Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boeken-series.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boeken-series.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederlandse he Schrijvers.

II.

In het veertien dagen geleden geplaatste artikel spraken we, naar aanleiding van de serie-uitgave „Nederlandsche Schrijvers", over de beteekenis van zulke collecties in 't algemeen. We zagen toen, dat ze nader tot ons brengen den schat, dien de literatuur bewaart in het werk van vorige gedachten, en dat ze ons de waarde doen beseffen Van het geestelijk kapitaal, dat ons daarin is nagelaten.

Om niet te uitvoerig te worden, moesten we het bij die algemeene qualificatie laten en de bespreking van de afzonderlijke nummers uit deze collectie tot heden laten overstaan. Daarbij herinner ik er nog eens aan, dat het niet m'n bedoeling is over de bewerking der uitgaven, als zoodanig te spreken, maar alleen aan te geven wat in deze serie ons wordt gebracht.

Daar is allereerst de Bom an van de Vier H e e m s fc i n d e r e n, de van 1490 dateerende bewerking van den ouden Frankischen rijmroman Benout van Mgntalbaen, het beroemde verhaal van de vier mlddeleeuwsche helden, typen van het riddergeslacht, dat in de volksboeken van dien tijd ten tooneele verschijnt. Onverschrokken zijn ze en ruw in hun toorn, maar edelmoedig ook', irouw in hun plicht en aanhankelijk in hun liefde. Van. de historiën, rondom de hero'ïsche figuur van Karel den Groote gegroepeerd, is, met de' „Willem van Oringen" en „Karel ende Elegast", dit verhaal van de vier broeders en hun wonder-paard, het ros Beyaard, zeker het bekendste.

Dan is er, uit den tweeden groeten middeleeuwschen romangroep, de z.g. Britsche of Arthur-romans, de B o m a n va n W a 1 e w e i n, vertellend de vele, spannende avonturen van dezen uitnemenden „ridder", om het 'zwevende schaakbord machtig te worden, 't Is deze roman, die Couperus heeft naverteld'-in z'n „Het Zwevende Schaakbord", maar liever dan in diens gemoderniseerden, ietwat verwéek'elijkten vorm, leze men het verhaal in den kernachtiger!, simpel-eenvoudigen 'trant van het oorspronkelijke, zooals dat in de hier geboden uitgave is bewaard. De goede woordver'klaringen van Dr Overdiep, ter zijde van den regel, maken dit mogelijk en makkelijk.

De lectuur van deze beide karakteristieke vertegenwoordigers der oudere letterkunde kan ons een inzicht geven in de mlddeleeuwsche vefihoudingen, leert ons kennen de middeleeuwsche begrippen en hun waardeering, doet ons ook' , zien de cultureele ontwikkeling van die tijden, waar menschen van verschillenden stand en tijd de auteurs ervan zijn, en de eerste roman volkskunst geeft, de tweede meer „hoofsch" is.

De 17e eeuwsche letterkunde is in deze serie geteekend in drie proeven van Vondel's werk. Gezien den grooten rijkdom van productie in de gouden eeuw en 'de soortverscheidenheid, zouden we ook wel iets van andere dichters en prozaïsten

opgenomen willen zien, ' maar "flë serie is blijkbaar nog niet ten einde en waar de volgorde van nummers niet chronologisch is, kan deze wensch te zijner tijd nog wel eens in vervulling gaan. En dan is, Soor het opnemen van drie stukken van Vondel, de be teekenis van diens werk naar waarde geaccentueerd.

Behalve de in vele edities verschenen en dikwijls besproken „'Gijsbrecht van A ems tel", vinden we hier „Jozef in Dothaia" en „Leeuwendalers'' Jozef in Do than is het eerste van drie bijeenhoorende treurspelen, die de geschiedenis van Jozef dramatiseeren, in de drie phasen, waarin Jozef prototype is va, n den Christus, vernedering, strijd, zegepraal. Dit eerste stuk handelt dan over Jozefs vernedering door de gewelddaad van z'n broeders, maar de rei van engelen, die in elk bedrijf weer optreedt, wijst telkens op het hoogere doel van Jozefs lijden. Naast kVa.chtige ha.ndeling ligt in dit treurspel ook een voortdurende symboliek, in overeenstemming met het ontwikkelingsstadium, waarin Vondel's dramatiek stond, toen hij dit stuk componeerde.

„Leeuw en dalers", een herdersspel, is een der fleurigste stukken van Vondel, geschreven ter gelegenheid van de plechtige viering van den Munsterschen vrede. In de moeilijkheid, waarin de eervolle opdracht, zulk een feestspel te vervaardigen, hem bracht, omdat hij, als Roomsche, den tachligjarigen oorlog niet meeï zag als een strijd tegen gewetensdwang, vond Vondel de oplossing van een herdersspel, dat de hereeniging bezingt van de doo't twist gescheiden deelen van Leeuwendaal (= Nederland), de noordelijke en zuidelijke helft. Hij maakte het feest tot èen verbroederingsfeest van iXoord en Zuid en kon daardoor den vroolijken toon treffen, die bij de gelegenheid paste. De lectuur van het stuk is, vooral in de uitgave van deze serie, alleszins aanbevelenswa.ard; er zit evenveel kleur in als klank.

Naast dit nummer van de collectie moet aanstonds genoemd worden het deeltje „Landleven", dat in gedichten en prozafragmenten „een aantal beschrijvingen van en bespiegelingen over het land-en buitenleven" bijeenbrengt. Waar deze stof, bij uitstek nationaal, is verzameld uit alle perioden van onze literatuurhistorie, is het interessante van dit boekje, dat bat duidelijk laat zien, , , hoe eenzelfde onderwerp in verschillende tijden door verschillende menschen (wordt) behandeld". Bij uiterlijke verwantschap' komt daardoor uit het „in-- nerlijfc onderscheid", b.v. tusschen middeleeuwsch werk van Jan van Boendale of het „kerelslied" en 17e eeuwsche gedichten van Huygens, Cats, tusschen de poëzie Van Staring of Potgieter en de visie van modernen als van Looy, Adama; van Scheltema, e.d.

De aandachtige beschouwing Van overeenkomst en verschil brengt hier inderdaad tot de'essentie van literatuurstudie.

Een volgend boekje bevat een bloemlezing „U i t Potgieter's wérk". De . moeilijkheid, die. Po t-gieter's ietwat gedrongen stijl altijd meebrengt, is hier door uitstekende keuze van stukken en korte aanwijzingen ondervangen, terwijl aan de anderen kant het karakteristieke van zijn werk behouden bleef. We vinden fragmenten uit grootere prozageschriften als „het Noorden", naast korte schetsen, die vooral dragers zijn van Potgieter's hationaal-romantiefc-beginsel, en van z'n poëzie zijn enkele gedichtjes uit de bekende „Liedekens van Bontefcoe" opgenomen. Waar het typeerende van Potgieter's inhoud en stijl z'n werk in onzen tijd wat op den achtergrond brengt, is een verzameling als deze bij uitstek geschikt om een indruk van deze literatuur te krijgen, zonder dat men in de vele deelen „Potgieter's werk'en" behoeft te zoeken.

De andere vertegenwoordiger van de 19e eeuwsche literatuur is „Humoristen", een samenvoeging van eenige proza-stukken uit den rijken groep humoristisch-realisme, waarvan de Camera Obscura de meest bekende uiting is. Er is Veel goeds in het werk van deze „realisten", verklaarbaar, waar werkelijkheidszin en gevoel voor humor eigenschappen zijn, die bij onzen volksaard behooren. Dit laatste zal ook de verklaring zijn van het feit, dat de productie van Hasebroek, van Koetsveld, Cremer, Werumeus Buning, Gewin, Haverschmidt veel meer ingang gevonden heeft bij het volk, dan Potgieter's kunst, ofschoon die toch ook bij uitnemendheid nationaal van karakter is, en veel solieder van inhoud. Het deftige, soms zelfs eenigszins stijve, hield de menschen altijd op' eenigen afstand, terwijl juist het gemakkelijke van de realisten hen aantrok.

Dat dus een serie als deze, die een spiegel wil zijn van hetgeen de literatuur heeft opgeleverd, van deze, laat ik' het mogen noemen „volkskunst" ook iets bevat, is zeker juist, en de keuze uit den ruimen overvloed, iets van den ouden heer Smits, van Cremer, van Hildebrand is over 't algemeen ook goed.

Ten slotte zijn er nog een paar deeltjes „G e d i c h-. ten" en een bundel „Verzen". Wel zijn deze verzameld met. het oog op het eerste doel der serie, materiaal te leveren voor het onderwijs, maar ze kunnen toch in veel breeder kring zeer geschikten dienst doen. Er wordt zoo dikwijls gevraagd om gedichten-bundels, die eenvoudige recitatie-stof bevatten, welnu, hier : ^|a-; éi; .A6nkele, samengesteld mét zorg en door korte aantëékenirtgeh' verduidelijkend, wat moeilijk is.

Ziehier dan. in overzicht, wat de serie „Nederlandsche Schrijvers" brengt. Elk deeltje vormt een geheel op zichzelf, met inleiding en aanteek'eningen, zoodaf men naar eigen keuze er uit lezen kan. En nu is na.tuurlijk de eene editie beter dan de andere, maar ieder nummer afzonderlijk is goed.

Belangstellenden in oudere literatuur zij deze serie ter kennismaking aanbevolen.

Nu is „Nederlandsche Schrijvers" op^.dit gebied de eenige collectie niet. Er zijn meerdere series letterkunde-uitgaven, die zeker niet minder verdienstelijk zijn. Ik noem de handige en goedkoope boekjes „Van alle tijden", bewerkt door Kakebeen en Ligthart (üitg. Wolters), die vooral vail middelnederlandsche texten goede edities geven en uitnemend zijn toegelicht;

de „B ibliothee'k van Nederlandsche letterkunde", begonnen door Terwey en voortgezet door J. Koopmans en Prof. de Vooys (eveneens uitg. Wolters), die uit d© 17e eeuw, behalve van Vondel, ook van Hooft en Bredere iets geeft, en van de 18e eeuwsche productie bloemlezingen uit het werk van Van Effen en Wolff-Deken bevat. Ook deze uitgaven zijn goed geannoteerd;

dan' is er de bekende serie „Zwolsche Herdrukken", (uitg. Tjeenk Willink), die nu al over dé , 20 nummers groot is en weer met andere uitgaven komt, van Cats, Langendijk, Asselijn, Bilderdijk, Da Costa, Staring, De Genestet e.a. Deze edities munten vooral uit door volledigheid van het toelichtend materiaal, geven zelfs andere handschrift-lezingen, en soms zeer uitgebreide historische aanteekeningen;

niet vergeten mag worden het „klassiek Letterkundig Pantheon" (uitg. Thieme, Zutfen), die bijna, 40 nummers bevat, ook van minder bekende en toch verdienstelijke auteurs als Camphuyzen, StalpUert v. d. Wielen, Revius, Starter, Simon Stijl, Loosjes. Deze, al oude. serie heeft nog altijd de verdienste, dat de prijs der boekjes (octa.vo-formaat) gering is, in doorsnee niet meer dan f 0.75. En de bewerkingen zijn er niet minder goed om;

ten slotte vermeld ik nog „Meulenhof f's Bibliotheek V a. n N e d e r I a n d s c h e • S c h r ijvers", ook reeds bijna 20 nummers groot, aardige, gecartonneerde boekjes, waaronder ook weer geheel nieuwe uitgaven voorkomen.

, Ik noem al deze collecties ten behoeve van diegenen onder onze lezers, die in de oudere letterkunde belangstellen en ^ weten willen, waar ze moeten zoeken. Als ze eens prospecti aanvragen, krijgen ze een zeer. volledige opga, v.e', waaruit ze naar believen kunnen kiezen.

Terugkomend op wat ik in het vorige artikel over deze materie zeide, herhaal ik, dat het een zeer verblijdend verschijnsel is, dat op' deze wijze het beste vaii onze mooie nationale letterkunde binnen ieders bereik wordt gebracht. Zoo wordt het groote geestelijk kapitaal rendabel ten bate van gansch ons volk, en worden de schatten van het verleden productief voor het nageslacht.

Naschrift. In wiendelijken dank ontving ilc per aangeteekenden Drief f lö voor Alice Nahon. Het bedrag is reeds overgemaakt. Blijkens haar laatsten brief gaat liaai gezondheidstoestand, iets vooruit. Momenteel ondergaat ze een kunst-zonlicht-bchandeling.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Boeken-series.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's