Opleiding tot het predikambt.

Geachte Redactie,

Verzoeke beleefd het volgende in „De Reformatie" te - willen opnemen. Bij voorbaat dank.

Het is altijd een verblijdend teeken wanneer jongelingen de begeerte 'uiten izich voor het predikambt te bekwamen.

Verblijdend voor de leden der kerk, maar niet het minst verblijdend voor de ouders wien het, na biddend onderzoek, duidelijk is geworden, dat hun zo.on in dien weg de bizo-ndere gunst zijns Gods mag gemeten en zich, naar de innigste begeerte zijns haiten, mag - wijden • aan de grootm-aking van - Gods Naam eU de uitbreiding, van Zijn Koninkrijk.

Heerlijk wanneer deze jiongelingen de begeerte om predikant te worden bevredigd mogen zien. Onder de broeders en zusters mogen zij zich alsdan in eene groote belangstelling verheugen.

Nu zijn er ook jongelingen, die in hun pogen om zich voor het predikambt te bekwamen, weinig of .geen belangstelling kunnen - vinden.

Wie heeft nimmer de klaagtonen dezer jongelingen beluisterd? Het zijn .deze jongelui bij wie de lust tot het, predikambt eerst op tateren leeftijd tot uiting kwam, doch die wegens gebrek aan de noodige middelen niet in staat waren de begeerde studie aan te vangen.

Ook schijnt het voor d-eze jongelingen' niet mogelijk te z.ijn ten fco.ste van eene Beurs opgeleid te worden, omdat .ze eene gymn^asiumopleiding mis: gen en daardoor de kerken te duur zouden komen.

Daarom wordt, helaas, om bovenstaande redenen, maar al te weinig naar de begeerte van die jongelingen een nader onderzoek ingesteld.

Wanneer Giod die begeerte in het hart heeft gewerkt of niet, het blijft om 't even, want opleiding is nu ten eenenmale toch niet mogelijk'. Iedereen gevoelt, hier hapert iets. Alle in de gemeente aanwezige krachten behooren actief te zijn. Als levende leden van de kerk van Christus hebben we werkzaam te zijn en voordeel te .Zioeken voor de dingen van Gods Koninkrijk en die krachten te , benutten welke met eene algeheele overgegevenheid des harten de vurige begeerte koesteren om .zich eenmaal van ganscher harte aan het predikambt te wijden.

Wij mogen ons niet, ten koste van geestelijk voordeel, te veel door het stoffelijke laten innemen, want dan , zal, tot schade van de eere Gods, Satan zijn invloed in onze 'kerken meer en meer doen gelden.

En daarom zou ik - willen vrag: en: „mag men nü ziulke jongelingen wel aan hun lot overlaten? " Ik geloof neen. En wanneer er direct geen weg voor open staa.t, behoort die gezocht te worden. Mij dunkt de mogelijkheid om dien weg te - vinden is niet uitgesloten.

Door het oprichten van een cursus (desnoods schiifte-Igk) .aou m.i. wel zooveel te bereiken zijn, dat men als noodmaatregel het grondig volgen van aoo'n cursus , voor de gymnasiumopleiding in de plaats zou kunnen, stellen.

Hoewel z^ulk een cursus m.i. wel op een zoodanig peil gebracht kan worden, dat hij boven eene gymnasiumopleiding te verkiezen zou zijn, omdat eene dergelijke cursus rechtstreeks op izijn doel aanstuurt, is de doormij bedoelde opleiding niet zoO' hoog gedacht. Ze zou - binrien het bereik der hulpbehoevende jongelingen moeten blijven. Om tot dezen cursu'S. toegelaten te worden izou aan bepaalde eischen moeten worden voldaan.

Vervolgens zou door eene daartoe ingestelde commissie van onderzoek 'uitgemaakt kunnen worden op welke wijze daarna de geheele opleiding voltooid zou moeten worden'. Alsdan zou wel voldoende blijken wie .zich voor het gewone predilcantsexamen zou mogen bekwamen en wie, na verdere opleiding, b.v. in 'den .zin van art. 8 der Kerkeniordening en dan uitsluitend ten behoeve van Evangielisatieposten, tot het predikambt •ziou kunnen worden toegelaten.

Nu zijn er wellicht predikanten die zegigen: e 'gem.eenten .zijn nog niet in staat een behoorlijk salaris voor hunne predikanten op te 'brengen, hoe aouden .ze nu zulke jioagelingen 'kunnen helpen? Het eenige middel daartoe is:3e oorzaalc van deze machteloosheid op je sporen en middelen tot herstel aan te wenden. GeMckig is hier en daar wel eene gunstige ' keering te bespeuren, ma.ar toch laan niet gp.zegd - worden, dat de waardeering voor het predikambt over 't algemeen is .zoioals die wezen moet. De salarieering van den predikant levert daarvoor het bewijs. En j'uist die geringe waardeering: oor het predikambt is mede oorzaak waaj-door aan meergenoemde hulpbehoevende jongelingen niet .de vereischte aandiacht, wordt gpschonken.

De gemeenten zullen door den drang der noodzakelijkheid eindelijk toch moeten inzien, dat aan de uitbreiding van het aantal predikanten gewerkt moet worden, ook door opleiding der hulpbehoevende jongelingen, opdat weer aooveel mogelijk in het groote tekort aan predikanten-kan worden voorzien.

K. DEKKER.

[Het beste bereikt men dit doel door de bestaande Studiefondsen .zóó te steunen, dat ook zij, die op rijperen leeftijd gekomen aijn en werkelijk gaven en begeerte hebben, daaa'uit de noodige toelagen kunnen ontvangen. Het zou evenwel niet wenschelijk zijn de eischen voor het predikambt lager te stellen.

REDACTIE.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen