Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. C. RULLMANN.

CXII.

87. Het dreigend Conflict. Memorie vaar de gevolmachtigde commissie uit den Amsterdamsclaen kerkeraad ter voorlichting der gemeente in zake de Attesten, voor de Commissie gesteld. Amsterdam, J. H. Kruyt. 1886.

Thans toe gekomeia aan het kerkelijk conflict, dat tot de doleantie leidde, kimnen we er niet aaaa denken in deze Bibliografie de geschiedenis vaaa dien kerkelijken strijd te gaan verhalen. Dat verhaal zou een apart boekdeel eischen, en is trouwens door ons reeds gegeven in De S t r ij d voor K e r k-herstel en De Doleantie. Hier mogen we daarom volstaan met zuiver bibliografische aanteekeningen.

En dan sta voorop, dat de grondlijnen der latere Doleantie reeds getrokken waren in de Memorie inzake de Aannemingsquaestie, vastgesteld door de Gereformeerde Commissie van Advies op 9 December 1879 en uitgegeven op , 1 Maart 188Ö. Heel de strijd tegen de kerkelijke organisatie werd in dit stuk geopend, o.m. door deze resumptie:

De Commissie ziet dus voor kerkeraden, predikanten en ouderlingen, die aan hunne roeping get]'üuw willen zijn, geene andore gedragslijn, dan dat zij, liefst als k e r k o r a d e n, en waar dit niet kan p €• r s o o 1 ij k voor zich zelve, in de mogendheid des Heeren besluiten en o p e n 1 ij k verklaren:

lo. dat zij, als boven alles geroepen tot gehoorzaanilieid aan Gods Woord, tot handhaving van de belijdenis der Nederlandsche Gereformeerde Kerken en tot getrouwheid aan de bij hunne bevestiging door hen afgelegde belofte, de bepalingen van artt. 38 en .39 van het Synodaal Reglement op het GodsdienstondeiTviJs, gelijk die ten vorigen jare zijn gewijzigd, niet als kerkelijke verordeningen kunnen aannemen;

2o. dat zij niet kunnen medewerken, de kerkeraden, door afvaardiging, en de ouderlingen door hunne tegenwoordigheid, bij aannemingen, die door een predikant geleid worden op den grondslag van de bedoelde nieuwe bepalingen;

en 3o. dat zij, den grondslag dier nieuwe bepalingen verwerpende, bij elke door hen te houden of bij te wonen aanneming; Gods Woord daarvoor in de plaats zullen stellen, en, na zich verzekerd te hebben, dat er tegen het zedelijk gedrag der aannemelingen geene iJezwaren zijn, hunne geloofsbelijdenis beoordeelen zullen naar de op Gods Woord gegronde belijdenis der Gereformeerde Kerken, volgens den Heidelbergschen Catechismus of volgens bet daaruit getrokken Kort Begrip der Cloristelijke religie.

Ten slotte volgde nog deze verklaring:

Steunende op het recht, in allerlei opzicht en alzóó dat ook zelfs tegenstanders het niet geheel miskennen kunnen, mogen en moeten dus opzieners, die aan hunne roeping getrouw willen zijn, tegen de nieuwe bepaling op de aanneming zich verzetten, en de Gereformeerde beginselen daarvoor in de plaats stellen, met aanvaarding van al hetgeen er aan die handelwijze verbonden is. Voor hen is de keuze, ten laatster instantie: Gods Woord of de gebodtu van meuschen. En dan kan het ook niet onzeker zijn, wal zij hebben te kiezen, en wat inderdaad hunne keuze is en blijft. Zij verldaren dan, met de apostelen onzes Heeren, onbewimpeld en met de meeste beslistheid: „Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den menschen." En wanneer dan door de kerkelijke machthebbers straf bedreigd wordt, dan is wederom hun antwoord, gelijk door Petrus en Johannes geantwoord werd op de scherpe dreigingen van het Sanhedrin te Jeruzalem: „Oordeelt gij, of het recht is voor God, ulieden meer te hoorèn dan God."

Aldus de Gereformeea-de Commissie van Advies in haar Memorie van 1879.

En toen het nu, iaa het voorjaar van 1885, te Amsterdam door het wegvallen van enkele miaader besliste ouderlingen, eindelijk spaak liep met de aanneming van jongelieden bij de di'ie overgebleven moderne predikanten, antwoordde de Kerkeraad aao de klagende ouders, in overeenstemming met het bovenstaande:

Dat, waar de eisch der Synodale organisatie hem mei den eisoh van Gods Woord in strijd brengt, de Kerkeraad, als in dienst van God staande, Gode meer gehoorzamen moet dan den menschen.

Verder wordt dan aangetoond, dat dit geval zich hier metterdaad voordeed, waar toch de Synodale organisatie eischt, dat ook niet-belijdende predikanten zouden erkend en hun eensdenkende leerlingen onder medewerking van ouderlingen, als lidmaat zouden bevestigd en ingeschreven worden. Hieruit volgt dus, dat de Kerkeraad alsnu te kiezen had tusschen het verleenen van een medewerking, maar die uitliep op een weerstaan van de bevelen Gods, — en tusschen een weigering van die medewerking, omdat hij Gode niet ongehoorza.am zijn mocht; een keuze die immers geen oogenblik een keuze voor liem zijn kon.

Deze weigering der Amsterdainsche ouderlingen, om tegenwoordig te zijn bij de aanneming van moderne leerlingen, is hun van irenische zijde hoogst kwalijk genomen. Volgens Ds Hogerzeil was dit de fout, welke de gansche zaaik van het Amsterdamsche conflict bedorven heeft. Volgens Dr Vos was dit revolutie. En volgens Dr Bronsveld hadden de in gebreke gebleven ouderlingen tot hun plicht moeten geroepen worden.

Eigenaardig echter, dat er eenige jaren tevoren een oogenblik is geweest, waarop de irenischen welven oordeelden, dat ook hun te doen stond, wat in 1885 de Amsterdamsche Kerkeraad deed, en dat zij toen voornemens waren, zelve-n een geheel gelijksoortig conflict in het leven te roepen, en dit wel naar aanleiding van geheel hetzelfde punt, dat te Amsterdam in geschil kwam. Zie: De Strijd voor Kerkherstel, 2e druk, hfdst. VIII § 4, blz. 245-248. Zelfs de irenische Dr J. H. Gunning Jr achtte verzet tegen het fatale Art. 38 recht en plicht, 't Was ook zooals hij schreef: „Volgens Art. 38 leverde een ouderling enkel door 't feit van zijn aanwezigheid (bij de aanneming door een modernen predikant) den sleutel van het Heilig Avo-ndmaal in handen van een loochenaar van zijn Heer". Wie ook maar eenigszins het geloof der gemeente - deelde, moest, volgens Gunning, voelen dat hier de grens zijner gehoorzaamheid aan de Synode lag. En zO'O luidde toen het oordeel van alle irenische woordvoerders.

Dr Kuyper liet dan ook niet na, in Het Dreigend Conflict met de stukken aan te toonen, hoe destijds al wat rechtzinnig in de kerken dezer landen was, zich met hand en tand tegen de invoering van het fameuze art. 38 had verzet.

De brochure versoheen in Maart 1886. Ze loopt echter over de Attesten-kwestie, zooals die gedurende het jaar 1885 zich afspeelde, en die m-en voor een groot deel ook reeds in De Heraut van dat jaar terug vindt.

Ziehier de Inhoudsopgave:

§ 1. Hoe de Kerk van Amsterdam onder het juk kwam.

„ 2. Vrij Beheer en Kiesco-llege.

„ 3. Strijd met het Modernisme.

„ 4. Vergrijp der zeventien Ouderlingen.

, , 5. De aannemelingen van Ds Van Go-rkum.

„ 6. Het verzet van alle belijders des Heeren tegen het fatale artikel 38.

„ 7. De .onmogelijke positie der Ouderlingen.

„ 8. De noodlottige Attesten.

„ 9. Vroeger niet van gehoord.

„ 10. De onverhoedsche aanval der Modernen.

„ 11. Het verweer van den Kerkeraad opi grond van Gods Woord.

„ 12. De inmenging der hoogere besturen..

„ 13. Zijaanval o-p liet Vrij Beheer.

„ 14. Gods Woord beslist de zaak.

„ 15. , Resumtie in veertien vragen en antwoorden.

„ 16. Slotvermaning.

Daarachter volgen dan nog 16 Bescheiden, die. met kleide letter gedrukt, 86 bladzijden beslaan.

Dit vlugschrift is het - eerste van die reeks van pennevruchten die, met verbazingwekkende vlugheid, door Dr Kuyper, tijdens den Amsterdamsclien kerkstrijd, vaak ten koste van zijn na'chtrust, geschreven zijn. Zie: De Werkmethode van Dr Kuyper, door H. S. S. Kuyper, JD e Stichtsche Courant, 27 October 1917, Bijvoegsel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1924

De Reformatie | 8 Pagina's