Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mother India by Katharine Mayo.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mother India by Katharine Mayo.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

II. (Slot).

Het vreeselijke lot van de 'kind-vronwtjes — hier geen poëtische benaming voor een lief jong vrouwtje, maar tragische werkelijkheid: kinderen, die men vrouw gemaakt heeft — is wel het meest schokkende gedeelte van Katharine Mayo's boek.

Maar al is de rest minder sensationeel, — minder bela.ngrijk, minder belangwekkend is hst niet.

Hier is een rijk' bewijsmateriaal voor de stelling, dat de Engelschen met het toekennen van zelfbestuur in Britsch-Indië wel héél, héél voorzichtig moeten zijn: ook bij de uiterste bedachtzaamheid in het bewandelen van de weg er heen, is het nog allesbehalve zeker, dat de uitkomst de goede bedoelingen niet absoluut teleur zal s'tellen, en men niet een chaos zal sciheppen, waar man een geordende zelfstandigheid opi het oog had.

Want de schreeuwers 'om onafhankelijkheid — immers met minder dan, een algeheele verdwijning van de Britten zijn ze niet tevreden — zlijn slechts een betrekkelijk kleins groep intelleötueelen, gegradueerden aan de Universiteiten, van wie er veel te _veel zijn. Want bij de driehoaiderd millioien overige Indiërs verdwijnen ze bijna in het . niet, maar om allemaal een goed bezoldigde ambtenaarsbetrekking te krijgai — en dat is het eenige doel, waarvoor ze studeeren — is hun. aantal veel te groot. Dat heeft ontevredenheid gekweekt.

Het onderwijs in Britsch-Indië is topizwaar. Trouwens, het is aan de verkeerde k'ant begonnen. Wanneer men aangevangen .was met door dit heele reusachtige keizerrijk in alle dorpen en dorpjes d.oodeenvoudige lagere scholen te stichteai, en waaneer deze lange, lange jaren hun werk hadden gedaan, dan zou men 'daarna scholen voor voortgezet c-nderwijs hebben kumien oprichten, om, weer na eenige decenniën, het gebouw met een of meer inrichtingen voor hooger onderwijs te voltooien.

Aldus heeft een wijs man gesproken, die door Mejuffrouw Mayo wordt aangehaald, — maa.r... • dit is een mooie theorie, welke, als zoovele schoone abstracties, ineenstort zoodra ze met de practijk in aanraking gebracht wordt.

'Want waar zou men de leerkrachten 'voor al die lagere scholen vinden? De ontwikkelde Indische mannen halen er de neus voor opi, en d© vronwen. kunnen het niet: ten eerste omdat ©en vader al z'n best doet, pan z'n wichten van om ende bij zeven jaar uit te huwelijken, waarin hif in de regel wel slaagt, en dan gaair ze spoedig hun donkere kerker in, waaruit ze niet meei! terugkeeren; en ten tweede omdat een Indiër zioh geen jonge zelfstandige vrouw kan denken, die moreel gaaf is, en een huwbaar meisje geen uur zonder toezicht in het gezelsdhap van esn ATeemde man — wie dan ook — vertrouwd is: tien tegen een dat ze voor haar leven geschonden wordt.

, Zoo zijn er verscheiden universiteiten in Engelsch-Indië, maar het .lager onderwijs op' de (loipen — waar negentig procent van de bevolking woont — is nog nauwelijks begonnen .gegeven te worden.

En de schreeuwerige intellecitueeleii, die roepen ^om zelfstandigheid en de Britten willen verdrijven, cl; oen also'f zij Indië zijn, terwijl z'e zioh om het eigenlijke Indië, dat in de dorpen zetelt, in 'l minst niet bekommeren.

'l minst niet bekommeren. 'Bovendien: de Britsch-Indiërs zijn niet allen Hindoes, al behoort het meerendeel der bevolking tot hen. Een vierde — en dat het meest vitale — gedeelte, is xWohammedaansch. Dat zijn kraclitige, fanatieke strijders, vergelelden bij de slappie, géenei'veerde Hindoes. En in het Noordwesten kunnen ze jn onmiddellijk contact Women met zeef" strijdlustige onafhankelijke broederen: denk ook aan de Afghaansche luipaard, steeds gereed VOOT de sprong, terwijl daarachter de Russische beer met vossenlistfgheid zijn agressief spol spieelt.

'De geschiedenis van Indië vóórdat de Engelschen er orde en regel vestigden, is één verhaal •\an bloed en wee, van vertrapte eenvondigen en zwelgende wellustelingen, die tijdelij'k als schuim ])üvendreven.

Sinds heeft de Brit door strikte rechtv'aardiglieid Hindoe en Mohammedaan rustig naast elkaar weten te doen leven.

'Maar nauwelijks is Swaraj in de lucht gekomen, of de Muzelmannen beginnen zioh onprettig te voelen. Onder de 'krachtige Britten, dis Mo.iiotheïsten zijn als zij, willen ze zioh buigen, maar nooit zullen zij zich onderwerpién aan de heerschappij van gedegenereerde Eolytbeïsten als dc' Hindoes, die een borst op'zetten alsof zij alléén de lakens uit te deelen hebben.

Even scheen het, alsof ook de Mohammedanen Ijhandi's leiding zouden volgen. Maar vuur 'en water verdragen elkaar niet. En liefst houden 'de iluzelmannen, van twee kwaden het minste kiezende, nu de Engelschen maar in Indië i).

Er is nog een zeer talrijke groiep', aan wie de angst om het hart slaat bij de gedachte, dat de Britten zich zouden kunnen terugtreklkien uit Indië. Het zijn de verworpelingen, de P'aria's, die door de overige Hindoes met hun vreeselijke kkstenindeeling en zielsverhuizingsleer gemeden worde'U als de pest, en als minder dan dieren worden behandeld, terwijl 'daarentegen in de prodamati-e van de eerste Britsche Keizerin van Indië, ; Vic: loria, uitdrukkelij'k werd geconstateerd, dat voor de regeering geen verschil in godsdienst oif kaste bestond. Deze gevloekten zijn even ruimer beiginnen te ademen, langzamerhand, onder het Engelsche bestuur. Vandaar dat zij tot de blonde zonen van het AVesten smeekend de handen opbeffe'n, en hen bezweren om te blijven. »

En dan zijn er no'g die lachO'U bij de gedachtö aan een Indië onder leiding van een intelleatueele Hindoe-bureaucratie. Dat zijn de vo'rsten, die, onder de koning-keizer, een groot deel van Indië regeer en.

Zij zijn nu over 't geheel niet ontevreden met hun piO'Sitie, maar zou men waarlijk denkien, dat zij, de absolute vorsten van oudsher, ziah zouden schikken onder upstarts, piarvenu's, als deze Hindoe-ambtenaren en intellectueelen, die in hun 01, 'geblazenheid zeggen, dat ze de prinsen willen wegvagen uit Indië ?

Nauwelijks zou de laatste Brit huiswaarts gekeerd zijn, of in Indië zou een Armageddon los-'breken: Muzelman tegen Hindoe, voTsten tegen vorsten.

Neen, Indië kan Engeland niet missen. Nu althans nog niet. En wanneer wèl?

Katharine Mayo's boek geeft de indruk), dat Brittannië zich reeds te veel gehaast heeft oip de weg naar het verleenen van een begin van een zekere zelfstandigheid aan Indië. En dat liet daardoor al heel wat bedorven heeft.

De zoogenaamde volksvertegenwoordiging, die geacht wordt eenigszins het conglomeraat van volken en rassen en godsdiensten - en tasten, te representeeren dat Indië heet, zal dit nooit in werkelijkheid ook maar in de verte kunnen doen, zoolang achter liaar niet staat een ook maar eenigszins ontwikkelde bevo'lking, in stad en land — vooral op het platteland, want dat is eigenlijk Indië! — die althans zoö ten naaste bij weet waar het om gaat. 'Wie ziet, wat er van een werkelijke volksvertegenvsroordiging zelfs in bet beschaafde Westen terecht komt, zal zich 'hierover wel niet veel illusies vormen.

Als je als Nederlander en als 'leek deze dingen leest in het krachtig gedocumenteerde werk van Katharine Mayo-, dan ontsnapt je onwillekeurig de zucht: Laten 'wij in èns Indië tO'Ch ook voorzichtig wezen, en niet te gauw zeggen „Indië wil dit, O'f Indië wil dat", O'mdat enkele ontevreden Jntellectueelen, die misschien in "weinig of geen innerlijk contact met de O'ok in ons Insulinde zoo steri^ gevarieerde bevolking staan, het willen.

Maar dat is een leekezucht. En weldra ko'mt de hoop' en het optimisme weer boven. Hebben we geen wijze bestuurderen in Indië, de Gouverneur-Generaal vooraan, die met vroede bedachtzaamheid en krachtige hand onder Gods zegen het eenigszins zware, O'Uhandige schip van óns Insulinde wel dopr de branding zullen sturen? Zij weten het zooveel beter dan wij, leeken en outsiders.

Maar wel wenschte ik, dat men dan niet meer ging spïeken van Indonesië en Indoaiesiërs als één land en één volk.

'En wel wenschte ik, dat geen man en geen vro'Uw, die rechtstreeks O'ï zijdelings invloed heeft op de gang van zaken in Nederiandsch-Indië, Idit beteekenisvoUe werk o-ver Britsch-Indië, ter vergelijking, O'Ugelezen liet liggen.

|Oók om de zaak van de kinderhuwelijken, die wel lang niet in dezelfde mate als in Britteeh-Indië in onze Oost voorkomen, maar toch oofc' daar een kwaad zijn, ter bestrijding waarvan O'uze regeering zich eerst heeft opgemaakt, zonder daarin te volharden evenwel, zoodat er niet veel meer dan zekere platonische ver'Maringen er tegen zijn O'vergebleven.

In haar onthouding ten op'zichte van deze tot God in de hemel o-m wraak schreeuwende mishandeling van meisjes, kinderen, staat de Britsche regeering ongetwijfeld schuldig. Het motief is natuurlijk, dat deze misdadige toestand is samengeweven met de 'ontzettende godsdienst der Hindoes. En daarin wil men niet ingrijpien.

Doch er zijn grenzen. De weduwenverbranding heeft men toch óók verboden? En dit is minstens zoo erg\ Maar — "helaas, dit moet erkend — practisch veel moeilijker tegen te gaan.

M'Oge het geweldige bo'ek van Katharine Mayo voO'ral in déze zaak de Britten aangrijpen en hun wegen doen vinden om iets voor de martelaressen A^an heidensche godsdienst en traditie, van mannenwellust en eigen onwetendheid en onverstand, te kunnen doten. •

jEn moge het ook onze Nederlandsohe autoriteiten , zich doen bezinnen, of zie op de juiS'te we'g zijn, zoowel wat meisjeshuwelijken als Swaraj en no'g vele andere onderwerp'e'U betreft, die .door Katharine Mayo worden behandeld, en welke de ruimte waarover ik te beschikken heb mij belet oo'k maar aan te stipipien, hoe groot ook de verleiding is om nóg meer van 'dit belangwe'kk'ende hoek te vertellen.

Alleen één ding nog.

Mejuffrouw Mayo spreekt betrdkfelijk weinig over de zending. Ik had er heel graag meer over gelezen. Maar wat zij er hier en daar van zegt is een nieuw bewijs, dat, alle godsdienstige motieven er zelfs buiten gelaten, alleen reeds uit politiek oogpunt een Westersche mogendheid niet beter kan doen dan de Christelijke zending zooveel moge^ lijk te begunstigen. Onze beschaving is nu eenmaal niet in hoofdzaak opgebloeid uit het antieke of moderne heidendom, maar rust op Christelijke grondslagen. En daarom is het ten slotte ook alleen het Christendom, dat de band hecht kan maken tusschen Oosterlingen en Westerlingen. Helaas zien echter vele in eigen O'Og aan het Christendom ontgroeide Westerlingen meer uit naar licht uit het Oosten, dan dat zij het licht van de Kribbe van Bethlehem en het Kruis van Golgotha aan het Oosten zouden willen brengen. 'Velen staan zelfs innerlijk vijandig tegeno'ver het Christendom. Zij zeggen: „Raak niet aan 'de goidsdienst van de Inlander, dat is onverdraagzaam". Intusschen geven zij zelf de Indiërs steenen voor brood.

IGelukkig, dat thans veel meer dan vroeger de weldadige werking der zending er'k'end wordt. In ons Insulinde en in Britsch-Indië. Getuige O'ok het boek van Katharine Mayo: lees onder anderen maar wat zij zegt over de gezegende arbeid van het; Heilsleger onder de Misdadige Stafnmen in het Indische Keizerrijk.


') Ook onder zijn eigen Hindoes heeft Ghandi, de bekende man van de non c oop e ra t i on (niet samenwerken met fle Engelschen) beweging, veel van zijn invloed verloren. Hij heelt te scherp de kinderhuwelijken en de onzegbare vuilheid ^'an zijn volk gehekeld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Mother India by Katharine Mayo.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's