Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PREDIKANTSTRACTEMENTEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PREDIKANTSTRACTEMENTEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe jamimer eigenlijfej onl te moeten schrijven over predücantstraGtemienten. Gaarne zou men zich hier willen losinafen van de werkelijkheid en zich. een predikant' denken, vrij' van d& stoffelijke behoeften.

Maar dat kan nu eenmaal niet. Een predikant heeft ook stoffelijke-behoeften, moet eten, wonen, zich kleeden, heeft beboefte aan lectuur van tijdschriften en couranten, moet stuidieboeken kannen gebruiken. Een de& l van het-'kerkgaand publiek v^n onzen tijld vraagt van hem liclit over allerlei quaesties, politieke heden : ten dage. minder weiliclit dan sociale, wil gaarne als predikant een man ras. ontwikkeliing op het gobiod der kunst, ioen man van zfekere letterkundige belezenheid.

Hoe meer de predikant voor zichzelven het „humani nil ame alenum putoi" realiseert, hoe beter predikant hij' is.

Maar 'dan idient hij' ook te hebben wat hij voor zijn levensonderhoud behoeft. Hoe kunnen we nu bij benaderiin, g komen tot het vaststellen van hetgeen voor het levensonderhouid noodig is?

Daar het predikantsambt ©en geesielijk karakter heeft, moeten wij ter zfjide stellen loon-bepalende factoren, die 'in 't economisch leven maatgevend zijn. Bezoldiging inaar praiestatie is uitgesloten, zoowel qualitatief als quanlitatief. De wet van vraag en aanbod blijft buiten rekening. Het Taylorstelsel kan niet woirden toegepast.

Blijft alzoo nog tweeërlei jnaatstaf: de levensbehoefte en de geüjkheid van levenspositie me^t anderen.

Deze beide willen we bespreken. In de eerste plaats de levensbehoefte. Dit is een mloeibjk punt, wajiit wie zal zeggen waarmede iemand toekan, wat iemand noodig heeft om door 't leven te komen zonder zorgen?

Een objeotief criterium ontbreekt. Onlangs las ik' in het Weekblad voor gymnasiaal en mididelbaar onderwijs een becijferipig vajn een leeraar, die tot het resultaat kW, a)m, dat hij voor zioh, zijn vrouw en twee kinderen (11 en 8 jaar) en d© dienstboidie per dag alleen voor voeding noodig had f7.—, dat is dus f2555.— per jaar, en hij cioncludeerf.e 'dat met een traotement vain f8000 niets extra's kon geschieden. Als dit leen algemeen opgaanid© maatstai was, zöu het er, voor onze predikanten niet alleen, al heel bedroefd uitzien. Maar misschieia heeft deze leeraar geen Izeer zninigeia aanleg. Het is toch ontegenzeggelijk waar, dat met overleg etn voorzichtig huishouidelljk' 'beheer de een met hetzelfde geld veel meer Pcan doen dain een anidjer. Er is natuurlijk een minimum levensbeboefbe, waar men vooral in de'zen tijd, nu zopvel© eerst© lewensbenoodigdheden zoo hoog in prijis zijn, onmoigelijk onder kan gaan. Maar wat Üit noodzakelijk minimum is, kan niet in oijfea-s worden uitgedrukt. Het is veelszins een quaestie van geheel individueelen aard.

Een beteren Imaatstaf geeft de levenspositie. In het lalgemeen kan worden uitgemaakt tot welken levenskrimg 'een predikant moet geacht woa"d©n te behooren ien met wie bij op één lijn kan worden gesteld, wat ld© standaaaid van zijln levensonderhoud betreft.

De gesitudeepde istand, waartoe de predikant behoort, heeft zeker© eisohen van woning, kleeding en algemeene levenspositie. En dan mag, wat dezen stand betreft, de predikant in de groote stad op één lijn worden gesteld met b.v. den reator van een gymnasium, den directeur van leen hoogere burgerschool en den hoofdambtenaar. Het tractement, . dat deze genieten, kan dus aangenomen worden als maatgevend. Of dit •met bet oog op de huidige levensbenoodigdheden voldoende is, blijve thans buiten beoordeeling. 'WG feuogen echter dezen maatstaf als objectief juist aannemen.

De moeilijkheden 'zijn hiermede echter n.i©t opgelost. Want slechts enlcele onzer predikanten staan in groote 'steden, waar deze maatstaf kan geacht worden te 'gelden en... kan worden gereialiseerd.

Veel meer bezwaar l©vert de tracbementsquaestie ten plattelaaide ien in de kleiner© steden. In de kleinere steden is de gemteente vaak in het geheel niet bij' machte ©en — , al is het dan naar evenredigheid verlaagd — tractem^ent te betalen, waaneer men op bet voorbeeld der Rijksregeling een percentage voor 'lagere gemeente-klasse aftrekt. Deze regeling stelt 'voor aftrek' een perqeintaig© van 4 pet. voor de 'gemeenten tweed© Idaisse en van 8 pot. voor die der deride klasse. Deze aftrek vindt (liet algemeenen bij'val. De boven, 'genoemd© leeraar sprak in zijb. 'stuk in het mede vei-inielde weekblad van „de 8 proeents-vloek". Dit drukt — hoewel misschien ietwat 'siterk .gcacoOiituèerd — zeker misnoegen uit 'over het aanvaarden van ©en verschilleaden m'aatstaf, inaar gelang van den aard der woonplaats. Zeker is, dat niet altij'd opgaat, dat een kleinere gemeente ook een goedkooper leven mogelijk maakt. En we mogen dan ook ongetwijfeld met deernis denken aan d© ontberingen van velen, voor wie we toch een bestaan zonder bange zorgen , als léen eisch voor een opgewekte vervulling humier schoone roeping .moieten stellen.

Niet het minst geldt dit voor het platteland. (reen verkeer t© hebben met ben, die op ee'n gelijk eultuurpeil staan, zal in zeker opzicht een gemis zijn. Hoeveel moeilijkheden levert d© opvoeding der kinderen. En dan het tracitement. D© dorpsnotabelen zijn den predikaint in inkomsten verre vooruit. Het hoofd der school geniet een hooger wedde. Helaas, d© bronnen zijn er niet onl het salaris op te voeren. Of — wat erger is — d© gemeente staat er niet-begrij'pend, somfe 'ongevoelig tegenover. Zoo wordt er in stilte geleden; veel levensviieugde derven zij', die toch ook voor moeten gaan in het beleven, van het wooi-d der Heilige Schrift: „Verblijdt ü te aller tijd". Pijnlijk toch voorwaar is het, te moeten afhangen van de !gunst der menseben, die Zondag aan Zonida, g beoordeelen of het preeken wel zoo is, dat ^ij! hun gave voor den kerkedienst en het onderbouid der predikanten met li©ld© offeren kunnen. D© predikant kan dan bezwaarlijk de gemeente opwekken tot milde bij|dr, ag©n, zond©r het grievend gevoel ©en „oratio pro donioi" te houden.

Toch is bet ©en hoog belang, ©en belang voor de zaak van Gods lioniinkrijk van veel beteeikenis, dat onze predikanten-stand ook in levenspositie een plaats der eer© inneemt. En het is no; odza!kfelijfc, dat 'in onzi© k©rk©lijk6 samenleving daarop veel meer de nadruk! wordt gelegd. Zoodoende zal 'de publieke opini© krachtiger doorw©rken en ©rtoe leiden met lieM© en ijver voor des Heeren ïöerk d© oplossing 'te zoeken van d© moeilijkheden.

Ook met het oog op de toekomst is h©t noodzakelijfc voorzaeniag te vinden 'in het levensonderhoud onzer predikanten. Want het gevaar is niet uitgesloten, dat jong© lieden worden teruggehouden van het zicb 'wijden aan bet predücambt, w, anneer zij weten dat bun dit een leven van zorgen voorbereidt.

Vooral doet zi'Ch dit voor bij' jong© mannen uit beter levenspoisitie. Onz© tijd drijft veelal naar het tecbiiische', en bet materieel© is bij' d© keuz© van een levensroeping van toenemend gewicht. Dit geldt ook voor d© ouders, dis zicb voor d© vraag stellen: mag ik mijn zoon laten opleiden voor een werkkring, waarin hem' een leven van ontbering wacht ? Uit het geloof is dit niet. Wanneer er een geringer aantal jongelingen 'd© theologische studiën kiest, zal dit bok wel liggen aan de ouders. Zijn er ook, die zicb 'geroepen achten ©en buimea-zonen den Heer© te wijden vooi' .Zijn dienst? Zijn Elkana |en Hanna velen ten voorbeeld?

Maar dan moet ook harerzijds 'de gemeente' den drang gevoelen voor bet leven 'der prejdikanten bet hunne te offeren.

We mogen niet ^wachten 'tot de nood aan d©n man komt, maar w© moeten zoeken naar de best© middelen om bet mogelijk te maken voor de Kerk dienaren t© krij'gen, die in hun geestelijk ambt (3©n levensbestaan vinden, los van de belemmering fler stoffelijke zorgen.

We mogen niet van anderen opofferingen vergen, die we zelve ons niet getroosten. We vragen yeel van den predikant. Maar maken we bet hem' wel m'Ogelijk t© bieden wat we van bem vragen?

Het is ongeoorloofd van den predikiant te eischen, dat hij uit het geloof zal leven, en niet tevens ; te zorgen, dat zijn .geloof door onzen steun wordt verwezenlijkt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

PREDIKANTSTRACTEMENTEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's