Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog eens: Wijziging van het Kerkgezang.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog eens: Wijziging van het Kerkgezang.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op tonen van gelijken duur kan rhythmisch worden gezongen, terwijl omigekeerd bij ver doorgevoerde maatvierdeeling het „levende" r'hythme zoek kan wezen. Hieruit volgt, dat bij wijziging van ons kerkgezang, in hoofdzaak gelet wordt ppi de maatindeeJing.

Bij de algemeene qipvatïing van „rhythmisch zingen" sluit. zich het nauwst aan 'de definitie van Hugo Riemann in zijn muzieklexicon, waar hij onder rhythme „in engeren zin" verstaat: „de onderscheiding van tonen van verschillenden duur in het door tempo len maat biepaalde metrische-verloop, een onderscheiding waardoor een oneindige menigte van afzonderlijkb effecten tot eenvoudige beginselen wordt herleid."

Of er na eventueele verandering dan nog, of dan eerst, .rhythme zal zijn in.den zang, het rijke rhythme dat woorden tot poëzie en tonen tot muziek maakt, zal niet afhangen van di^ yerandeiriing, hoewel deze hierop wel invloed kan hebben.

Waar ik heb getracht aan ite toonen, dat de gangbare uitdrukking „rhythmliscih zingen" een pleonasme is voor wie rhytihme in zijn rijks'Jö muzikale beteekenis kent, zoodat voor hem werkelijk zingen altijd rhythmisch is, terwijl op diezelfde woorden, door wie daarin niet meer voelt dan een verder doorgevoerde of alléén een andere verdeeling van

het mei rum, leeïi wel wat te groiolsclli cacbet wordt gedrutó; is'M ïk' mij thans voor na tei gaan, welke voorgesteld© verbeteringen de voorkeur verdienen. Als zoodanig'wordt aanbevolen: -

I. het zingen in vlugger, temipp ; , , Qp tonen van gelijlken duur. - jSRfeï^iiSS*; ^-

II. terugkeer toil dein oors'pronkelijfon rhythmis, al of niet met wijziging (Die Langiei — Acquoy).

III. eea geheel nieuwe maatverdeeling.

Om' opmerkingen van voo.tvaxiendie geesten over gebrek aan positivitieiil te voorkomen, , wil ik zoo •onbescheiden zijn om inijn' eigen mesning voorop te zetten. Natuurlijk met de aJ"giimenten.

Verandering kan m.i. alleen verbetering zijn, wanneer deze:

1e. praktisch mogelijk is itr korten tijd.

2e. het gezang door den vorm meer 'dan nu bepaalt bij den inlioud. Geiheel nieuwe berijming en toonzeiting blijven, ievenals de gezangenkwestia, vooreerst buiben, bespreking.

Met inachtneming van deze eischen wordt (dan het grootsit mogelijke sucoes bereikt met de meihode onder III genoemid, n.l. een geheel nieuwe maatverdeeling. En wel voor elk vers van eiken psalm.

Practisch zijn hiermee reeds zeer goed geslaagde proeven genomen èn in den huislelijken kring èn in de godsdienstoefening. De hier volgende argumenten zullen ten deele gelden > liqgen de opvatting onder II genoieimd.

1e. Teriecht is opgemerkt, dal de veranderde wijzen vooral op scholen, cateohisatiën, vel-eenigingen, enz. 'behoioren te worden gezongen.

Het pracitisch mogelijk© zal dus in den koristen tijd bereikt worden, wanneer ide algemeene paedagogiische regel wordt in 'toog gehouden: sluit aan bij het bekende.

Een voorbeeld, willekeui'ig. gekozen:

Gezongen moet wordeh Ps 3:3: Ik lag en sliep gerust". Een muzikaal onderwijzer, "die niet gedwongen wordt door zijn psalmboekje, z-al vast niet zingen: k lag en sliep gerust, maar: k lag en sliep gerust. En wat meer zegL: inderen met muzikaal gehoior doetaj het juist zoo. En wat nog meer zie; gt: iat-muzikalen worden haast vanzelf meegenomen. Ook in de keük. Laat de organist zionder nadere afspraak Ps. 17, inzetten op «deze ma, nier: onder dat ze 't merken, worden de menschen meegenomen, want in aansluiting bij het rhyüime, dat builen de kerk aangetroffen wordt en vast in het gehoor ligt van ons, die in 1922 leven, vinden we 't zoo heel natuurlijk.

Daartegeaover staat, dat het oiide rh'ythme met zijn vlugge noten op j, sliep" en „ge", niet-geoefenden ooren allervreemdst aandoet en zeker, wat d© woorden betreft, allervreemdsil is.

2e. Bovenstaand voorbeeld was, zei ik, willekeurig gekozen, en 'tis niet het meest geschikte om gebreken aan te toonen. Al dadelijk hebben we hier echter een, voorbeeld van afwijking van het oorspronkelijk rhythme, waarbij het w o o r d rhythnie van den-eersten regel van alle verzien (vier stuks) be)langrijk grooter overeensJieintaing geeiEl met den muzikalen rhythmus, waardoor aan den tweeden bovengestelden eisch op natuurlijke, dus gemakkelijke wijze, voidaan is.

3e. Ondanks de opmerking, i'dat men vergeet, dat een melodie altoos moet gebruikt wordien voor alle verzen ^an een psalm of zelfs voor meer psalmen, zijn de voorbeelden talrijk, dat er botsing is tusschen muziek en woorden, niet bij enkele verzen, maar óf bij alte, of hij veirreweg het grootste deed. Praotisch blijkt |het zeer wei mogelijk, ieder vers met voior dat vers het meest passende rhythme te doen zingen.

4e. Memand zou, gageven een melodie volgens oorspronkelijk rhythme, Mefrbij iö!s kunnen dich'i©n, dat voor het moderne oor rhythmisclh aandoet. Hoie ongerijmd lijkt het me daarom biji (iien zeer gewonen — helaas somis banaten — gang der woorden een muzikaal rhythme te eischen, dal er cm historische redenen „ingeheid" moet word.en, en op het tijdstip waarop het wordt ingevoerd, allang verouderd is en nergens buiten , dje godsdienstoefening aansluiting - vindt.

Hierbij kotat, dat terwijl vaBtgiehoudein wordt aan het oorspronkelijk ihyÜimie, ^ höt' harmoniseeren in do oud© toonschaal wor|dt prijs: g|e|g©ven. Is dat niet inconsequent ? (Ik vind btestudeering van d|el oorspronkelijke manier van zingen zeer gewensöht en héél nuttig, miaar laten .we dan ook altes in toon houden en er geen grooter mengelmoes van maken dan absoluut onvermijdelijk is. En die studie dan niet in de kerk brengen!)

5e. „Een melodie geldt voor dien heelen psalm, dus moet ook het karakter van de geheele wijs in het oog worden gehouden." Zeer juist, geloof ik. pij verstandige rhythmiseering kan zeer wel het karakter van de melodie behouden blijven en wordt het niet geringe voordeel verkreigen, dat zelfs psalmen, van tien verzen als geheel kunnen worden gezongen, zonder dat 'teientonig klinkt, wat anders ongetwijfeld het gfeval is en een aanleiling te' meer tol zingen in sleur. Zelfs indien de afwisseling vrij sterk is, schijnt me dat ; gaen b'ezwaai', want de inhoud der' enkel© verzen is zoo verschillend, jdat we een, psalm', die als geheel gezongen wordt, moeilijk in stukjes kunnen breken en aan elk, zqo'n onderdeel het ktirakter wiflen laiten van den psalm als geheel. Het beste zo'u zijn een doorloopende melodie, maan waar dat niet gaat, söhijnt mij afzonderlijke acicentu.eering van de twee hfeit minst kwade.

6e. De zelfweirlczaamheid wordt .sterk bevorderd. Hier is een taak voor allen. Goed luisteren naar den onderwijzer, naar dien organist, naat voorlezen en naar spelen, is no'odzaak; -En .h^b resultaai't volgt ' onmiddellijk.

7e. Gevraagd werd. of 't'wel mogelijk' is voor elk vers het rhythme te bepaleïi. Men weies op psalm 119. Nu is dit laatste wel het minste. Als er een dozijn psalmen m'eér in onzen bundel stond, zenden we die zonder morren bewerken. Waai'om psalm 119 dan niet? Zoo heel veel tijd kost 't niet, gezien d© voordeelen idie bereikt wo-rden;

Vanzelf komen we hier op de kweistie.van een eenheidspsalmboek. Op 'toogenblik is 'tin die psalmboeken wereld een chaos van belang. Vierkante noiotjes, in bet ©ene psalmboek even lang, in het ander© rhythmisch. Nu eens in den C-sleutel, id'an. weer in den vioolsleutel. Verder ons gewone müziekschrift. En dat alles met talloo'ze foutten.

8e. 't Zou daarom noodig zijn een psalmboek uit te geven, göschreven in gewon© notien, in de viool-.sleutél, nret de melodie in bijbehoorend' rhythme boven elk vers. Wanne'er een geschikt noten-en lettertype wordt gekozen, ban de plsahn zeer overzichtelijk blijven en wordt het boekje heusch niet te dik. De maerdere kosten wegien wel op' tegen het nut, dat men ©r van heeft.

Ziehier ©ie'nige punten ter overwteiging. Sominigen willen liever, dat alles* bij het oude blijft, dan jlat terugkeer wordt beproefd tot het oorspronkelijke rhylime. Ik vermoed, dat 't bij invoering zoo zou gaan, dat de 'liienschen in di'ö kerk zonden worstelen om meié te komen, maar thuis zidh zouden aanpassen bij den woordrhythmns. Laten we het daarom; den menschen zoo gietaakkelijk' mogelijk maken. Eicn ©nkei© Gatechisatie of school waar de wijzen na voorzingen goed nagedaan worden, zegt zoo weinig. D'O groote meerderheid moet meegesleept. En als 't dan goed blijkt t© gaan, 'dan geeft dat succes nieuwen moed. Indien rhythmiseering van elk vers te kostbaar ziou zijn, zon genoegen genomen moeten worden met een zelfden gang voor den geheelen psalm. In de praktijk zal er dan toch dadelij'k verschil komen. Ineenvloieien van regels e^nz. leiden daar vanzelf toe. Zelf ben ik bezig • deze methode geheel uit ile werken met argumentatie van het rhythme bij elk vens. 'Hierbij komien de voordeelen veel scherper uit, dan wanneer alleen de groo-te lijnen aangegeven woirden, zooals in dit blaid slechts mogelijk' is. Voor op'-en aanmerkingen houd ik mij ten zeerste aanbevolen. D© eorrespondentie moest nog oven onbeantwoiord blijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Nog eens: Wijziging van het Kerkgezang.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's