Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HEMELVAART.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HEMELVAART.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelij'k gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te deelen onder de menseben, ja ook do woderhoorigen om bij U te wonen, o Heorc God! Psalm G8 • 19.

Om bij U te wonen.

Om bij U te wonen, o Heere God.

Wat hgt er in deze woorden uit het opvaart.slied van de ark naar Sion, een rijke troost voor het Israël van den ouden dag. Want wel wordt van de wederspannige vijanden gezegd, dat zij wonen .nullen, waar God woont, maar als die gunst den wederhoorigen ten deel valt, is ze zeker 's Heeren volk beschoren, en voor dat volk is er geen grooter heil dan bij zijn Koning te wonen. Om die woning gaat het ook eigenlijk in Israels geschiedenis. De Heere had dit volk verkoren, om Zijn woonstede te zijn. .In zijn midden wilde Hij zegenend verkeeren. Daar moest de plaats Zijner rust zijn. Daar liet Hij tabernakel en tempel bouwen, en daar is Hij in. de wolfckolom neergekomen tusscheii de Cherubijnen op het verzoendeksel.

Maar ach dat wonen wordt wreed verstoord. In Eli's dagen valt de ark in der Filistijnen hand.

Ikabod — de ark en Israel's eer is weg. Het zichtbaar teeken van Gods tegenwoordig; h9id is er niet meer.

De Heere woont niet in het midden des volks, doch ziet met de, opvoering der ark naar Sion's top wordt het anders. Dan houdt de breuke op, die een tijdlang bestond. Dan neemt de scheiding een einde, die Israel's zonde had veroorzaakt, en als 's Heeren troon op Sion rust, woont God bij Zijn volk en Zijn volk bij Hem, Die als de Heere hen met Zijn genade en verbondsweldaden zegenen w i 1, en als de almachtige God hen' redden en helpen kan.

En wat brengt dit wonen veel zegen mee.

Alle goedheid, die God ons in onze aardsche woning bereidt, verheft zich in dit geestelijk wonen tot veel en veel rijker genade, en wat i's die goedertierenheid veelvuldig! Uw woning is immers die plek, waarop de gemeenschap hoogtij viert, en de wederkeerigheid der liefde tot uiting komt .Daar ontmoet ge elkaar. Daar vereenigt ge u met elkaar aan den disch. Daar is de gemeen schap van het gezin. Daar ontvangt ge degenen met wie uw leven nauw verbonden is, 3n niet alleen komt in de woning het sociale tot zijn rijkste openbaring, niaar ook het individueele het persoonlijke, vindt daar zijn levenssfeer. In uw huis kimt ge u zelf zijn. Daar komt het eigene van uw leven tol zijn recht. Daar behoeft ge u niet altijd te tooien en te sieren, maar kunt ge voor den dag komen, zooals ge zijt, en heel gewoon doen. Daa." treden ook uw gebreken het scherpst aan het licht. want als ge menschen wilt leeren kennen, moet ge hen in hun. huiselijk leven gadeslaan, en hier ziet ge het leven, zooals het werkelijk is. En eindelijk: de woning is ook de plaats der rust. In uw huis rust ge uit van alle vermoeienissen. Daar laint ge den arbeid neerteggen. Daar herwint u'w leven zijn krachten weer. Daar gevoelt ige u ook' veilig, en de rijkste schatten van on^ natuurlijk menschenleven worden in de intimiteit van eigen woning : genoten.

Welnu, dat vindt ge geestelijk, en dan veel rijker, in het wonen bij God.' Wie bij Hem woont geniet met Hem de zalige gemeenschap. Wie bij Hem woont, kan tot Hem komen, zooals hij is en de Heere weet wat maaksel 'wij zijn. Wie bij Hem woont, smaakt de rust der ziel, en is veilig geborgen onder Zijn vleugelen, en die' weelde geeft

God aan Israël. Dat heil daalï ¥^' Sïon - op het volk neer. In die weldaden mogen zelfs weder hnorigen dealen. „Geloofd zij de Heere; dag bij da? overlaadt Hij ons. Die God is onze zaligheid."

Wat Israël kent, is echter slechts schaduw.

Het volle licht gaat op in Jezus Christus.

Hij is opgevaren in. de hoogte.

Hij heeft de gevangenis gevankelijk gevoerd.

Hij heeft gaven genomen, en waartoe heeft uw Heiland dat gedaan? Zeker ook om eigen Middeja.arsglorie, en ook als loon op den lijdensarbeid, dien .Hij ten einde toe heeft verrioht, doch Christus ontvangt den stroom der Geestesgaven niet alleen om Zich er in te verlustigen. Wat Hij doet is immers voor Zijn volk. Wat Hij ontvangt is ook voor Zijn gemeente, en Hij ineemt de gaven om uit te deelen, en ze-uit te storten over de Zijnen.

Tot die gaven behoort ook het wonen.

Wij mogen door Hem bij God wonen.

En dat wonen nu is tweezijdig.

God komt eerst wonen onder ons, want in Christus, Die onder ons heeft gewoond, daalt Hij tot ons neer, en in den Geest, Die de andere Trooste]' is, maakt Hij woning onder Zijn volk. Door dien Geest is Zijn kerk Zijn woonstede. Zij mag zijn de plaats Zijner rust. Zij mag wezen het geestelijk Sion, en ja, iedere ziel, die aan de gaven van Christus deel ontvangt, wordt herschapen tot Zijn - heiligdom. „Zoo iemand Mij liefheeft, heeft uw Heiland gezegd, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken" (Joh 14:23)..

En door die inwoning Gods 'moogt gjij wonen bij Hem.

Door die genade wil Hij; de eeuwige God, u ter woning zijn, en alle weldaden en alle zegeniUigen van de woning, gelijk ik die zooeven noemde, worden uw deel. Gij vindt in die woning de heerlijkste gemeenscihap met Hem. Gij moogt tol Hem komen, zoioals gij zijt, en 'Hij houdt rekening met uw zwakheden. Het eigene van uw leven komt in die woning tot haar volle reciht, en bij Hem smaakt ge rust en zijt ge veilig en vervult uw ziel zich met den vrede, die alle verstand te boven gaat. En al is het dan, dat deze wereld u geen woning biedt; al is het, dat uw aardscho huis afgebroken wordt, de eeuwige God is en blijft u ter woning, want gij kunt zeggen: „Ongerechtige dingen hadden de overhand over mij; maar onze overtredingen, die verzoent Gij. Welgelukzalig is hij, dien Gij verkiest en doet naderen, dat hij wone in Uwe voorhoven; wij zullen verzadigd worden met bet goed van Uw huis, met het heilige van Uw paleis" (Psalm 65: ^ 5).

Wat de mensch eenmaal ift het' Paradijs kende, is op deze aarde nog niet ten volle hersteld, want de volmaakte samenwoning toeft nog. Maar ze komt. Jezus Christus is opgevaren in de hoogte om die gemeenschap voor u in gereedheid te brengen. Uw hart worde daarom niet ontroerd door alle gebrek en onvolmaaktheid hier; gijlieden ge looft in God, gelooft ook in Mij. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zou Ik het u gezegd hebben: k ga heen om u plaats te bereiden: n zoo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zoo kom Ik weder, en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben" (Joh. 14:1—3).

Daar wacht u eeuwige gemeenschap.

Daar ontplooit uw leven zich tot volle heer lijkheid. :

Daar smaakt de volle Sabbatgrust, en o, nog blijdcr verschiet opent zich voor uw oog. Een-Uiaal valt alles weg wat ten deele is. „Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzoo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien henenvaren."

Alzoo 'komen. Zegenend voer Hij op. Zegenend komt Hij weer.

Met al Zijn gaven. Met de volkomen samenwoning, want: Zie, de tabernakel Gods is bij de menscjien, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn" (Openb. 21:3).

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

HEMELVAART.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1922

De Reformatie | 8 Pagina's