Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Houden van dieren - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Houden van dieren - pagina 26

Samen werken aan een verantwoorde veehouderij

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Varkensbedrijven realiseerden de afgelopen jaren gemiddeld een negatief inkomen uit het bedrijf. Leghennenbedrijven deden het veel beter. De inkomens op vleeskalver- en vleeskuikenbedrijven zijn relatief stabiel. Melkveebedrijven hadden na enkele goede jaren te maken met een dip als gevolg van lage melkprijzen. De sector klimt nu uit dit dal. Daar past de kanttekening bij dat melkveehouders Europese inkomenstoeslag krijgen. Die vormt gemiddeld ongeveer een kwart van het inkomen. Deze inkomenspositie heeft gevolgen voor de financieringspositie. De solvabiliteit van bijvoorbeeld varkensbedrijven is de afgelopen jaren gedaald. Dat betekent dat de eigen vermogensbuffer voor het doen van investeringen is afgenomen. Daartegenover staat de melkveehouderij. Melkveehouders hebben gemiddeld genomen aardig wat grond in bezit en staan daarom op dit punt steviger in hun schoenen. Voor de discussie over investeringen in dierenwelzijn en ‘megastallen’ is de volgende waarneming relevant: grotere bedrijven weten in de veehouderij tot nog toe een hogere rentabiliteit te realiseren dan kleine bedrijven. Dat geldt zeker in goede jaren. Nederlandse veehouders opereren met name op een Europese markt. Producten als vlees, zuivel en eieren komen grotendeels uit Duitsland, maar in mindere mate ook uit landen als Polen en Brazilië (rund- en kippenvlees). Nederland voert vlees, zuivel en eieren overwegend uit naar Noordwest-Europese landen (Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk), maar ook naar Italië en Griekenland. Behalve bij rundvlees is de nationale productie van vlees, zuivel en eieren aanzienlijk hoger dan de nationale consumptie. Dat varieert van twee keer zoveel bij de vleeskuikens tot bijna acht keer zoveel bij de vleeskalveren. Dat betekent dat export een belangrijke schakel in de Nederlandse veehouderijketen is. Ondanks het feit dat Nederland ruimschoots aan zijn eigen vraag kan voldoen, is in de meeste sectoren ook sprake van stevige import. 26

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2012

Brochures (SGP) | 124 Pagina's

Houden van dieren - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2012

Brochures (SGP) | 124 Pagina's