Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Kerk in Hongarije.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde Kerk in Hongarije.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

De predikant (zijn voorbereiding).

De predikant ontvangt zijn opleiding aan een van de vier hoogescholen, die het tegenwoordige Hongarije nog bezit. De officiëele naam van de hoogeschool te Boedapest, waarvan „De Spiegel", 16de Jaargang, No. 42, een zeer duidelijke photo 45 van de voorzijde fgieeft, isBudapestiRef. Theologiai AKademia. Diabrecen, Papa en Sarospatak bezitten elk ook' zulk een hoogeschool. Aan de studie op deze hoogescholen moet voorafgaan een achtjarige leergiang op het gymnasium; het Hebreeuwsch wordt niet op het gymnasium' onderwezen.

Aan de hoogescholen zijn hospitia verbonden. Bijna alle studenten vinden daarin hunne huisvesting. „De Spiegel" van 13 Mei 1922 geeft een zeer duidelijke photo van de binnenplaats van de hoogeschool te Boedapest; men ziet daarop de achtergalerijen van bedoeld hospitium. De Holland; sche commissie gebruikte hier in het midden van vele studenten, professoren en predikanten tijdens de bekende April-conferentie van dit jaar het middagmaal. Één der studenten opende met een kort gebed de tafel. Deze student wordt door de professoren met behulp van den bisschop en den „regent" van het hospitium benoemd. Ik meen, 'dat hij den naam van „senior" draagt. Het is van het hoogste belang, dat zulk een vertegenwoordiger der studenten een vroom en beslist jong^ mensch zij. In de keuze van zulk een senior spreekt zich de geest van de hoogeschool uit. Het mag met ernst worden betwijfeld of bij die keuze wel immer op godzaligheid en beslistheid wordt gelet. Een klein staaltje ten bewijze dat aan de V. U. en de Theol. School een andere geest heerscht, dan aan de hoogeschool te Boedapest, kan men ook hierin zien, dat ik in de corridor en aan de valvas academie as allerlei aankondigingen las van voorstellingen in de schouwburg.

Zulke 'hospitia zijn ook in de gebouwen der andere hoogescholen. Wij bezagen dat te Debrecen van de keukens, kelders, eetzalen, slaapkamers van het personeel tot aan de 'kamers der studenten toe. Te Debrecen zagen de studenten-'kamers er zeer sober doch" rein uit. Twee of drie studenten deelen saimen zulk een kamer, die voorzien is van een goed sdhrijfbureau. met boekenstander, enz. Het dienstpersoneel bestaat uit meisjes; de huishouding staat in Debrecen onder de leiding van een betrekkelijk jong echtpaar, dat op' ons een zeer glinstigen indruk maakte. Daar heerschte reinheid!

De gebouwen dezer hoogescholen herinneren aan betere dagen en zijn buitengewoon ruim gebouwd. Van overbodige luxe is nergens sprake, doch het geheel herinnert aan zeer goede tijden.

Elk der gebouwen bezit een zeer ruime academische gehoorzaal. In de oude gebouwen van Debrecen en Sarospatak waren dit groote zalen met galerijen, orgel enz., die den indruk' maakten van een ruim kerkgebouw.

Nu ik toch reeds iets zeide van deze gebouwen met de hospitia er aan verbonden, kan ik nog wel verder daarvan iets mededeelen; het ^eldt immers het milieu waarin de aanstaande predikanten gedurende vier jaren moeten verkeeren.

Uit alles dan blijkt, dat zij niet op bekrompen schaal zijn ingericht. De omvang van het complex der gebouwen in Debrecen en Sarospatak is gewoon enorm naar onze begrippen. Het gebouw te Boedapest is meer modern ingericht. Wij kunnen ons daarvan in Amsterdam en Kampen geen voorstelling vormen. Het onderschrift in „De Spi» gel" bij de photo zooeven genoemd, wijst ook in die richting. Het is misschien gelukkig te achten dat meerdere van onze hoogleeraren dat alles hebben gezien nu er bouwplannen aanhangig zijn voor onze hoogescholen. De droeve omstandigheden, waaronder de kerken in Hongarije thans leven, gedoogen geen scherts, maar anders zou ik willen raden dat er eens eenige „ag'enten" voor de Vrij© Universiteit en van de Theol. School naar Hongarije moesten gaan om daar eene collecte te houden voor de verbouwing onzer hoogescholen. Men wandelt in die gebouwen door lange, breede gangen en telt vele deuren en op elk dier deoiren staat, wie daar achter zetelt. Ieder der hoogleeraren

en hoogwaai'diglieidsbekleeders heeft zijn kamer, netjes en sober gemeubileerd. In die vertrekken staan boekenkasten, waarin men gansohe rijen van werken telt, rakende het vak van den professor in wiens kamer men zicb bevindt. De rector zetelt ook afzonderlijk in zijn kamer en zoo ieder der mannen met eenige waardigheid bekleed.

Noemde ik u verder den geringen prijs waarvoor de studenten thans inwoning genieten in de hospitia, dan zoudt gij misschien aan een vergissing mijnerzijds denken. Wij genieten In onze kerken zegeningen ongekend rijk en zeer vele, doch bij ons is een zeer groote achterstand wat de gebouwen betreft. Ik weet wel, dat dit te verklaren is uit de historie, die achter ons en achter de gereformeerden aldaar ligt, maar toch meen ik te mogen opmerken, dat indien Amsterdam en Kam'pen de gebouwen mochten bekomen, waarnaar zij uitzien en die zij behoeven, de kerken niet moeten meenen, dat daarbij ook miaar eenige sprake zoude zijn van overbodige weelde. Als de plannen mochten worden uitgevoerd, die ontworpen zijn, dan blijft het gebouw der Theologische School nog slechts een bescheiden gebouw, vergeleken met die der Hongaarsche hooigescholen en hare hospitia. Groote lust zou ik hebben om te trachten u eenig denkbeeld te geven van de inrichting van het nieuwe gymnasium te Debrecen. Dat gaat alle onze verwachtingen te boven! Daarom vergeet bij al uwe sympathie voor de Hongaarsche aangelegenheden to'ch niet onze hoiogescholen! Het zou mij goed doen als ik op bezoek willende gaan bij onze rectores nog eens door ruime gangen mocht gaan en aankloppen aan de deur van de reotorsk a nier of binnen mocht gaan in de cu ra torenkamer.

Nu ik nog steeds schrijf over de gebouwen, die de toekomstige predikant eenige jaren bewoont, wil ik niet vergeten te herinneren aan de machtige bibliotheken, die de drie hooigescholen, die wij bezochten, bezitten. Van die in Boedapest werd reeds door een der onzen geschreven. Echter Debrecen gaat die van Boedapest nog te boven. Zij is de trots van de Academie. Debrecen geniet daarbij het voorrecht, dat haar bibliotheek een geleerden enthousiasten bibliothecaris bezit. Wij kunnen ons geen denkbeeld vormen van de machtige boekenverzameling der hoogeschool. De Hongaren dwepen met hunne historie. Geen wonder! Thans leven zij daaruit meer dan ooit tevoren. De smadelijke vernedering, waarin dit volk is geworpen door een politiek, waarover de geschiedenis eenmiaal gericlxte zal houden, doet voor zijn oog de historie, zoo rijk en glorieus, opdoemen. Geen grooter zegen voor een land dan een roem, rijk verleden, waaraan men zich in het.heden wil opheffen uit diepe vernedering! Van jaar tot jaar zal de liefde tot de historie, die reeds zoo-sterk is, aangroeien en sterker worden. De bibliotheken van Debrecen, Sarospatak en Boedapest, welke laatste als door een wonder ongeschonden is bewaard voor de zucht der bolsjewieken, om alles te vernielen, te rooven en te stelen, zijn machtige tropeeën herinnerende aan een roemrijk verleden, zijn banden iaan de historie, zijn - getuigen van der vaderen kennen en kunnen; ook van der vaderen vroomheid. Deze bibliotheken bergen in zich zeer vele herinneringen, ook aan ons vaderland. Die van Debrecen draagt tevens eenigszins het karakter van een museum. Ook Sarospatak bezit een buitengewoon rijke bibliotheek in een haar passende zaal gevestigd. Ook zij heeft een bibliothecaris, die met liefde van haar spreekt, en met veel kennis van zaken u rondleidt. Echter de hoogeschool is thans te arm om de noodige kosten aan haar verzorging te kunnen besteden.

Diirven wij bij deze machtige boekerijen, van onze beide bibliotheken haast niet te spreken en den vreemdeling niet te leiden in het vertrek, althans waarin de biblioth'eelc van Kampen is geboiigen, wij willen niet vergeten, dat onze historie nog niet oud is, die onzer bibliotheken nog zoo bizonder jong en toch kunnen wij op feiten wijzen, waardoor wij met onze kleine bibliotheken toch weer veel rijker zijn dan de gereformeerden in Hongarije; daar is thans geen geld meer om de nieuwere werken te koopen; die achterstand wordt steeds grooter; onze bibliotheken kunnen althans zich de hoogstnoodige werken nog aanschaffen; zij kunnen dat, neen, daarmede zeg ik te veel, zij zouden het kunnen, als onze kerken beseften hoe noodig het is, dat wij ons tegenwoordig studeerend geslacht een goed verzorgde bibliotheek ter beschikking kurmen stellen en hoe zeer het eisch is, dat wij zulk een bibliotheek ons nageslacht nalaten. Vergun inij, dat ik mij niet kan begrijpen, waarom met alle onze uitgevers, of anders waarom niet alle onze schrijvers, zorgen, dat minstens één exemplaar van hunne uitgaven en van hunne geschriften, niet minstens één jaargang van alle hunne periodieken gebonden of gebrocheerd gratis worden gezonden aan onze Tjeide bibliotheken. Waarom geschiedt dat niet? Hét brengt geenerlei schade mede voor de uitgevers en schrijvers en een niet genoeg te waardeeren voordeel voor onze hoogescholen. Zoo leidde mij wat ik zag en bewonderde in de hoogeschblen der Gereformeerde Kerk van Hongarije terug tot onze hoiogesoholen en deed wenschen en begeerten in mij terugroepen reeds zoolang gekoesterd. ZoO' vinde dan de hand, die de Hongaarsche broeders in zoovele dingen gaarne wil helpen een heerlijke gelegenheid, om niet minder gaarne onze eigene hoogescholen te steunen, opdat die mogen verkrijgen, waarin men zich ginds kan verheugen.

Aan die hoogescholen nu en in de entourage van zulke gebouwen en bibliotheken verblijven de theologische studenten ruim vier jaren. Gedurende dien tijd „passeeren" zij twee examens, waardoor hun de toegang tot het predikambt wordt ontsloten. De meesten der jonge predikanten ontvangen eerst een plaats als hulpprediker; 'ik' mag wel zeggen allen. 'Ook zijn er onder hen, die, door de vele stipendia, die in den loop 'der tijden o.a. uit sympathie met de lijdende Hongaarsche Gereformeerde Kerk schier allerwege gesticht zijn — denk aan het rijke stipendium Bernardinum' te Utrecht — na hun studiën in Hongarije volbracht te "hebben naai' ihet buitenland gaan: naar Duitschland, Zwitserland, Frankrijk, Schotland, Amerika en ons land. In dit verschijnsel schuilt een groot gevaar; daaruit kan en is reeds voortgekomen ook veel goeds. Van Duitschland dreigt het gevaar der neologie. De theologische denkbeelden van vele Düitsche godgeleerden vonden ingang bij hen — en dit waren meestal de uitnemendste jongelui — die aan een of andere universiteit een paar semesters studeerden. Van Zwitserland, Frankrijk en Schotland dreigt verflauwing der grenzen. Utrecht kan ten gloede en ten kwade invloed uitoefenen. Het druk verkeer tusschen onze en de Hongaarsche predikanten; het wederzijdsch logeeren bij elkander; het bezoek van studenten aan onze hoogescholen opent een nieuwe periode en kan rijke zegeningen voor ons en voor hen afwerpen. Men onderschatte dit toch niet! Daar het aantal theologische studenten in Hongarije grooter is dan het aantal predikantsplaatsen, zijn er van overoude tijden steeds zeer veel theologen geweest, die geen gemeente hebben, doch' die godsdienstonderwijs geven op de hoogere en lagere inrichtingen van onderwijs, waaronder ook moeten worden geteld de professoxen in de' christelijke religie en in de geschiedenis aan de gymnasia. Deze is geen noodstand! Integendeel! DOOT de eigenaardige verhouding van school en kerk — dit in ruimen zin genomen — zijn de theologen op die betrekkingen aangewezen.

Aan de hoogescholen bestaat niet de gelegenheid om te promoveeren. Toch dragen velen der predikanten den doctorstitel. Zoo vader en zoon S z a b ó. Deze titel wordt verworven aan een der lands Universiteiten en is geen theologische doctorstitel. Toch kan ook deze laatste titel worden verworven. De onder ox\s reeds goed bekende Csekey, die aan de V. U. t# Amsterdam studeert, stelt zich voor te promoveeren aan de jonge Universiteit van Diebrecen. Dr Aladar Szabó Jr. promoveerde subauspioiis Imperatoris. Hij ontving den diaananten ring van 'Keizer Kar el. Dit kan alleen geschieden op aanvraag. De p'romOvendus vraagt dit aan en dan werd vroeger van regeering'swege nauwkeurig heel den studiegang' van den promovendus nagegaan. Eerst als was gebleken, dat alle examina summa cum laude waren gedaan, ontving de candidaat den „diamanten ring". Dit kan thans nog geschieden sub auspiciis guber nat oris, onder de hooge auspiciën van den goeverneur Horthy.

Ook DT Kalman Kallay, onze eminente vertolker, promoveerde dezen zomer summa cum laude.

Nog kan men zijn professoxaats-examien dolen, waardoor men gerechtigd is om' lessen te geven. DT Pahj-József, die eenigen tijd in Ommen dezen zomer vertoefde, had het plan om' dit examen te doen.

Een volgende maal hoop ik 'te schrijven over het werk van den reformatus lelk'esz.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

De Gereformeerde Kerk in Hongarije.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's