Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXXVI.

door J. C. RULLMANN.

Dr Kuyper schreef, in zijn ziel overtuigd te zijn, daf de ethische godgeleerden zich vooralsnog vcor 'God er van bewust waren eerlijktestaan; maar hij was even. vast overtuigd', dat objectief hun standpunt niet meer overeen kwam met hun optreden in de gemeente. Wie b.v. dacht over de Schiift, zooals DT De Visser en andere leerlingen van Dr Valeton Jr, was z.i. objectief niet eerlijk, als hij des Zondags optrad voor de gemeente. Onwetende misleiden ze dan de gemeente, even onwetend als b.v. te zijner tijd Arminius onder de belijdeniswoorden onderschoof, wat nu een ieder, ook onder de Remonstranten, inziet en toestemt, dat niet in de belijdenis stond. Dr Kuyper was er dan ook zéker van, dat, eer we een halve eeuw vei'der waren, de geesteskinderen der ethische richting zouden inzien en erkennen, hoe de jongere ethischen, hoezeer ook volkomen te goeder trouw, toch zichzelven even hard als de gemeente misleidden, zoo dikwijls ze voorgaven, ondanks hun critiek oi> de Schrift, nochtans den Christus naar de Schriften als hun H]eer te belijden.

Zonder zweem of schijn van aarzeling beriep Dr Kuyper zich ten deze op de komende uitspraafe: der historie (nr 183).

En de historie heeft reeds uitspraak gedaan, nog eer men een halve eeuw verder was. Reeds in 1898 vroeg Ds Hulsman: „'s Zondagsmorgens hebben wij geen critiek en Kennen wij geen critiek. En hoe kunnen wij dan in onze studeerfjJamer op den duur deze critiek verdedigen, waarvan de gemeente niet 'mag hooren, omdaf, naar het luidt, 'de Kritische qiiaiestie voor de meesten ontijdig is. Is dit eerlijk? Is dit geoorloofd? Wordt zoodoende de gemeente niet bedrogen? ... Inderdaad dit spraak van Helvetius, die m.i. een treffende waarstandpunt is onhoudbaar. Het vermoordt ons waarheidsgevoel. Men moet kiezen of deelen. Men moet vooruit naar het modernisme en scepticisme of terug n; a; ar den ouden Bijbel".

Nader toonde de redacteur van De Heraut voorts nog aan, dat de jongere ethischen .formeel over, de Schrift bijna evenzoo dachten als de modernen. Let wel, over de Openbairing denken ze anders. Enniemand mocht het Openbaringsbegrip der Jongere ethischen op één lijn stellen met dat der modernen. Zij erkennen wel degelijk de-in-daling en inwerking Gods als factor in de Openbaring. De Schriftkwestie echter, die thans tusschen de gereformeerden en de jongere ethischen aan de orde was, raakte niet de Openbaring, maar de inspiratie en conservatie van het Heilig Boek. Het punt waarop de jongere ethischen ons keer op teer zoo bitter grieven en de gemeente des levenden Gods zoo smartelijk bedroeven, raakt niet de Openbaring, maar de Sahrift. Met een voorbeeld ontleend aan wat de ethische theologen omtrent het boek van den profeet Daniël zeggen, wordt dan aangetoond, dat men den Christus in het aangezicht weerspreekt, en dus Zijn heilige goddelijke persoonlijkheid volstrekt niet ongedeerd laat (nr 184).

Na het zomerreces komt De Heraut op het geschil terug, terloops de dissertatie van den jongen Gunning over de toerekening der zonde besprekende, die de edeler zielen in de gemeente deed schreien bij de pijnlijke ontdekking van wat ook weer onder dien geliefden naam de eerstelinge van den oogst bij het tweede geslacht bleek (nr 193).

Het verleidelijke van de ethische dwaling wordt dan aangetoond in Origenes, de man^ bij wien het eerst de ethische dwaling gestalte aannam. Hij was een christenheid om mee 'te dweepen, en al de ernst en al dé geestelijke veerifeaoht ider oudste kerk is noodig geweest om tegen zulk een „vroom Christen", zulk een „hef kind Gods", en zulk een „teederen broeder" niet alleen openlijk te durven optreden, maar zijn leer ten slotte als dwaalleer te doen verwerpen (nr 194).

De dwalenden nu moet men trachten terecht te brengen. Dit geldt tegenover de ethische ge­meenteleden (nr 195). Maar tegen de ethische gidsen, die de gemeente van de waarheid afvoeren, moet met luider stem worden gewaarschuwd (nr 196). En dat te luider, omdat deze ethische leeraars op den kansel zich zoover mogelijk naai do gemeente over buigen. In geschriften treden ze dan ook anders op d'an op den k[a|nsel. Dit gaat bij' hen zóóver, dat b.v. jongere theologen, die èn het Scheppingsverhaal, èn het verhaal van den zondeval en zooveel meer, volstrekt niet als een verhaal van werkelijk gebeurde feiten, noch ook als ingegeven, maar eenvoudig als letterkundig product van „vrome verzinners onder hoogere invloeden" beschouwen, toch volstrekt niet aarzelen om op den predikstoel van „de Heilige Schrift" als „Gods Woord" te spreken. Zoo wil men voor de gemeente zijn Sahriftkritiek verborgen houden.

Het is dezelfde eisch, dien de Arminianen in 1611 en later aan de Gereformeerden stelden. „Al dit waren punten voor de godgeleerden om in hün samenkomsten te verhandelen, ©n niet geschikt voor de groote schare." iVIaar onze vaderen antwoordden destijds aan de Arminianen wat wiji thans aan de Ethischen ten bescheid gaven: „Dat deze poincten en disputen geenszins afgetrokkene befcoogen, maar wel deuigdelijk de Waarheid Gods aangingen, en dat de gemeente Christi, wel verre van daar buiten te staan, veeleer de hoofdpartij in het geding was, die men, naar recht en billijkheden, niet wel konde passeeren" (nr 197).

Dit alles nu, wat voorafging aan het uitspreken van Dr Kuyper's oratie, maakt ons begrijpelijk, waarom de titel luidde: De hedendaagsche Söhriftcritiek in haxe bedenkelijke strekking voor de Gemeente des levenden Gods.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's