Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXVI.

59. Uit het Woord. Stichtelijke Bijbelstudiën. Derde Bundel. Amsterdam, J. H. Kruyt, 1879.

Deze biundel, die in Januari 1879 verscheen, bestaat uit 5 stukken, zijnde:

I. Wedergeboorte en Be keer ing, overgedrukt uit het Zondagsblad, 26 April—26 JuU 1874.

II. Volmaakbaarheid, uit De Heraut, 17 Maart—4 Aug. '78.

III. Natuurlijke Godskennis, uit het Zondagsblad, 2 Aug.—15 Nov. '74.

IV. Maranatha, uit het Zondagsblad, 22 Nov.—20 Dec. '74.

V. De Wonderen, uit het Zondagsblad, 10 Januari—18 April '75.

Uit het bovenstaande blijkt reeds, dat deze artikelenreeks niet gebundeld werd naar de volgorde, Waarin zij indertijd verschenen waren. De Hera u t artikelen over de Volmaakbaarheid uit '78 staan nu tusschen de andere artikelen.xüt het Zondagsblad van '74 en '75 in.

Erger is lechter, dat de reeks over de W o n d e r e n hier niet compleet werd afgedrukt. In dezen bundel toch bevat ze slechts 13 artikelen, terwijl ha^ax getal in het Zondagsblad 18 bedraagt (23 Mei— 20 Juni '75). De langdurige ziekte van Dr Kuyper was waarschijnlijk oorzaak, dat deze leemte aan zijn aandacht ontsnapte.

Overigens moet ze eiken aandachtigen lezer wel in het oog vallen. Immers, in het eerste artikel onderscheidt Dr Kuyper één wonderkring, die den Vader, een anderen, die den "Zoon, en een derden, die den Heiligen Geest tot eigenlijken Bewerker en middelpunt heeft. En nu blijft de behandeling van deze stof midden in den tweeden wondefkring steken. De sclirijver noemt daar in de reeks won-. deren, die laan Jezus' naam verbonden zijn: lo. het wonder van Jezus' persoon, 2o. de wonderen die aan zijn persoon geschied zijn, en 3o. de wonderen, die hij gedaan heeft o! \doen zal. Maar van dezie laatste wonderen lezen we dan verder niets.

Uit deze ontbrekende , axtikelen doen we daarom hier een greep. In artikel XV lezen we:

Sommigen struikelen er over, dat Jezus wel wonderen deed voor achttien eeuwen; naar luid der profetie ze ook weer doen zal in het einde der dagen; maar ze nu niet doet. Juist da, t „nu niet" wekt hun twijfel.

Toch kon dit anders zijn.

Reeds een eenvoudig opmerken immers van wat er •met ons eigen lichaam gebeurt, zou als hoogst n a t u u r 1 ij k doen voorkomen, wat thans bevreemdt en onnatuurlijk schijnt.

Of valt het te ontkennen, dat ook het leven van ons lichaam bij het begin en bij het einde buitengewone verschijnselen vertoont, terwijl tusschen dat begin en het einde ons eigenlijk leven ligt, dat zonder eenig verschijnsel van 'dien aard stU en kalm voorbijgaat?

Buitengewoon, een wiezenlijik wonder, een door verstand noch rede te verklaren gebeurtenis is zoowel de geboorte aan het begin als de dood aan het einde; na de geboorte levert de eerste ontwikkeling, b.v. in het tanden krijgen en wisselen, in het uitvallen en weer opkomen van het haar, in het verkleuren van het haar en de oogen, .en vooral in het wonderbare groeien zelf, tal van verschijnselen op, die geheel afwijken van den normalen gang; evenzoo treft ons in den ouden dag b.v. het afstompen der zintuigen, het vergrijzen van het haar, het uitvallen der tanden, het kindsch worden, enz. enz.; en daar tusschen ligt het eigenlijke normale leven, waarin onze lengte blijft die ze is, de kleur van haar en oog jaren lang onveranderd meêgaatj en het aan anderen enonszelven toeschijnt, als .ware het ondenkbaar voor ons anders te zijHj dan we ons in die jaren vertoonen.

Dezen regel nu kan men allerwegen in de schepping waarnemen. Buitengewoon is de aanvang des jaars, als in de lente een nieuwe wereld uit den ontdooiden bodem komt gluren; evenzoo bui tengewoon is het einde van het jaar, als et sneeuw geiooverd en ijs gelmnsteld en heel d* natuur met haar doodswade overtogen wordt; maai tusscheri die beide ligt de lange tijd van Mei tot November, waa, rin het schijnt als bleef de natuut wat ze was. Geheel hetzelfde valt op te merken bij de ontwikkeling - van elke plant, van elk dier, schier bij elk natuurverschijnsel. Het kan er niet komen, zich niet openbaren, zijn plaats niet innemen, of er moest iets buitengewoons gebeuren; evenzoo ksi het zijn voleinding niet vinden, zijn besteniminj niet bereiken, noch weggaan na die bereikt te hebben, zonder dat er opnieuw een scliijnbare stoornis i" den gewonen levensgang ontsta; maar tusschen dj^ beide ligt steeds een onveranderlijk en langdunS proces van geleidelijk voortleven, waarbij al b^' buitengewone is afgesneden.

Indien ge dus niet het meetsnoer van menscheliji"' oppervlakkigheid, maar den regel der schepping toepast, moet ge verwachten, dat ook bij het Christendom zich het verschijnsel zal voordoen: Ie. dat het in den aanvang wonderbaar; 2e. wonder-.baar ook in zijn scheiding; en 3e. in d^" tijd die daartusschen ligt gewoon zal zijn.

Van welken aard die wonderbare verschijnselen zijn mogen, doet daarbij niets ter zake. Ze zijn anders bij het jaar dan bij den mensch, anders bij de plant dan bij het di er, en moeten dus ook bij het Christendom wel anders dan-bij die alle zijn; verschijnselen bij dat Christendom als zoodanig passend en voegend; samenhangend met zijn aard en zijn komst in de wereld bevorderend; maar verschijnselen, die onderworpen waren aan dezen gemeenen regel, dat ze er geweest Waren in het begüi, zich aan het einde herhalen, maar inmiddels uitblijven zouden.

En voorts uit artikel XVII:

Ook de Heilige Geest doet wonderen; , wonderen in den meest eigenlijken zin des woords; die wonderen, wier onafgebroken voortduring 's Heeren macht in elke eeuw, in elk land, in elke geestelijke beweging openbaart.

Zelfs van ongeloovige zijde is toegestemd, dat deze wonderen'op geestelijk gebied even onverklaarbaar, mysterieus en aanbiddelijk zijn, als de meer stoffel ij ke wonderen.

Er is een wonder van den Heiligen Geest aanwezig, zoodra en zoo dikwijls de levende God eenig mensch voor zijn instrument gebruikt.

Drieërlei kan deze werking zijn.

De volste en rijkste grijpt plaats, indien de levende God eens voor altijd een schepsel, tot zijn instrument kiest, aanneemt tot zijn kind en nu zijn Geest in hem werken, voor hem. denken, d.i. bidden, en door hem spreken laat. Dit is wedergeboorte.

Een geheel verschillende werking grijpt plaats, indien de Heilige Geest iemand die met het ambt bekleed is, bezigt en gebruikt, om door hem in zijn ambtelijke waardigheid te doen en te werken, wat deze mensch zelf nooit had kunnen doen. Dit is de ambtelijke gave.

En ten slotte is er nog een andere werking des Heiligen Geestes, waarbij God eenig mensch uitkiest, om eenige bijzondere kracht, 't zij voor zoolang hij leeft, 't zij voor een korter tijdvak, door hem aan anderen te openbaren en op anderen te doen werken. Deze pleegt men meer bijzonder de gaven des Heiligen Geestes te noemen.

De schrijver toont dan nader aan, hoe in elk dezer drie het wonder is.

Vreemder nog dan het uitvallen van vier artikelen in dezie reeks over de Wonderen, is het uitblijven van een geheele reeks, die oorspronkelijk toch voor dezen derden bundel a, angekondigd was (zie de advertentie in het Zondagsblad van 1.S Juni 18751) over: Het mystieke Lichaam des Heeren, Zondagsblad 27 Juni—29 Augustus 1875).

Ook hieruit doen we een greep. Het slotartikel eindigt aldus:

Men heeft er ons aan gewend de Kerk of wat der Kerke is als een koude, dorre materie, van geen aanbelang voor onze ziel, als de eere Gods niet rakende, tot een quaestie van scribaten en atteslaüën, van plaatsgelden en secundi, , van stembriefjes en cijfers te verlagen.

Dat blijve zoo niet.

Daar lijdt elk kind van God schade bij.

Dal. is onverantwoord tegenover het opkomend geslacht.

Tot aanwijzigingen komen we in deze Bijbelstudiën niet; slechts dringen we er op aan, dat men deze waarheid onder de oogen zie: Voor dit en het toekomende geslacht is de ontstentenis van een deugdelijke Kerk een onberekenbare schade.

Deugdelijk zal die Kerk dan eerst zijn, indien er geen kinderen Gods dan in haar gewonnen en geboren worden, en de levensgloed van het mystieke Lichaam des Heeren slechts in haar schoot, maar in haar schoot dan ook volheerlijk, door de ziel ervaren wordt.

Blijft zulk een Kerk ons voor altijd onthouden?

We vreezen zoo.

De kinderen Gods in ons vaderland staan gedeeld, gesplitst, gescheiden. Ze lieven, ze minnen, ze verkwikken elkander niet. Soms noemen ze elkaar nog broeders, maar ze voelen niet, dat ze ééns Mans kinderen zijn. De broederlijke liefde is niet gebleven I

Zoo is het met alles.

De prediking mist voor alle dingen de zalving des Heiligen Geestes. Onze leeraars putten zich uit. Ze doen wat ze kunnen. Maar wat de Gemeente hebben moet, krijgt ze niet. Eiken Sabbath moest het Jezus zijn die uitdeelt, en het door zijn leeraars naar de nederzittende schare liet dragen. Maar juist die uitdeeling, die geregelde, die voedende, die allen bereikende uitdeeling blqft achterwege. Er wordt te weinig ontvangen, om waarlijk te kannen geven.

Waartoe meer?

Hoe staat het met onze publieke gebeden? Tast, proeft ge, beluistert ge er den diepen grondtoon van den hart en ziel doorzoekenden Trooster in?

Wat dunkt u van het Sacrament? Van uw Doop, van uw Avondmaal?

Is uw kerkeraad drager van geestelijke macht, door den Koning der Kerk op hem gelegd en daardoor de Gemeente imponeerde, bindende, leidende?

O, leden van het Lichaam onzes Heeren 1 waarom, waarom blijven we in onze geestelijke ellende van den levensgloed des Eeuwigen zoo ver?

Men ziet, het zijn aangrijpende stukken, die in de uitgave van deze reeks Bijbelstudiën verdonkeremaand werden.

Mogen ze bij een herdruk nog eens aan het licht komen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's