Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXVI.

dOOR J. C. RULLMANN.

32. De Heraut, 6 Januari 1871—22 Maart 1872.

Onder nr 20 is reeds medegedeeld, dat Dr Kuyper sinds 8 October 1869 geregeld kerkelijke en politieke opstellen leverde aan De Heraut, die onder redactie van Dr Schwartz stond.

Deze echter stierf plotseling den 25sten Augus tus 1870. En zoo was D'e Heraut nu zonder hoofdredacteur.

In het nummer van 9 September 1870 deelden de uitgevers, de heeren H. D'e Hoogh & Co., mede, dat aanvankelijk pogingen in het werk waren gssteld, om in dit treurig gemis op een waardige wijze te voorzien. Zoodra de uitslag dezer pogingen bekend was, zouden die den Heraut-lezers worden bekend gemaakt.

In het nummer van 7 October d. a. v. plaatsten do uitgevers een bericht, dat er alle hoop bestond om met de intrede van het volgend jaar D'e Heraut op vaster voet te regelen dan dit dusver kon Zoodra de pogingen, hiertoe aangewend, liair volledig beslag gekregen hadden, zouden de uitkomsten dezer bemoeiingen aan het publiek worden medegedeeld. En voorzooveel den overganw'stoestand betrof, waarin het blad gedurende het laatste kwartaal van 1870 zou Mijven verkeeren, waren de uitgevers zoo gelukkig alle bezorgdheid bij hun lezers te kunnen wegnemen door de mededeeling, dat de welbekende K|., van wiens hand reeds zoo vele artikelen door hen waren opgenomen, zich voor dien tijd met de geheele leiding van het blad belast had, zoodat dan ook geen naamletters meer onder zijn artikelen zouden voorkomen.

Eindelijk bracht het numlner van 16 December het volgende nieuws aan de abonnenten:

De voorloopige besprekingen, die na het overlijden van onzen Hoofdredacteur, den diep-betreurden Dr C-Schwartz, over de verdere regeling van „Die Heraut" g; evoerd zijn, hebben ten slotte tot een gewenscht resultaat geleid. Dit resultaat, waarvan bij deze mededeeling aan belanghebbenden geschiedt, bestaat hierin:

lo. dat het weekblad „Dte Heraut", ' thans in eigendom is overgegaan aan eene Vereeniging, die opzettelijk voor de uitgave van dit Blad is opgericht.

2o. dat deze Vereeniging", te beginnen met 1 Januari 1871, de uitgave van „de Heraut" zal voortzetten, onder den titel: „Dte Heraut, weekblad voor vrije Kerk en vrijte School in het vrije Nederland"; motto: „Oranje, Kerk en Vaderland".

3o. dat door deze Vereenigjing tot Hoofdredacteur benoemd is Dr A. Kuyper, predikant te Am-• sterdam.

Amsterdam, 15 Dec. 1870.

De Uitgevers.

Het laatste nununer van den •21sten jaargang. 30 Dec. 1870, bevatte in een keurig hoofdartikel nog een woord van dankhare herinnering aan het zijn en streven van den overleden Hoofdredacteur, Dr 'Schwartz. Hij wordt dan geschetst lo. als de bewerker en leider eener Israëlietis c h e beweging, en 2o. , als de bewerker en leider eener kerkelijke beweging. Over die 'kerkelijke werkzaamheid van Dr Schwartz lezen we hier o-.m.:

Het was alsof hij, na vergeefs zonder de Kerk beproefd te hebben, wat buiten haar niet behoor' [ lijk geschieden kon, gebruikt moest wforden, om haar voor te bereiden en bekwaam te maken tot hetgeen hoofddoel bleef van zijn leven.

Van nu aan is er een wederkeerig verband te bespeuren tusschen de uitbreiding der aanvankelijk gewekte Israëlietische beweging en de allengs ontkiemende kerkelijke.

Schwartz vergadert en vormt zich een gehoor, dat hem' geregeld en jnet toenemende liefde volgt. Hij predikt hun het oude onvervalschte Evangelie en bouwt hen op in hun allerheiligst geloof.

Maar tevens weet hij hun liefde gaande te maken voor het zendingswerk, en al spoedig zijn er onder zijn g, etrouwe vrienden, die belang beginnen te stellen in Israël, en huis en hart en gave ten beste hebben voor bekeerde en in beproevingen verkeerende Joden. Zijne Kerk wordt het middelpunt van wat in de hoofdstad van ons land de Zending op het hart draagt, beide onder Jood en Heiden

Aan de andere zijde echter is het opmerkelijk, dat de beste elementen, die zich onder zijn beademing in dit gehoor vormden, ofschoon schijnbaar zich telkens meer van de nationale kerk verwijderende, juist door hem voor haar als werden afgezonderd en bewaard, om haar later met frissche krachten te komen bezielen.

Werkelijk is het Amsterdamsch Kiescollege, evenals dat van Ouderlingen en Diakenen, op dit oogenblik grootendeels samengesteld uit mannen, die jarenlang hun plaats in de kerk der vaderen ledig lieten staan, om bij den geliefden vreemdeling te vinden, wat hun in eigen kring werd onthouden.

Het schijnbaar onkerkelijk standpunt van Dr Schwartz kwam dus ten bate van de Kerk. Hij streed voor haar, door vaak tegen haar onderdrukking en ontaarding te velde te trekken. Hij bouwde haar op, door af te breken wat niet op haar fundament Was opgetrokken, en verzamelde hare verstrooide leden, door ze oogenschijnlijk van haar al te p cheuren en tijdelijk elders een verblijf te bezorgen.

En hierbij denken we bovenal aan de „Heraut", gelijk ze, oorspronkelijk bestemd om den Joden de Schriften te verklaren en jop den gekomen Messias te wijzen, nu vooral een belangrijke pleitbezorgster aller Christelijke belangen werd Het is niet te veel gezegd, wianneer we beweren, dat onder al onze Christelijke bladen geen ander de dwaling, welken vorm' zij ook aannam en achter welke wetenschappfelijke verschansingen zij zich ook onkwetsbaar waande, zoo getrouw en onverdroten heeft ontmaskerd en bestreden als de „Heraut", onder leiding van haren Redacteur en de hooggewaardeerde medewerking van D[a Costa. Men denke slechts aan de Weemoedig-manlijfce klacht van den laatste, over hetgeen de Leidsche school zich verstoutte te leeren, en aan de onverpoosde polemiek door den eerste tegen .de opkomende en steeds veldwinnende moderne richting, gevoerd.

De aanstaande nieuwe Hoofdredacteur verklaart dan ten slotte, dat hij de taak, dooi Dr Söhwart^ in De Heraut met zooveel talent en hulpe (rods begonnen, hoopt op te nemen in die phase, waarin Schwaxtz haar liet.

En in het eerste nummer van den 22sten jaargang, 6 Januari 1871 vinden we dan van Dï Kuyper's hand een hoofdartikel over „Israel's Koning, het Hoofd der Gemeente", deschoone leus. waaraan De Heraut zijn geboorte dankte, en wier rijke verhevenheid ook in het nieuwe tijdperk van ontwikkeling, - dat de nieuwe redactie met dit nummer intreedt, onveranderlijk de haar bezielende gedachte blijft.

Met vriendelijke vergunning van den heer Thieme, die Nederland door zijn volksuitgave van Da Costa's dichtwerken voor altijd aan zich verplicht heeft, wordt dan nog eens.Da Costa's „Gebed voor De Heraut" onder de oogen der lezers gebracht. Vervolgens teekent de redactie dan in korte trekken hat standpunt, waarop zij zich bij de opening van de tweede reeks van De Heraut, van nu af wenscht te plaatsen.

Ook voortaan dingen we naar geen andere eer dan Heraut voor „Israels Koning, het Hoofd der Tjemeente" te zijn, maar, thans het - wtoord van dien Koning op den feitelrjken toestand toepassend, wenschen we in het hart van Hollands volk de driedubbele leus te schrijven van „een vri| te raaken Kerkeneenvr ij teworstelen School in een vrij te houden Nederland".

Het aanknoopingspunt daartoe zocht de redactie in de-volksconsciëntie.

Op grond der geschiedenis houden we vast aan het driedubbele feit:

lo. dat de Nederlanders vóór de Hervorming een ander nationaal leven hadden dan daarna;

2o. dat de nationale volkszin der Nederlanden na de Hervorming uit die Hervorming zelve geboren is;

en 3o. dat de nieuwe vorming onzer nationaliteit na-de Fransche omwentelingi, verre van voltooid ite zijn, eer mislukt dan geslaagd is te achten.-Ten slotte voegt de redactie er nog dit aan toe:

We werken op tijd.

Niet om den schijn-triomf van het oogenblik, maar om de" eindelijke zegepraal van ons beginsel is het ons te doen.

Al mocht het blijken, dat de scherpe vooropstelling van ons beginsel, velen van Christelgks professie afschrikt, ons kiezersaantal slinken en ons ledental in de Kamer inkrimpen deed, we zullen dat verlies ons voor het oogjenblik getroosten, om in de toekomst te zekerder van de overwinning te zijn.

Het is ons niet de vraag, - wtelken invloed we nu reeds, maar welke macht we over een halve eeuw kunnen uitoefenen; niet hoe weinige mannen we nu hebben, maar hoe velen er uit het jonge geslacht als mannen van ons beginsel zullen opstaan.

We weten geduld te hebben.

We weten, dat de vrucht niet kan geplukt worden, eer de ure van den oogst gekomen is.

Daarom vragen we dan ook hen alleen om steun en hulp, die, met ons op eenzelfden levensVortel 'bloeiend, elke overwinning schandelijk achten, die ten koste van het beginsel moet gekocht worden, en toch zóó aan ons beginsel gelooven, dat ze rflet ons w'eten, dat ook voor dat beginsel eens de ure der overwinning komt.

Dit program van beginselen wordt dan nog nader toegelicht in drie korte artikelen: V r ij e Kerk, Vrije School, Het vrije Nederland.

In „Vrije Kerk" wordt gevraagd als eisch der christelijke consciëntie: Scheiding van den Staat, Autonomie der Gemeenten, Zelfbeheer van d? Kerk.

In „Vrije School" wordt geëischt, dat de School vrij zij van de Kerk en vrij' van den Staat.

En in „Het vrije Nederland" is de leus: Nederland vrij van de Revolutie, vrij van de ültramontanen, vrij van den Veroveraar; en om die leus waarheid te maken wordt erbij gevoegd: Nederland gebonden aan Gods Woord, gebonden aan zijn volkshistorie, gebonden aan zijn volksgeweten. Ook aan het devies: „Oranje, Kerk en Vaderland" werd nog een afzonderlijk artikel gewijd.

Zie over De Heraut, 6 Jan. 1871—22 Maart 1S72 miin: De Doleantie, 2e druk, blz. 2.56— 258; De Heraut, 28 Dec. 1902, en De Standaard, Jubileumnummer 1 April 1922 mijn artikel: „Een eigen Dagblad".

Over Schwartz: Ter Gedachtenis aan Dr Carl Schwartz, Amsterdam, H. De Hoogh & Co., 1871; ook mijn: De Schotsche Zending sk e rk, Amsterdam, H. A. van Bottenburg, 1908.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's