen in dezen had ingenomen, verdedigd had. Deze Part. Synode achtte het zeer juist, dat onze kerken na de vrijmaking geen Deputaten meer benoemd hadden voor een Generale kas voor hulpbehoevende kerken. Niet, dat Groningen deze kerken niet helpen wil. Maar Groningen acht dit de meest zuivere wijze van kerkelijk hulpbetoon te zijn wanneer de kerken elkaar onderling rechtstreeks helpen. Dat versterkt den band onder elkaar, en maakt een Deputaatschap voor een algemeene kas overbodig. Laten we ons beperken tot de Classicale-en Provinciale Deputaten.

Verschillende afgevaardigden betuigden met dit standpunt van' Groningen hun instemming en vielen de verdediging er van bij. Anderen bestreden het en steunden den rapporteur br. Ttoostheide, in zijn verdediging van de conclusies van het rapport.

Er werd door meerdere Afgevaardigden sterk de nadruk op gelegd, dat wij ons ook door de regelingen die de kerken voor de uitvoering van art. 11 getroffen hebben, toch nog gehouden moeten weten.

Tenslotte werd Conclusie I door de Synode aangenomen. Conclusie II verworpen, nadat verschillende afgevaardigden als hun gevoelen hadden kenbaar gemaakt, dat wat Conclusie n wil in Conclusie I reeds begrepen was.

Een volgend rapport van Commissie H, dat in behandeling kwam, betrof de verschillende voorstellen, die betrekking hadden op de uitvoering van art. 50 K.O. (het samenroepen eener Gen. Synode).

Al deze voorstellen bedoelden aan de kerken, bij

het samenkomen eener Gen. Synode, gelegenheid te geven van de verschillende zaken, die ter Synode behandeld worden, vooraf voldoende kennis te kunnen nemen en die op de mindere vergaderingen te kunnen behandelen. In die voorstellen werd daarom g^evraagd zulke regelingen vast te stellen, waardoor bepaalde belemmeringen daartoe, waarvaji men meende, dat die nog aanwezig waren, weggenomen zouden worden.

Aan het einde der vergadering was de Synode ook aan het einde der besprekingen over het rapport en de conclusies gekomen, maar er werd toch besloten de stemming over de conclusies aan te houden tot de volgende zitting.

Nadat gezongen is Psalm 81 vers 1 en de assessor, ds van den Bom, is voorgegaan in dankgebed, sluit de praeses de vergadering.

Zitting van Donderdag 21 October.

Nadat 's morgens en 's middags de verschillende commissies vergaderd hadden, kwam de Synode des avonds te half zeven weer in plenaire zitting bijeen. De praeses laat zingen Psalm 123 vers 1 (Prof. Schilder is weer, als geregeld, organist der Synode). De praeses leest Psahn 123 en gaat voor in gebed.

Aan de orde komt nu de stemming, die in de vorige zitting uitgesteld was, voor de conclusies van het rapport van Commissie n betreffende de voorstellen inzake de uitvoering van art. 50 K.O.

De rapporteur, ds van Bruggen, maakt nog enkele wijzigingen, door de Commissie aangebracht, bekend. De conclusies worden aangenomen. In deze conclusies stelt de Commissie aan de Synode voor:

1. Wijl de kerkenorde het vaststellen van den tijd eener Generale Synode reeds in art. 50 heeft geregeld, en vermeerdering van besluiten, die bedoelen art. 50 K.O. nader te preciseeren, ongewenscht is te achten, niet aan het verzoek der kerk van Nieuwendam— Amsterdam-Noord te voldoen, en

2. uit te spreken:

a. dat het, ook gezien de veelheid van ingekomen stukken voor het agendum, niet juist is, te achten, dat de kerken het agendum dezer Synode niet hebben kunnen doorspreken;

b. dat de Synode, gezien de opdracht aan hare leden, de bevoegdheid mist een deel van haar agendum aan de volgende Synode over te laten;

c. dat de Synode niet kan ingaan op kwesties, die er liggen tusschen de mindere vergaderingen, zoolang deze daar niet zijn behandeld;

(dit naar aanleiding van een schrijven van de Classis Schiedam over het niet voldoen aan een verzoek tot samenroeping van een Part. Synode door de kerk van Rotterdam—^Delfshaven (rapporteur));

d. dat de roepende kerk eener Synode den hoofdinhoud van voorstellen en gravamina, die aan de Synode zullen worden voorgelegd, in het agendum duidelijk dient te omschrijven, voorzoover deze voorstellen en gravamina niet reeds aan de kerken zijn bekend gemaakt.

En tenslotte te besluiten, afschrift dezer conclusies te zenden aan de kerkelijke vergaderingen, die de in het rapport vermelde stukken hebben ingediend.

Br. Pilon rapporteert daarna over een schrijven, dat is ingekomen van de kerk van Curagao — het schrijven wordt voorgelezen. In dit schrijven licht de kerk van Curagao de Synode in over de maatregelen, die zij genomen heeft voor de voorziening in den ambtelijken dienst in-de gemeente en verklaart zij, dat zij bij dezen stand van zaken geen steun bij de Synode behoeft aan te vragen. Uit de hulp, die haar uit de kerken reeds geboden wordt, kan het kerkelijk leven in Curagao geregeld voortgaan.

Op voorstel van de Commissie wordt dit schrijven voor kennisgeving aangenomen.

Nadat de praeses enkele mededeelingen gedaan heeft namens het Moderamen over de orde der a.s. vergaderingen en nadat er gezongen is en de assessor heeft gedankt, wordt de vergadering gesloten.

De Synode wordt weer samenge/oepen ter plenaire zitting op Dinsdag 26 Oct., 's-mo - gens 9 uur.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 oktober 1948

De Reformatie | 12 Pagina's

PERSVERSLAG le SYNODE-WEEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 oktober 1948

De Reformatie | 12 Pagina's