Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wee..... de voornaamsten!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wee..... de voornaamsten!

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amos 6:1.

Heel bekend zijn de woorden van Amos, den ziener: wee den gerusten te Sion en den zekeren op den berg van Samaria!

Maar zijn de dan volgende woorden ook zoo bekend?

Ik waag het te betwyfelen.

Over wie roept de Godsman 'zijn „wee" uit?

Wie zijn deze gerusten te Sion en deze zekeren •op den berg van Samaria?

Het blijkt uit de volgende woorden: die de voornaamste zijn van de eerstelingen) der volken.

Amos' bedreiging geldt dus vooral de voornaamsten des volks, de hoogere standen.

En zoo heeft zijn woord sociale beteekenis.

In Israël lagen de kringen, die wij onderscheiden als staat eii maatschappij, nog veelszins dooreen. In den nieuweren tijd kwam het tot een. scheiding tusschen beide.

En nu heeft met name VOOT het sociale leven Amos' woord iets te zeggen tot de voornaa, msten, tot de vooraanstaande personen in ons gemeenschapsleven.

Men kan met Gods Woord verdedigen, dat er is een christelijke gelijkheid van allen, die één Heer en Zaligmaker als hun Heiland erkennen.

Standen, die tot afstanden zouden leiden en de heilige eenheid der christelijke gemeenschapi zouden schaden, zijn daarom moeilijk verdedigbaar.

Maar geheel natuurlijk en vanzelfspirekend is het, dat er altijd personen en kringen zullen zijn, die meer dan anderen een vooraanstaande plaats zullen innemen.

Laten we ze noemen menschen van hooger en lager levenspositie.

Welnu, dan geeft het dreigwoord van Amos gereede aanleiding om gr op te wijzen hoe ernstig de verantwoordelijkheid is van hen, die een hoogere levenspositie ontvingen, ten opzichte van de gemeenschapi.

Amos geeselt de menschen, die in het versterkte Sion en op het verheven gebergte van Samaria zich veilig wanen tegen eiken aanval.

Hij heeft blijkbaar rijke menschen op 't oog, die liggen op elpenbeenen bedsteden en die weelderig zijn op hunne koetsen; die wijn uit schalen drinken en zich zalven met de vooïtreffelijkste olie, maar zich niet bekommeren over de verbreking van Jozef.

Menschen, die hun kapitaal alleen bestemmen ten bate van zichzelf en'om het koninkrijk Gods zich niet bekommeren,

Menschen, die op - Sion wonen of opi Qerizim thuis behooren en dus tot Israël worden gerekend en dan zóó leven — God laat een wee u! over hen uitroepen.

Maar breeder nog, wanneer wij onze levenspositie alleen ten nutte malcen voor onszelf, terwijl anderen door ons niet gediend worden.

Wanneer wij — en dit geeselt Amós het sterkst — van onzen invloed geen gebruik maken om recht en gerechtigheid te dienen, maar alleen voor ons eigen recht en voor onze eigen positie warm loopen, dan snerpt het: w e e ui des Heeren over ons heen.

De voornaamsten hebben zulk een verantwoordelijke positie. ,

Kwaad, dat eerst in de hoogere standen indringt verbreidt zich vandaar in alle volkslagen.

Weelde van de meer aanzienlijken vindt navolging in de lagere kringen.

Oneerbaarheid in kleeding, in levenswijze, in levenstoon, het wordt in 'de kringen der minder gesitueerden gretig nagevolgd.

Amos noemt het zwelgen van den wijn en het kwinkeleeren op het geklank der luit.

Wij denken voor onzen tijd aan de danswoede, die als een besmettelijke ziekte zich uit de kringen der meer aanzienlijken in de lagere volksklasse heeft verbreid.

Wat hebben hier de voomaamsten, de leidende families, de machtigen door positie, kapitaal of invloed een ontzaglijke verantwoordelijkheid!

Welke harde woorden .geeft de Schrift voor misbruik van al deze gaven!

En vooral als zij wonen te Sion gaat een driedubbel wee u! over hen uit.

Worde het verstaan, ook door hen: Ik wil barmhartigheid en niet offerande.


¹) Onze statenvertaling heelt hier het meervoud, eerstelingen. Maar hier is Israël bedoeld. Het zal dus enkelvoud moeten zijn. Zij is de eerstelinge der volken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Wee..... de voornaamsten!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's