Het natuurmandaat: de eigen weg van het christelijk natuurdenken1
Uit dankbare waardering opgedragen aan prof. dr. J. Douma ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar aan de Theologische Universiteit te Kampen (Broederweg).
Toen de uitdrukking 'natuurmandaat' een aantal jaren geleden door mij is geïntroduceerd2, is er nogal op gereageerd3. Zij is zelfs terecht gekomen in een handboek van de gereformeerde dogmatiek4. Voor mij was de invoering van de term belangrijk om uitdrukking te geven aan een stuk eigen christelijk natuurdenken. De termen 'cultuurmandaat' of'rentmeesterschap' brengen onvoldoende de eigensoortige verantwoordelijkheid ten opzichte van de natuur tot uitdrukking, zodat een betere term op zijn plaats is. Het is belangrijk voor deprofileringvan het eigen christelijk denken over actuele natuurvraagstukken in de hedendaagse bezinning. Daarin speelt ook de taal een belangrijke rol: vorm en gebruik maar uitdrukkingen die refereren aan de eigen christelijke natuurtraditie. Het is belangrijk om deze taal te actualiseren en soms te vernieuwen met het oog op de nieuwe taken - de nieuwe mandaten5- die op ons afkomen.
In dit artikel komt allereerst het belang van de voortzetting van de eigen christelijke natuurtraditie aan de orde. Vervolgens worden een aantal hedendaagse milieu- en natuurfilosofische opposities besproken. Tegen deze achtergrond wordt duidelijk wat de taken zijn voor een uitgewerkte christelijke natuurwaardering en natuurreflectie.
1. Het belang van de voortzetting van de eigen christelijke natuurtraditie
Onze tijd wordt getypeerd met de uitdrukkingen modernisme en postmodernisme. Kenmerkend daarin is dat velen worden opgeslokt (qua tijd, energie en aandacht) door het grote bestel van Wetenschap, Techniek en Kapitaaleconomie (WTK), met daarnaast nog de Burocratie. Eveneens kenmerkend voor onze tijd is het dat tradities vermalen worden en individuen ontworteld raken. ICT- praktijken (Informatie en Communicatie Technologie -Internet, Virtual Reality) intensiveren deze processen. Ook christenen staan midden in deze ontwikkelingen. In dit kader is het belangrijk ons weer bewust te worden van de traditie waaruit we afkomstig zijn. Jongeren en ouderen weer op zoek naar hun bronnen! Dit is belangrijk voor oriëntatie en zeggingskracht. En dat juist nu we in onze tijd zoveel media ter beschikking hebben. Het lijkt wel een paradox: in een tijd waarin we zoveel media hebben met zo'n bereik, loopt de zeggingskracht terug. De christelijke traditie heeft zeggingskracht. Wel zullen we innoverend bezig moeten zijn en terug moeten naar onze 'ontmoetingen' -vormen van reële contactoefeningmet de Bronnen6.
De vraag hier is: hoe kunnen we de christelijke traditie op natuurgebied continueren? Daarvoor is te wijzen op de 'resource' functie van een traditie. Aan de hand van drie bekende filosofen -Habermas, Maclntyre en Taylor- kan deze functie nader toegelicht worden.
De Duitse sociaal filosoof Jurgen Habermas analyseert de moderne maatschappij7. Daarin ziet hij het Systeem - het geheel van economie, technologie en burokratie. Maar mensen leven niet alleen in het systeem. Ze hebben ook een Leefwereld van gezin, sport, kerk e.d. Deze is 'tegenhanger' van het systeem. Het systeem heeft voldoende eigen dynamiek en continuïteit. Maar volgens Habermas moet ook de leefwereld 'gereproduceerd' worden, anders ontstaan er allerlei misvormingen op cultureel, sociaal en persoonlijk vlak. In zijn beschrijving van de leefwereld onderscheid Habermas drie terreinen:
a. de cultuur: de interpretaties, de verhalen, de voorbeelden, de taal enz.;
b. de instituties: organisaties, verbanden, samenwerkingspatronen;
c. de personen: de dragers van de cultuur en instituties.
Elk van deze drie elementen heeft een eigen betekenis. Interpretaties hebben geldingskracht en zijn overtuigend. Instituties laten iets zien van de solidariteit, de gemeenschapszin van de betrokkenen. En de personen zijn toerekeningsvatbaar. Maar in elk van die terreinen bestaat het gevaar van een crisis. De verhalen worden niet meer geloofd, de groep valt uiteen en de personen raken diffuus. Dat vraagt dan om specifieke manieren om deze drie bestanddelen voort te zetten naar de toekomst. Wie dieper doorvraagt naar de betekenis van de leefwereld, stuit al gauw op een laag van achtergrondskennis8, het ingebed zijn in sociale verbanden, het opgevoed worden door personen. Kortom een laag waarin je niet zelf de bepalende figuur bent, maar waarin je ademt, leeft en beweegt. Andere filosofische stromingen noemen dit de 'traditie' waarin je leeft. Met name Alasdair Maclntyre en Charles Taylor hebben dit traditie-begrip verder verdiept9. Maclntyre werkt de aan de wetenschapstraditie ontleende gedachte van het innovatieve karakter dat een traditie moet bezitten wil het continueren. Daarbij maak je gebruik van 'vergeten bestanden' uit je eigen traditie, of neem je elementen over uit rivaliserende tradities. Charles Taylor laat zien hoe het 'zelf altijd uit een bron put. Karakteristiek voor een bron is dat er uit geput wordt. En dat deze fris is en kracht geeft. Welnu, deze metafoor gaat ook op voor de bronnen waaruit je put. Die moeten kracht geven, je onderste boven gooien en transformeren. Dan gaat er iets vanuit.
Wie dit filosofische verhaal toepast op de eigen christelijke traditie, kan de volgende lessen trekken. Het is belangrijk om de eigen leefwereld met zijn diversiteit aan structuren in het zicht te blijven houden. Heel gemakkelijk wordt je opgeslokt door andere 'werelden' waardoor je vervreemd raakt van je eigen christelijke traditie. Habermas noemt de drie bestanddelen: cultuur - het geheel van interpretaties en opvattingen, de instituties - de organisaties- en de persoon. Hier is een pleidooi te voeren om deze drie bestanddelen van de eigen leefwereld goed in de peiling te houden. Maclntyre's opmerking over het innovatief gehalte van een traditie is het waard om serieus genomen te worden en nieuwe inhoud te geven. En tenslotte is Taylor's typering van de transformerende kracht van de bronnen waaruit de christelijke traditie gevoed wordt, als zelfonderzoek op de agenda te plaatsen.
2 Hedendaagse milieu- en natuurfilosofische opposities.
2.1 Praktische voorbeelden.
Er ligt een aantal diepe conflictpunten -opposities- in onze maatschappij op het gebied van natuur en milieu. Dat kun je heel praktisch waarnemen, maar ook meer reflexief. Allereerst praktisch. Het is met de moderne communicatiemedia heel gemakkelijk om de opposities in beeld te krijgen. Met mijn studenten behandel ik de Shell versus Greenpeace-casus. Daarbij gaan we via Internet naar de actiegroep Greenpeace (http://www.greanpeace.org), en je krijgt een keurige Website met alle terreinen van acties waarop Greenpeace actief is. Je kunt verdere gedetailleerde informatie krijgen in de vorm van rapporten, actieschepen, en kunt zelf meedoen met actievoeren door te participeren in de discussie en e-mail te zenden naar Shell. Via de Website van Shell (http://www.Shell.com) krijg je te zien wat Shell aan plannen heeft, wat de missie van Shell is en hoe de topmanagers van dit bedrijf tegen diverse problemen aankijken. Ook daar worden de meest recente press-releases beschikbaar gesteld en kun je actief vragen stellen. Zo kun je informatie krijgen over de plannen rond het olieplatform (Brent Spar), over de pijplijnen in Nigeria, de plannen in Turkije, enz. Achter deze prachtige virtuele communicatie gaat wel een grauwe reële confrontatie schuil. Op zee liggen de boten van Greenpeace die alles nauwkeurig in beeld brengen. Zij kunnen de media voorzien van schokkende beelden die de bevolking tot actie verleiden. De benzine pompen van Shell werden gemeden en de hoogste politici deden uitspraken. En Shell moest ondanks al haar wetenschappelijke rapporten bakzeil halen. In Nigeria krijg je zicht op de harde confrontaties tussen de lokale Ogoni's en de bewakers van de Shell pijplijnen. Ken Saro Wiwa werd vermoord en hij is een van de nieuwe heiligen wiens sterfdag wordt gevierd om de kwalijke praktijken van multinationals aan de kaak te stellen. En de vraag is: hoe sta je als christen in deze conflictsituaties?
Wat dichter bij huis liggen er eveneens opposities tussen de natuur- en milieugezichtspunten en de moderne economische visies. In ons kleine landje zijn we bezig met grootse technologische cultuurontwerpen als een uitbreiding van Schiphol, de Betuwelijn, de verstedelijking van het groene hart. Daarnaast zijn er tegelijk stemmen voor een grootschalig natuurherstel, zoals het gebied achter de duinen, of om gebieden in het Oosten en Noorden tot 'nieuwe wildernis' maken. Hier zijn sterke opposities werkzaam die ons denken en doen kunnen verscheuren en polariserend werken. En deze opposities zijn vaak verpakt in 'goede' organisaties als WNF, Natuurmonumenten, ANWB e.a. We zijn vaak lid van deze goede organisaties en ondertussen hebben onze eigen politieke vertegenwoordigers standpunten die haaks staan op de standpunten van die organisaties. Als we daarbij ook nog de overige instanties of verenigingen betrekken, wordt het beeld heel diffuus. Postmoderne maatschappij analyses van deze oppositionele verschijnselen zijn hier zeer interessant10. Hier gaat het alleen om het signaleren van de praktische opposities.
2.2 Natuurfilosofische opposities.
Wat we in het bovenstaande als praktische voorbeelden hebben gezien, komt ook op een meer reflexief- filosofische manier tot uitdrukking. Er zijn binnen de natuurfilosofie een aantal opposities werkzaam die steeds terugkomen. Een drietal worden regelmatig teruggevonden.
2.2.1. Rationele beheersing versus affectieve participatie
Het standaardverhaal van het ontstaan van onze moderne geschiedenis is bekend". Rationaliteit en constructiviteit zijn sinds Descartes, Locke en hun navolgers (Kant!) typerend voor het moderne bewustzijn. Dat heeft eerst de wetenschap, daarna de technologie en tenslotte de kapitaaleconomie doen ontstaan. Dit drietal samen vormt het WTK-complex dat ons aan alle kanten omringt. Deze beheersingskracht via onze rede is zeer dominant in onze cultuur, en wij allen worden hierin getraind van de lagere school tot op de universiteit en in allerlei instituties. Als persoon zijn we soms door en door beredeneerd. Daartegenover bestaat een andere vorm van bestaan die het rationele standaardverhaal vanaf het begin begeleidt. Dat is de lijn die later bekend geworden is als de Romantiek12. Daarin staat men participerend in de natuur, en leeft men directer vanuit de bredere en lagere lichaamservaring. De emoties komen hier tot hun recht. Door sommigen wordt dit gekoppeld aan de religieuze beleving van de 'betovering' van ons wereldbeeld13. In het postmoderne filosoferen komt deze manier van leven tot uitdrukking als 'de opstand van het lichaam' bij filosofen als Foucault en Bataille14. In de natuurdiscussie is het met name Wim Zweers die in zijn dissertatie Participeren in de natuur'5 deze grondhouding voor de huidige tijd heeft uitgewerkt. De twee vormen van bestaan kunnen scherp tegenover elkaar gesteld worden. En wie kan hierin niet meevoelen?
2.2.2. Antropocentrisme versus ecocentrisme.
Draait het uitsluitend om de mens, of moeten we juist af van dit arrogante humanisme16 naar de gelijke waardering van al wat leeft, met de erkenning van de intrinsieke waarde van al dat leven. Het antropocentrisme, gevoed vanuit het joods-, grieks-, westerschristelijk- en humanistisch geloof, zegt het een17. De nieuwe natuurfilosofische stromingen zeggen het andere. Een invloedrijke stroming in deze discussie is de Deep ecology beweging van de Noor Arne Naess en anderen18. Met name in de natuurethiek19 krijgen deze discussies hun plek. Sommigen gaan heel ver en zijn ecocentrist of biocentrist. Daarbij worden alle claims voor een aparte status van de mensen van de hand gewezen. Anderen zijn gematigder en erkennen vormen van hiërarchieën. Toch leeft er breed in de natuurethiek de beweging om intrinsieke waarde als onopgeefbare basis voor een goede natuur- en dierwaardering te hanteren20. Vele discussies binnen de natuurethiek draaien óm dit dilemma. Nederlandse milieufilosofen en ethici als Wim Zweers, Wouter Achterberg, Hans Achterhuis, Henk Verhoog, Koo van der Wal e.a. zetten hier de toon.
2.2.3. Primitieve oernatuur versus pastorale natuur.
Dit contrast ligt niet op het nivo van kennis (2.2.1), noch op het nivo van mensbeeld (2.2.2), maar op het nivo van de werkelijkheidsbeleving - de zijnsleer, de kosmologie. Hoe beleef je de wereld? Er bestaan nauwe relaties tussen mens, kennis, en kosmos21. Maar elk heeft een eigen speelveld. Er zijn twee diep verschillende stromingen die de natuur elk op een eigen manier beleven. De primitieve versus arcadische natuur is een contrast dat uitgewerkt is door Simon Schama in Landscape and memory, vertaald als Landschap & herinnering22. De eerste is de primitieve verbeelding die terug wil naar de oernatuur, de wildernis en het ongerepte land. Dat gaat terug op het oude Arcadie (Arcadie I) waarbij primitieve mens-dieren woest en bruut copuleerden, aten en dronken. De bacchusfeesten komen hier tevoorschijn. Nietzsche23 heeft er met zijn aandacht voor het Dionysische in de cultuur hier veel van verstaan. In Amerika is er een hele wildemisfilosofie, die wars is van alle cultuur. Maar deze aspecten komen nu terug binnen onze huidige cultuur. Een voorbeeld hiervan zijn sommige opvattingen in Nederland rond de Oostvaardersplassen. Voor sommigen mogen er opnieuw wilde dieren uitgezet worden en hun gang gaan. Laat de natuur maar zijn gang gaan en dieren maar doodgaan op welke manier dan ook. En als er dieren doodgaan, laat ze dan gewoon liggen voor de aaseters. Dat is terug naar de primitieve oernatuur. De andere stroming is die van het arcadische landschap (Arcadie II) waar mens en natuur idyllisch samenleven. Arcadie is een oude streek uit Griekenland waar het goed toeven was voor de rijken, die er hun landhuizen aanlegden met mooie tuinen. Wij kennen die landschapstraditie ook in de kasteeltuinen en in onze moderne tuinvormen. De dichter Vergilius heeft er in zijn werk mooi over geschreven24. Dat is ons pastorale verleden, waarin mensen vorm gaven aan de woeste krachten van de natuur . Dit is Nietzsche's Apollinische cultuurtrek. We kennen voorbeelden van dit vorm geven in de combinaties van cultuur en natuur, van landbouw en natuur, van stad en platteland enz. In zijn extreme vormgeving loopt dit uit op de totaal beheerste parken, agrarische bedrijven en de infrastructuur.
2.3 Samenhang tussen de opposities
Het gaat niet te ver om samenhang in deze drie genoemde kontrasten te onderkennen. In het volgende overzicht (schema 1) worden de kennis, het mensbeeld, en het natuurbeeld opgedeeld in de drie kontrasten. Wie doorvraagt naar de achtergronden van deze contrasten komt terecht bij de twee 'grote tradities' die wij in ons Westen kennen. De ene is de Rationele Verlichting, de andere is de Romantische natuurtraditie. Het is goed die twee kontrasten in ons westen te kennen om de huidige posities scherp in kaart te kunnen brengen. Met name Charles Taylor heeft deze beide hoofdstromingen in ons Westen nog recentelijk scherp geanalyseerd en hun verborgen morele agenda's beschreven25. Het is belangrijk om te zien hoe deze twee tradities elkaar oproepen, fel bevechten, steeds weer nieuw materiaal bieden, vormgevende krachten zijn, eigen instituties hebben, socialisatieprogramma's vormen enz. enz. Kortom, al de trekken vertonen van de leefwereldreproductie en resourcefunctie zoals Habermas heeft beschreven. Let maar eens op hoe een organisatie als de dierenbescherming al de jeugd benadert om haar visie en beleving op dieren over te dragen. Of hoe een organisatie als Greenpeace een krachtige institutie is om milieuzaken op de nationale agenda te krijgen.
Kennis Rationaliteit Emotionele leven
Mensbeeld Antropocentrisme Ecocentrisme
Natuurbeeld Pastorale Primitieve
Traditie Verlichting Romantiek
Schema 1 de twee kontrasterende posities.
Hoe staan wij als christenen hierin? Worden wij opgenomen binnen deze contrasten en scheuren daarbij christenen ook uiteen in twee oppositionele groepen? Soms lijkt her erop dat dit gebeurt. Politiek zit de RPF dan aan de romantische kant, terwijl het GPV aan de Verlichtingskant zit. Ook meer persoonlijk lijken posities van christenen zich te 'verdelen' langs de scheidslijnen die in onze maatschappij getrokken worden. Brengt dit geen scheiding teweeg tussen broeders van hetzelfde huis? Het is hierom dat ik weer op zoek ga naar de kracht van de eigen christelijke natuurtraditie.
3. Taken voor een christelijke natuurwaardering en reflectie
Bestaan er mogelijkheden voor een eigen christelijke natuurwaardering en reflectie? Of worden we vermalen door de intern westerse oppositie van Verlichting en Romantiek?
Nu wordt dit plaatje nog gecompliceerder door het ontstaan van de New Age beweging en de nieuwe contacten met andere religieuze tradities als de islam, het boeddhisme e.a.. Hoe komen we hierin verder? Laat ik zeggen dat ik het moeilijk vind. Ik voel me soms onmachtig om de eigen beweging en traditie voort te zetten. En dat in de huidige tijd met de huidige actualiteit. Er ligt een indringend milieu- en natuurvraagstuk in een dynamische en complexe cultuur met een dominant WTK-bestel waarin we met alle vezels van ons bestaan aan verbonden zijn. En hoe kun je daarin de balans, de eigen richting vinden? Soms trek ik me ook terug op mijn eigen lokale terrein. Soms beperk ik me ook als christen tot de primaire relatie met Christus en daarmee basta uit. Maar ik kan hierin niet blijven staan. Ik heb behoefte aan en verlangen naar het laten doorwerken van mijn christenzijn naar mijn leefpraktijk van alle dag. En dat is voor mij het natuurterrein, het agrarische vraagstuk en mijn visievorming op een van de meest vooraanstaande technologie: de biotechnologie. Ik heb ruimte gemaakt voor de natuur, ik ga met mijn boerenbedrijf richting ekologisch beheer, terwijl ik maatschappelijk en ethisch grenzen trek op een van de rijpe vruchten van het WTK-complex: de biotechnologie.
Maar meer concreet: wat zie ik als de eigen taak voor de christelijke natuurwaardering en reflectie? Ik wil daarin drie thema's aan de orde stellen die een transformatie beogen van de dilemma's en opposities waarin het seculiere natuurdenken gevangen zit26. Die hebben betrekking op de plaats van de mens (antropocentrisme versus ecocentrisme), de visie op kennis (rationele beheersing versus emotionele participatie) en de natuurwerkelijkheid (de primitieve versus de pastorale natuur). Bij elk van die thema's wil ik naar een eigen uitwerking toe die m.i. meer de christelijk theocentrische traditie vertolken, en direct gevolgen heeft voor de ethiek - hoe te handelen. Ik kan hier slechts de thema's aanduiden die om een verdere uitwerking vragen.
3.1. Cruciaal creationisme
Het probleem van antropocentrisme versus ecocentrisme zit in de mens. Hij gedraagt zich als heer en meester en ziet zichzelf als centrum van de wereld. Het is terecht dat seculiere mensen oplopen tegen het 'arrogante humanisme' van ons moderne mensen die nauwelijks nog open staan voor de dieren, planten, water, rotsen en de luchten. Maar de crux moet dan gezocht worden in de mens zelf. Niet in 'afgeleide' zaken. Vanuit de christelijke traditie moet doorgestoten worden naar de arrogantie van de mens die zich staande houdt met allerlei 'eer' en 'zelfrechtvaardings'praktijken. Ontmasker deze mentaliteit en karaktermisvormingen. Iemand als Pascal heeft al heel vroeg en heel scherp vele van onze modern menselijke misvormingen bloot gelegd en beschreven.27 Cruciaal creationisme geeft aan dat het werkelijk zicht op de mens in de schepping, maar ook van de natuur vanuit het Kruis zichtbaar wordt28. De arrogante mens moet aan het kruis - dood- afgebroken- opdat er een nieuwe 'open' mens ontstaat (Romeinenbrief/ Brief aan de Galaten). Een mens, getransformeerd door Christus, wordt ontdekt aan zichzelf en aan haar medecreatuur. Hij staat open voor en is transparant tot op God. Voor de ethiek heeft dit cruciaal creationisme grote consequenties. Allereerst dat haar fundament meer-dan-ethisch is namelijk de transformerende relatie met God Zelf in Christus en door Hun Geest. Ten tweede dat de 'deugden' die hier gevormd worden de persoon tot op het bot raken, en niet slechts in 'uitwendige disciplinerende oefeningen' bestaan - hoezeer ze ook met oefening gepaard gaan29. Als voorbeeld richting de natuurethiek kunnen hier de 'tienden' genoemd worden. Dit is een heel praktisch oudtestamentisch principe dat als concrete dankbaarheidsregel voor het nieuwe verbondsleven bepleit kan worden. Maleachi 3:6-12 schetst de lijnen scherp30. In tijden dat het Godsleven zeer onder druk staat, moetje soms weer heel concreet zijn leefregels naleven. En dan wordt het heel principieel geladen: zonder tienden beroven we God, met tienden geven kun je God beproeven, God zal zegen en overvloed geven en de volken zullen je roemen. Ik heb ook de neiging om dit naar vandaag toe ook konkreet te vertalen: de tienden van mijn land besteden aan natuur (10% van gebruik voor akkerranden, natuursloot en poel), de tienden van mijn inkomen besteden aan goede doelen, de tienden van mijn tijd en energie richten op God en Zijn dienstaken enz. Ik ontdek de kracht die hier vanuit gaat, om God zo direct in je leven aanwezig te laten zijn. En de natuur krijgt ruimte: de variatie en wonderlijkheid komen terug! Het is net of de natuur reageert op het openbaar worden van de zonen Gods! (Romeinen 8: 19). Maar het is wel een cruciaal creationisme: ik moet mijn bezitterige begeertes kruisigen!
3.2. Ontvankelijke wijsheid
Wie gevangen zit binnen de oppositie van beheersende kennis en emotionele participatie ervaart het als een doorbraak wanneer hij in de ruimte komt van de Wijsheid. Het is heel goed om wijsheid te contrasteren met het verengde kennisbegrip waarmee wij opgroeien, en met de vage eenheidsmystiek van de romantiek. Van Riessen en later ook Troost hebben vanuit de Reformatorische wijsbegeerte mijn ogen geopend voor de eigen rol van de wijsheid31. Later ben ik ook de wijsheid vanuit de Schriften gaan ontdekken, met name de eigen rol die de Spreukenwijsheid heeft binnen de hele Openbaringsgeschiedenis32. Terecht heeft men daar in onze tijd veel aandacht aan gegeven en dat als een aanvulling en correctie gezien op een al te 'uit de hemel vallend' openbaringsgebeuren. Ik wijs hier op de ontwikkelingsgang van de oud testamenticus Von Rad die in zijn boek Weisheit aandacht vroeg voor dit alledaagse en zeer humane verstaan van aarde en hemel,planten, dieren, mensen en geschiedenis33. In de Bijbel wordt de wijsheid genoemd van de omringende volken, maar dat Salomo wijzer was dan hen allen. I koningen 4: 33 : "Hij (Salomo) sprak over de bomen, van de ceder op de Libanon af tot de hysop toe, die aan de muur uitschiet; hij sprak ook over het vee, het gevogelte, het kruipend gedierte en de vissen." Merkwaardig: Salomo had de natuur zeer scherp in het vizier en de spreukenverzamelingen wijzen daarop, ook de niet in de Bijbel opgenomen uitspraken. Wie goed over de wijsheid nadenkt, ontdekt karakteristieken van ontvankelijkheid, gevoeligheid, opmerkzaamheid, vernuft, betrokkenheid, bezonnenheid, praktisch, doortastendheid, complexiteit, raadselachtigheid enzovoort34. Kennis en emotie hebben hun plek binnen de wijze. De wijze staat ook tegenover de dwaze verkrampte mens. Hij kan ontspannen lachen en spotten met dat dwaze gedoe35. Heel wat milieudiscussies zijn dwaze vertoningen en het is goed soms te lachen om 'dwaze' mensen die zich verkrampt vastbijten in een natuurideologie. Tegelijk ook om ironisch te spotten met 'dure heren' die een groen milieusausje over hun economischtechnologische krentenpap gieten. Voor de ethiek heeft ook deze invalshoek boeiende konsekwenties. De huidige ethiek wordt gestempeld door de abstracte regelethiek van Kant of het platvloerse utilisme vanuit Engeland/Amerika. Ook hier gelden vaak simplistische principes die tot schijnoplossingen leiden. Het onbehagen met deze vormen van ethiek is groeiende. Hub Zwart uit Nijmegen heeft dat heel scherp verwoord36. Nu is er momenteel een herleving van de deugdethiek waarin het wijze, praktische oordeel centraal staat. Dat wordt herleidt tot Aristoteles, maar hij is woordvoerder van een veel bredere wijsheidstraditie van het oude Oosten, waar ook onze Bijbel zijn wortels heeft. Het gaat er nu om in een specifieke situatie (een casus) veel informatie van wetenschappelijke en sociale betekenis te wegen en te balanceren met de behoeften en wensen van mensen en ecosystemen. De wijze die hierin goede antwoorden geeft, heeft grote invloed. De bijbel zegt al: een wijze oude man is voor een stad beter dan een koning. En deze wet geldt nu ook nog.
Wie de fijngevoeligheid van deze afwegingen ziet, zal er voor open staan dat de lijfspreuk van de wijsheid in de Bijbel is: de vreze des Heren is het begin van de wijsheid37. Het is dit beginsel dat in onze tijd weer grote actualiteit krijgt.
3.3. Transparante natuur
God heeft een eigen relatie met de natuur. In die natuur is dan ook Gods eigen betrokkenheid op te merken. Calvijn noemt de natuurlijke zichtbare wereld programmatisch "theatrum gloriae Dei" . Dat is meer dan alleen de Schouwburg tegen de achtergrond waarvan het drama van het Goddelijke handelen zich afspeelt. Nee, het is zelf deel van het drama. Voor Calvijn wordt de transparantie -evidentie: het zich opdringende machtige gebeuren ( "gedwongen Hem te aanschouwen", "de onmetelijke kracht van zijn schittering" Institutie I, 5, l)38. Dit sluit aan bij het Bijbelse spreken over de heerlijkheid, de glans, de schittering van Godswerkelijkheid in de schepping (kabood, doxa). Zie Psalm 8, Job 38 e.v., de Profeten, het NT39. Het is verleidelijk om hierop door te borduren. Zeker in het besef van de 'primitieve natuuropvatting' en in het licht van de postmoderne grenservaringen van het 'overschrijden' - de transgressie40. Daarbij wordt opnieuw het besef geraakt dat de natuur een 'medium' is waarin iets of iemand zich kenbaar maakt. Muziek en kleuren zijn het Medium waardoor Iets tot uitdrukking wordt gebracht. Ze verwijzen naar Iets of Iemand die daar echter niet in opgaat - de Leegte, een Kracht, een Principe, een Idee...... In de postmoderne beleving is er ontvankelijkheid gekomen voor 'de betovering' de 'reenchantment of the world', het 'nieuwe Heilige' (Morris Berman, Gregory Bateson, Ko van der Wal e.a.). Het voert te ver om dit thema voor de natuurbeleving uit te werken. We krijgen hier zicht op de nieuwe heidense post-christelijke natuurrites en oergevoelens die hier opnieuw baan breken41. Voor een theocentrische christelijke natuurvisie ligt hier een zeer boeiend werkveld. Wie God weer ontdekt en daarmee in intieme relatie treedt, ontdekt tegelijk ook weer het grootse en doorluchtige van Zijn Werken. Hier ligt nog een erfenis van K.Schilder uit zijn commentaar op de Heidelbergse Catechismus op ontsluiting te wachten. Daarin verbindt hij de sacramentele aanwezigheid van Christus en de Geest in Doop en Avondmaal met Gods Doorluchtige presentie in de natuur en geschiedenis42. Voor Schilder was dat innovatief bezig zijn met de traditie43. Helaas is dit binnen orthodoxe kring nog niet opgepakt, terwijl men binnen de Wereldraad van Kerken opener met deze thema's bezig is44
Voor de ethiek heeft deze transparante ontologie belangrijke consequenties. Als immers in de natuur God Zelf present is45 dan vraagt dat om gebed, gebod en gemeenschap om hier goed mee om te gaan. Gebed: het is van God en Hij geeft het aan ons tot 'gebruik'. Soms moet het teruggegeven worden aan Hem in vasten, rusttijden (sabbat, jubeljaren), feesten en offers. De geboden hebben heilzame maatschappelijke betekenis. En ook de gemeenschap krijgt hierin nieuwe betekenis in de vorm van samenwerkingsverbanden (milieucoöperaties, overheid-bedrijfscovenanten, pacten met consumenten).46 Samengevat: ik wil pleiten voor een transformatie van seculiere natuurdiscussies naar een beleving en reflectie vanuit de eigen christelijke thema's. Antropocentrismeecocentrisme wordt cruciaal creationisme waarbij de mens niet om het Kruis heen kan. Rationalisme versus participatie wordt ontvankelijke wijsheid die veel fijnzinniger beide omvat. En tenslotte primitieve versus arcadische natuur wordt transparante natuur die Gods bemoeienis met de natuur onderkent en beleeft en bereflecteert. Hier ligt een uitdaging om kracht en energie in deze thema's te steken, in plaats van je te laten opslokken door de seculiere onvruchtbare polarisaties. Daarvoor is aansluiting op de eigen traditie een onmisbare voorwaarde, zoals in het begin met een beroep op Habermas, Maclntyre en Taylor is betoogd.47
Ir. Jan Huijgen (1957) heeft het boerenbedrijf De Eemlandhoeve in Bunschoten waar hij zoogkoeien houdt en een ontmoetings- en communicatieruimte heeft. Daarnaast doceert hij aan de Christelijke Agrarische Hogeschool te Dronten in de vakken bedrijfsethiek, sociale filosofie en biotechnologie-ethiek. Zijn adres is: Kerkstraat 2,3751 AR Spakenburg.
Noten:
1. Bewerking van een lezing gehouden voor de Vereniging voor Gereformeerde Studenten uit Delft op 27 februari 1997. De af en toe persoonlijke toonzetting in dit artikel is daarmee te verklaren.
2. J. Huijgen, 'Van cultuurmandaat naar natuurmandaat' in: Beweging 54 (1990) nr.4 : 67-70. Later is deze term verder uitgewerkt in het opstel (met J.Klapwijk) 'Ruimte voor het natuurmandaat' in: Laat niet als dank van natuurmandaat tot milieubeheer, J.Huijgen e.a. Barneveld, 1992 : 15-32.
3. J. Douma in het Nederlands Dagblad en W.H.Velema in het Reformatorisch Dagblad
4. J. van Genderen en W.H.Velema Beknopte Gereformeerde Dogmatiek, Kampen 1992, pag. 348, waar de term ten onrechte wordt toegeschreven aan F.Pansier.
5. Terecht heeft prof. Douma in zijn bespreking gewezen op de goddelijke kwalificatie van onze roeping tot verantwoordelijkheid in de natuur, zoals die in het woord mandaat tot uitdrukking komt. Zie ook D.Bonhoeffer Ethik, München 1956 'Der mandatsbegriff, "Unter "mandat" verstehen wir den konkreten in der Christusoffenbarung begründeten und durch die Schrift bezeugten gottlichen Auftrag, die ermachtigung und legitimierung zur ausrichtung eines bestimmtes gottlichen gebotes, die Verleihung gottlicher autoritat an eine irdische instanz. Unter Mandat ist zugleich die Inanspruchnahme, die beschlagnahme und gestaltung eines bestimmten irdischen bereiches durch dat gottliche Gebot zu verstehen" (222-223). In het introductie artikel in Beweging is de uidrukking natuurmandaat gehanteerd tegenover de natuurmystiek van de Deep ecology beweging en als tegenwicht bij de uitdrukking cultuurmandaat die K.Schilder zo sterk gestempeld heeft. De taalkundige bezwaren tegen de uitdrukking (de 'natuur' heeft geen mandaat) gelden evenzeer voor de uitdrukking cultuurmandaat (de 'cultuur' zelfheeft geen mandaat, maar de dragers van het mandaat hebben verantwoordelijkheid voor de cultuur, evenzo t.o.v. de natuur).
6. Zie J.Huijgen 'Geloofskeuzes vandaag met het oog op morgen' in: Met het oog op morgen, GSVG reader kerkgebonden lidmaatschap maart 1997; J.Huijgen 'Gereformeerde organisaties in een veranderende cultuur' in: H.J.D.Smit e.a. Toekomst voor gereformeerde organisaties, GSEV reeks nr. 31, Barneveld 1994 105-170..
7. Zie zijn hoofdwerk Theorie des kommunikativen handelns Band I en 2 Frankfurt am Mein 1981. Voor de in dit artikel gekozen invalshoek is met name Band 2 hoofdstuk VI van belang ' Zweite Zwischenbetrachtung: system und lebensweit'; voor de 'ressource' functie bij Habermas zie U.Matthiesen Das Dickicht der Lebenswelt und die Theorie des kommunikativen handelns, München z.j. m.n. 65 e.V.
8. Habermas integreert hier bijdragen vanuit de fenomenologie (Husserl), de taalfilosofie (L.Wittgenstein, J.Searle) en de sociologie (G.H.Mead, Th.Luckman). Het boeiende van Habermas is dat hij de kennistheoretische discussie omzet tot een meer sociaal filosofische benadering. Het zou goed zijn als deze 'wending' ook voltrokken zou worden bij H.Dooyeweerd's bijdrage van de 'naïeve ervaring' , die een soortgelijke rol speelt, zie A New Critic o/Theoretical Thought Vol I-I V.
9. A.Maclntyre After virtue, 1981 en fVhose Justice? Which Rationality? 1988 en Ch.Taylor Sources of the Seif Cambridge 1989. Zie voor een uitwerking van het traditiebegrip bij Maclntyre de bijdrage van B.Musschinga 'Universal morality and moral tradition' in: Morality, worldview, and law A.W.Muschenga, B.Voorzanger, A.Soeteman (eds.) Assen 1992 : 65-82.
10. Zie b.v. P.H.A.Frissen De virtuele staat; J.Baudrillard In de schaduw van de zwijgende meerderheden, SUA, Amsterdam 1986; H.van der Loo en W.van Reijgen Paradoxen van modernisering, Couthino, Muiderberg 1990.
11. Een boeiende belichting van dit standaardverhaal geeft S.Toulmin, Kosmopolis, de verborgen agenda van de moderne tijd, Kok, Agora 1990.
12. De boeken van PeterGay The Enlightement, An interpretation, Vol I, II, Londen 1970 laten het samengaan van beide ontwikkelingen vanaf het begin duidelijk zien. In het historische deel van H.Dooyeweerd's A New Critic (Volume I part II) wordt de basisantinomie van het wetenschapsideaal en het persoonlijkheidsideaal eveneens in hun samengaan geschetst.
13 .Zie M.Bergman De terugkeer van de betovering, wetenschap en wereldbeeld, Bert Bakker, Amsterdam, 1986. Ook het werk van G.Bateson werkt in deze richting, zie b.v. Waar engelen zich niet wagen, een kentheorie van het heilige, Amsterdam 1990. Vele natuurvisies die ontwikkeld worden binnen het New Age denken, hebben deze trekken.
14. Voor een overzicht zie H.Oosterling De opstand van het lichaam, over verzet en zelfervaring bij Foucault en Bataille, SUA, Amsterdam 1989.
15. W.Zweers Participeren aan de natuur, Utrecht 1995.
16. Zie de titel van het boek van David Ehrenfeld The arrogance of humanism, Oxford University Press 1981 (paperback, 1978 first published). Vergelijk de opmerking van Devall en Session in Deep ecology, Layton 1985 pag 87: "Ehrenfeld was one of the first major ecologist to systematically look at the worldview from a perspective that is close to deep ecology in that he calls for a biocentric equality position".
17. Althans, volgens vele natuurfilosofen die vaak in het spoor vanNietzsche en Heidegger de hele Westerse theologie- en filosofie geschiedenis ter discussie stellen, zie b.v het overzicht van W.Fox Toward a transpersonal ecology, developing new foundations for environmentalism, Boston, Londen 1990 en N.Everden The natural alien, humankind and environment, Toronto 1986. In Nederland is te wijzen op O.Duintjer en V.Westhoff die in deze lijn staan
18. Zie het overzicht van Fox a.w. 1990, Devall en Session a.w. 1985, M.Tobias et all Deep Ecology, San Diego, California 1985, B. Devall Simple in means, rich in ends, practicing Deep ecology, Layton 1988. Instructief is ook het boek van M.Oelschlaeger The idea of Wilderness, from prehistory tot the age of ecology, Yale University Press, New Haven and London 1991.
19. Zie het bekende werk van P.W.Taylor Respect for nature, a theory of environmental ethics, Princiton University Press, Princeton 1986, vgl G.Maneschijn Geplunderde aarde, getergde hemel, ontwerp voor een christelijke milieuethiek, Baarn 1988 m.n. Hoofdstuk IV.
20. Het is binnen Nederland zelfs binnen overheidsdocumenten en wetgeving opgenomen.
21. Dat komt scherp tot uitdrukking in het recente boek van D. Abram The spelt of the sensuous, perception and language in a more-than-human world, New York 1996.
22. S.Schama Landschap & herinnering, Amsterdam Antwerpen 1995.
23. Zie voorNietzsche's polariteit van Dionysius en Appolinus J.Habermas Der philosophische diskursder moderne, Frankfurt am Mein 1985 m.n. Hoofdstuk IV blz 113 ev.
24. Zie de vertaling van Ida Gerhardt 'Het boerenbedrijf Georgica in Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1985 blz 743 -831.
25. Ch.Taylor a.w., vergelijk ook nog de oudere analyses van Gay a.w. en Dooyeweerd a.w.
26. zie voor de idee van een 'transformationele filosofie' J.Klapwijk 'Antithesis, synthesis, and the idea of transformational philosophy' in Philosophia Reformata 51 (1996) 1,2:138-152. Voor het weer durven denken vanuit eigen thema's en posities zie het inspirerende artikel van A.Plantinga 'Advice to christian philosophers' opgenomen in: M.D.Beaty (ed.) Christian Theism and the problems of philosophy Notre Dame 1990. Deze laatste tekst is ook te halen vanaf internet bij de homepage van Alvin Plantinga (http://id-www.ucsb.edu/fscf/library/plantinga/home,htlm)
27. Blaise Pascal Gedachten, Boom, Amsterdam 1997. Zie A.J.Pleisier De mens in het geding. Een kritische vergelijking tussen Pascal en Nietzsche, Zoetermeer 1996. Zie hier ook H.Righart Het einde van Nederland? Kenteringen in politiek, cultuur en milieu Utrecht 1992 die E.van Middelkoop (GPV) citeert in de volgende zin: "milieubeleid moet in een bepaald opzicht verslavingszorg zijn en ons afhelpen van die verengde welvaartsopvatting" ( 135).
28. Zie Landbouw in samenhang, Publicatie van de Groen van Prinsterer Stichting nr 53 Barneveld 1987 Hoofdstuk 4 Uitgangspunten blz 29-40. Theologisch zal deze uitspraak nader gepreciceerd en afgebakend moeten worden b.v. ten opzichte van de visie van A.van de Beek Schepping. De wereld als voorspel voor de eeuwigheid.Baam 1996.
29. Hier kan men de samenhang zien tussen de 'geestelijke groeibeweging' die op dit moment zich voordoet en de calvinistische notie dat de 'eer van God' op alle terreinen van het leven zichtbaar moet worden.
30. "Voorwaar, Ik, de Heere, ben niet veranderd, en gij, kinderen van Jakob, zijt niet veranderd. Van de dagen uwer vaderen af zijt gij afgeweken van mijn inzettingen en hebt ze niet onderhouden. Keert terug tot Mij, dan al Ik tot U terugkeren, zegt de Here der heerscharen. En dan zegt gij: In welk opzicht moeten wij terugkeren?
Mag een mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: waarin beroven wij U? In de tienden en de heffing. Met de vloek zijt gij vervloekt, en Mij berooft gij, gij volk in zijn geheel. Brengt de gehele tiende naar de Voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmee, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten. Dan zal Ik, u ten goede, de afVreter dreigen, opdat hij de vrucht van uw land niet verderve en opdat de wijnstok op het veld voor u niet zonder vrucht zij, zegt de Here der heerscharen. En alle volken zullen u gelukkig prijzen, omdat gij een land van welbehagen zijt, zegt de Here der heerscharen".
31. Zie H.van Riessen Wijsbegeerte, Kampen 1979 (2C druk), A.Troost 'Wijsheid, intuitie en geweten' in: Wetenschap, wijsheid, filosoferen, opstellen aangeboden aan Hendrik van Riessen bij zijn afscheid als hoogleraar in de wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, Assen 1981 red. P.Blokhuis e.a. pag 123-158.
32. Zie de nog steeds handzame studie van J.Kok Salomo 's Spreuken, gerangschikt en verklaard, Kampem 1901 (2 delen), H. von Lips Weisheitliche traditionen im Neuen Testament, 64 Band Wissenschaftliche Monografien zum Alten und Neuen Testament, Neukirchen-Vluyn 1990 e.a.
33. G.von Rad Weisheit in Israel, Neukirchen-Vluyn 1970; zie ook C.Westermann Wurzeln der Weisheit, Gottingen 1990 en R.E. Murphy The tree of life, an exploration of biblical wisdom literature, New York 1992.
34. Zie van Riessen a.w., Troost a.art en voor een verdere analyse R.J. Sternberg e.a. Wisdom, its nature, origins and development, Cambrigde University Press 1990.
35. Zie voor deze nieuwe dimensies binnen de ethische discussie H.Zwart Ethical consensus and the truth of laughter, the structure of moral transformations, Kampen 1996.
36. H.Zwart Ethische consensus in een pluralistische samenleving, de gezondheidsethiek als casus, Amsterdam 1993.
37. Zie voor de fijngevoeligheid waar het op aan komt (Fil 1: 9, Col 1: 9 e.v.) in de ethiek J.Douma Voorbeeld of gebod? Amsterdam 1975 par 4.9 'oefening in fijngevoeligheid'; voor de koppeling van wijsheid en 'de vreze des Heren' J.Becker Gottesfurcht im Alten Testament, Rome 1965 en H. Vreekamp De vreze des Heren, een oorsprongswoord in de systematische theologie, dissertatie Utrecht 1982.
38. J. Calvijn Institutie, Delft z.j; zie C. Link 'Die transparenz der natur für das geheimnis der schopfung' in: Ökologische theologie, perspektiven zur Orientierung Hrsg. G.Altner, Stuttgart 1989 166-195.
39. Zie de natuurverschijnselen die de Godsopenbaring 'begeleiden' B.Stein Der begriff Kebod Jahweh, und seine bedeutungfur die alttestamentliche gotteserkenntnis, Emdsdetten 1939, J.J. Niehaus God at Sinai, covenant and theophany in the Bible and ancient near east, Grand Rapids 1995.
40. Dat veronderstelt dat de Bijbelse wijsheid en de 'vreze des Heren' ons uit de kluisters van modern rationalisme (waar postmodernen terecht aan 'grensoverschrijding doen) en vage New Age mystiekgodendom (waar velen ten arre moede in verzeild raken) kan bevrijden. Voorde specifieke (afschuwelijke!) transgressie ervaring binnen het postmodernisme zie G.Bataille De innerlijke ervaring, Hilversum 1989 met de toelichting ervan door L.ten Kate De lege plaats, revoltes tegen het instrumentele leven in Bataille's atheologie, Kampen 1994.
41. In de leefexperimenten van veel hedendaagse mensen met drugs, pepmiddelen, occultisme, hekserij, natuurvergoding enz. enz komt dit bruut aan de oppervlakte.
42. K.Schilder Heidelbergsche Catechismus deel III en IV Goes 1950,1951, commentaar op zondag 9 en 10 (scheppingen voorzienigheid), vgl b.v. paragraaf81 "Is 'Hij' dan wel 'iets van Hem' tegenwoordig? IV 148-256. Een diepte peiling van de milieucrisis zal niet om Gods oordelende Tegenwoordigheid heenkunnen, noch om zijn Genezende en Heilzame Tegenwoordigheid.
43. "Onze kerktaal heeft als vrucht van verbreeding van gezicht, en van terugleiding tot verdrongen Schriftinhouden voortgaande reformatie ook in deze broodnodig" a.w. IV 204; voor het innovatief omgaan met de traditie Musschinga a.art.
44. U.Duchrow/G.Liedke Schalom, der schopfung befreiung, den menschen gerechtigkeit, den vólkern /rieden, Stuttgart 1987. Zie voor de koppeling tussen natuur en sacrament de studie van M.Brinkman Schepping en sacrament, een oecumenische studie naar de reikwijdte van het sacrament als heilzaam symbool in een weerbarstige werkelijkheid, Zoetermeer 1991.
45. Hier komt het al zeer precies aan hoe God present is om pantheisme, deisme, en andere vormen van misleidingen te voorkomen, zie K.Schilder a.w. IV , vgl M.Brinkman a.w. 276 noot 569 "Patristic tradition makes a distinction between the ousia (essential being of God) and the energeia (operations of God in creation)".
46. Zie voor gebed, gebod en gemeenschap J.Huijgen 'Boeren met schone handen. Over duurzame landbouw' in : W.G.Rietkerk e.a. De schepping in schone handen,GSEV-reeks nr 34 Barneveld 1996 blz 70 - 82.
47. Het is op deze plaats dat de persoon en het werk van J.Douma voor de specifieke vrijgemaakt gereformeerde traditie genoemd mag worden. Met name in zijn dissertatie Algemene genade, uiteenzetting, vergelijking en beoordeling van de opvattingen vanA.Kuyper, K. Schilder en Joh. Calvijn over 'algemene genade' Goes 1972 (2C druk) heeft hij voor mij - en ik denk voor velen met mij- de ruimte van de gereformeerde traditie met betrekking tot de visie op de cultuur, geopend. Zijn openheid tegenover de actuele thema's van de hedendaagse cultuur in zijn ethische studies - waaronder die van de natuurhouden het gesprek vanuit de christelijke overtuiging in onze postmoderne wereld gaande.
De boerderij 'De Eemlandhoeve'in Bunschoten ligt vlak bij de A-l (afslag Amersfoort-Bunschoten) en heeft een opvallende uitstraling. De bedrijfsopzet van 'De Eemlandhoeve' bestaat uit drie onderdelen:
1. er zijn ongeveer 30 zoogkoeien met bloedlijnen vanuit verschillende rassen (Blonde d'Aquitaine, Limousine, Piemontese, Roodbonten) die in een potstal gehuisvest zijn;
2. in het achterland is een agrarische natuurroute aangelegd met sloten die een moeras-drastalud hebben en een poel met een doorloopbrug;
3. er is het 'voorhuis' met ruimtes voor ontmoeting en training op het gebied van duurzaamheidsvraagstukken.
De bedrijfsmissie van 'De Eemlandhoeve' is gericht op het verbeteren van het contact tussen boeren en burgers, en dat vanuit het geloof dat Jezus Christus verzoener en heler is voor de breuken die in ons persoonlijke en maatschappelijke leven geslagen zijn. Op dit moment komen basisschoolgroepen op excursie op het bedrijf en vergaderen weidevogelclubs, boeren, onderwijsmensen en bedrijven in het 'voorhuis'.
Een van de speerpunten waar het bedrijf zich in de toekomst opwil richten is de'groene communicatie' vanuit christelijk perspectief. Daarvoor is het belangrijk om contacten te leggen met betrokkenen die vanuit verschillende invalshoeken met de duurzaamheidsvraagstukken bezig zijn. Op dit moment liggen er al verschillende contacten, terwijl anderen nog moeten worden opgebouwd. In het bijgevoegde schema is de visie op de groene communicatie weergegeven.
Recentelijk is een plan ontwikkeld - het projectplan 'Eemlandschap'- waarbij een toeristische route, een tweetal innovatieve bedrijfsplannen, -waaronder 'de Eemlandhoeve'- en een service-cooperatie zijn samengebracht. Met de service-cooperatie wordt getracht een oude samenwerkingsvorm tussen agrarische ondernemers nieuw leven in te blazen. Dit alles onder de noemer van de tweede generatie plattelandsvernieuwing. De verschillende lijnen worden zo bij elkaar gebracht in een concreet project dat ingediend wordt bij het Ministerie van Landbouw. Het bedrijf situeert zich daarmee midden in het huidige maatschappelijke krachtenveld en dat vanuit de specifiek christelijke overtuiging. Cultuurmandaat en natuurmandaat geintegreerd in de leefpraktijk van alledag!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1997
Radix | 64 Pagina's