Verieidendie Philosophie.

Toezien..."

Dit vermaanwoord van 'den Apostel Paulus klemt nog meer als we letten op de verleidende bode, die de vijand uitzendt - om ons van het terrein onzer vastigheid af te lokken.

Als een lichtende gestalte treedt zij op ons toe, de fakkel der wetenschap in haar hand, de ster der waarheid in beur haartooi. Met vriendelijke stem zegt ze: „luister naar mij, ik zal u de gouden sleutel der kennis geven, waar ge het geluks-paradigs mee openen kunt; laat u van mij onderrichten, van mij alleen; werp over boord, jonge menschen, alle dwaze begrippen die u zijn ingeprent door uw ouders en door de kerk, en gij ouderen, breek er toch eindelijk mee. Laat mij u de geheimen des levens verklaren; ik ben de Philosophie en mijn woord is de waarheid".

En niet waar? als de vijand nadert met opgeheven banieren, en slaande trommels, dan zijn we op onze hoede. Maar nu treedt ons een schoone vrouw tegemoet, die zich met de weidsche naam van philosophie of wijsbegeerte noemt; haar lokkende stem is als een lied; wat is het nu dubbel noodi^ het wachtwoord niet te vergeten: „ziet toe dat niemand u als een roof vervoere door de philosophie".

Maar, nu zegt de wereld: ziet ge wel dat ge duisterlingen zijt, menschen van de nachtschool, vijanden der wetenschap; gij schuwt het vrije onderzoek, geen wonder^ Paulus heeft u reeds tegen de wetenschap gewaarschuwd!

Dit is echter volstrekt niet waar. Paulus verwerpt de wetenschap niet, hij waarschuwt alleen tegen zulke philosophie, die ijdele verleiding is.

Er is ook een christelijke wijsbegeerte, die de hooge taak heeft een levens-en wereldbeschouwing te bieden, die ons verstand en ons hart beide bevredigt, en onze kennis in een afgerond systeem samenbrengt. Zij is wetenschap des geloofs, en haar te beoefenen is heilige roeping.

Tegenover dit denkgeheel der christelijke wetenschap, der ware wijsbegeerte, zet de wereld van het ongeloof de hare, een denkwereld die haar gegevens niet uit goddelijke openbaring, maar uit de bedorven menschelijke rede put, een wetenschap naar de vleeschelijke gezindheid der wereldwijzen van den dag.

Zoo schoon weet die schijnwetenschap zich te tooien, zoo lokkend weet zij op te treden, dat zij meer dan één zwakke en wankelende uit christenkring heeft afgetrokken van de wijsheid die van boven is, en er de wijsheid die van beneden is^ voor in de plaats heeft gesteld.

Daartegen nu waarschuwt Paulus de gemeente van Colosse en de kerk van Christus uit alle eeuwen, ook ons en onze kinderen. De vormen: mogen veranderd zijn, het is nog de oude strijd.

De wijsheid der wereld komt op ons aandringen, in boek en tijdschrift, in courant en gesprek, in voorlezing en onderwijs, op de fabriek, in de werkplaats, op het kantoor, in de handel of op de beurs, en niet het minst in de conversatie.

Aan die invloed kunnen wij ons lang niet altijd onttrekken, want we zijn in de wereld.

Maar roeping is den vijand te weerstaan. Want alle wetenschap, die uit het ongeloof leeft, vergadert geen licht, maar duisternis, geeft geen vreugd, maar smart.

Ziet dan toe dat niemand u als een roof vervoere door de philosophie die ijdele verleiding is.

Beweer ik teveel als ik zeg, dat we in onze tijden wel heel bijzondere genade van God mogen bidden om in deze geestelijke strijd krachtige wederstand te bieden?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen