Untitled - pagina 55
woonplaats. Wat u terug gehouden heeft weet ik niet; maar ik lag toch aan u gebonden. Ik heb nog al eens gedacht aan uwe vrouw. Hoe gaat het thans met haar? Ik ben thans gevangen man en kan tot u niet komen of tot een van mijne broeders en zusters. Ik hoop, dat gij mijn brief zult ontvangen en lezen en u ten zegen moge zijn, mocht het zijn ook voor uwe vrouw en kinderen. De Heere zij u nabij en goed. Indien gij kunt, kom dan eens tot mij. Ik ben van huis gegaan en heb alles verlaten, zelfs vrouw en kinderen. Ik trok met den Heere op. Hij geleidde mij op reis naar 's Bosch voor de rechtbank. Hij bleef mij nabij ook in de gevangenis. God was mijn eenige troost en toevlucht. Ga eens naar Aalst en neemt den brief mede naar den meester, den Heer DE B O K , K R A A I J E , A A R T DE V O S en de overige vrienden, niet met name genoemd. Doe hen de hartelijke groeten van hun gevangen broeder. Wij bevelen ons in uwe gebeden aan. Ontvang met moeder en haar huisgezin de groeten van hem die zich noemt, Uw Broeder, MARINUS VAN DE GIESEN.
TWEEDE
BRIEF.
's-Hertogenbosch, Augustus 1837. Geachte Vrouw en Kinderen! Ik kan niet nalaten u eens te schrijven wat ik aan God mag hebben in mijne gevangenis. De vertroosting des H. Geestes is my door den Heere rijkelijk geschonken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934
Bekeringsgeschiedenissen | 84 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934
Bekeringsgeschiedenissen | 84 Pagina's