Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde student en bet ouderlijk huls.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde student en bet ouderlijk huls.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

n.

De verhouding van den student tot het ouderlijk huis kan leiden tot een conflict, dat samenhangt met de groote vraag, hoe de verhouding moet zijn van ouders tot hun volwassen kinderen. Het vraagstuk is in den bekenden roman „De Opstandigen" literair aan de orde gesteld; het heeft zijn betee­ kenis ook voor onze dagen, ook voor onze Gereformeerde gezinnen. Het komt mij voor, dat elk gezin, ook het allerbeste, de moeilijkheden in meerdere of mindere mate ondervindt van den uitgroei der jeugd in het milieu van het gezin. Eens sprak ik met een geleerd man, van groote eruditie, over de grenzen van goed en kwaad. Hij, rationalist, wilde alles beredeneeren, aanvaardde niet een van God gegeven levenswet. Op mijn vraag, wat hij aan zijn zoon zou zeggen, wanneer die eenmaal volwassen, andere opvattingen dan de zijne over ethiek en moraal zou aanhangen, antwoordde hij: „Wanneer zijn redeneering sterker is dan de mijne, zal ik toegeven". Wij weten niet of liever wij twijfelen er sterk aan óf zoo de verhoudingen moeten worden bepaald, óf zoo de geestelijke goederen van het eene geslacht op het andere moeten worden overgegeven, en of niet juist zóó de conflicten ontstaan, die ouders van kinderen verwijderen, die in de levensverhoudingen nameloos veel zorg en verdriet baren. Gezegend zij het gereformeerde beginsel, dat universeel is, dat ook omvat de verhouding van ouders en volwassen kinderen. Samen buigen, eerbiedig en ootmoedig buigen voor Gods gouvereine levenswet, niet krachtens denken en redeneeren, maar op grond van het geloof, dat geeft kracht en richtsnoer in het conflict van ouders en rijpende jeugd. i

Wij bepalen ons hier tot den student, waarvan wij als regel het wenschelijk achten, dat hij niet in het ouderlijk huis blijft. Natuurlijk kan het vaak niet anders, maar wanneer het wel anders kan, dan geven wij er de voorkeur aan, dat de student in de vrijheid leert zijn zelfstandigheid te verkrijgen. Wij hebben al eerder gewezen op de beteekenis der vrijheid voor dengene, die hooger onderwijs ontvangt. Wie de vrijheid, niet kan verdragen, is niet waard hooger onderwijs te ontvangen. Het is inir pliciet aan academische vorming, te rijpen in de sfeer der vrijheid. Woont een student op kamers, dan heeft hij zelf te bepalen, hoe laat hij opstaat en naar bed gaat, wie zijn vrienden zijn, die hij ontvangen wil, wam: eer hij college wil loopen of niet, wanneer hij studeeren wil of niet. Volstrekt is n i e t de bedoeling, dat hij in al deze dingen willekeurig kan handelen, neen, maar dat hij in al die dingen en nog zoovele meer, zelfstandig zal beslissen, zonder voorschrift van vader of moeder, maar naar eigen geweten, naar eigen gebondenheid, aan de wet Gods., die hem persoonlijk gesteld is. De ouder verge niet van zijn kind allerlei beloften of zij hierin uitermate sober in verband met het karakter van den. zoon of met het oog op bepaalde gevaren, die hem mochten bedreigen.

, , De. .ouder , is met af van .zijn zoon, . wanneer., hij als student de ouderlijke woning verlaat; hij blijve toezien en dat zeer nauwlettend, of er een schadelijke weg zij, maar hij late, zooveel het mogelijk is, voor eigen verantwoordelijkheid, de inrichting van zijn leven, de beslissing over zijn doen en laten. Maar ook hier geldt: Zal dit mogelijk zijn, d^n móet de opvoeding van den jongen zóó zijn, dat hij, straks volwassen, gaarne, uit eigen overtuiging, wandelt in de wegen des Heeren, waarin de ouders hem, al hun levensdagen, zijn voorgegaan. Maar hoeveel studenten wonen nog op kamers ? Wij durven te schatten, dat niet meer dan de helft nog op kamers woont, misschien nog minder, en dat zeer velen heen en weer reizen van hun woonplaats naar de Universiteitsstad.

Ook voor den student thuis bepleiten wij de vrijheid, maar dan zien wij de verhouding toch geheel anders. Het gezin is een kleine kring, waarbinnen allerlei gezagsverhoudmgen bestaan, niet haxd en streng als vaak in het maatschappelijk leven, maar verwarmd en verheven door de liefde, die de samenleving daardoor verre opheft tot hooger peil. Die goede sa, menleving wordt bevorderd door orde en regel, waaraan ook de student zich willig onderwerpe. AVij rekeaien hiertoe in onze gezinnen, het gemeenschappelijk beginnen met de lezing der Heilige Schrift en gebed, hetgeen ieder gezin, dat dezen zegen niet kont, ons benijden kan. Ieder lid van het gezin zij daarbij tegenwoordig, met de mogelijkheid van uitzondering voor den student, waarin de wijsheid van den vader en de teederheid van de moeder den juisten weg wel zullen vinden. In het gezin is het in-en uitgaan, het meebrengen van vrienden, het geheele leven van den student gebonden aan het gezinsleven, maax dan toch altijd zoo, dat er zooveel mogelijk ruimte blijft voor den groei van het jonge leven.

Ach, ouders, laat den jongen man eens laat thuis komen, als ge weet en dat moet ge weten, dat hij niet op verkeerde paden wandelt. Studenten hebben nu eenmaal altijd veel gevoeld voor de stille urea van den nacht öf om de wetenschap, óf om de amicitia te beoefenen. De vrijheid van den student ligt in de volstrekte gebondenheid aan de eigen levenswet, die niet voor allen precies dezelfde behoeft te zijn. W-el in de levensmoraal, die de Heilige Schrift ons geeft en waarin juist vader en zoon, gezin en student elkander kunnen vinden, omdat zij beiden buigen voor de zedewet, die God voor beiden gesteld heeft. Vrijheid is niet los zijn van eigen levenswet; dit geldt voor individu en soort, voor ouders en kinderen.

De student is een bevoorrecht wezen. Op den leeftijd, waarin zoovelen al gewikkeld zijn in de handelingen van den leeftocht, is zijn bestaan nog

gericht op bet ontvangen. Maar daarom is zijn verantwoordelijkheid ook grooter nu en — later, wanneer het voor hem op geven aankomt. De Gereformeerde student onlvange thuis de liefde tot het Gereformeerde levensbeginsel, tot de Gerefo-rmeerde levenspractijk, dat ook uitbloeit in liefde tot het Gereformeerde volk en tot de Kerk des Heeren. Het moest eigenlijk zoo zijn, dat iedere Gereformeerde student uit volle overtuiging belijdenis doiet van zijn geloof, voordat hij begint met zijn academische studie. Het is door vrijzinnigen van allerlei gading voorgesteld als summum van wijsheid, dat de jonge kinderziel niet mag bezwaard met allerlei ideologie, maar dat de mensch, tot vollen wasdom gekomen, zelf moet kiezen. Wij weten, wat, dat beteekenl. Zoo zijn er velen gekweekt, die onverschillig zijn voor alle religie, voor alle fijner zielelevcn en waaiTan wij de kinderen zien vervallen tot allerlei dwaze mystiek, omdat de mensch nu eenmaal bij brood alleen niet leven zal.

Netn, wij verwachten juist den waren wasdom, wanneer wij de kinderen (dus lang voordat ze student worden) leeren de beginselen, naar den eisch huns wegs, dan zullen ze, oud geworden zijnde, daarvan niet afwijken. Met droefheid zien wij ook kinderen, uit eigen krmg, afwijken naar wereldsche paden. Wee ons, , wanneer dit eèn gevolg is van de opvoeding van het ouderlijk huis. Waimeer vader en moeder het met het kerkgaan niet zooi nauw nemen, wat zullen zij dan klagen, wanneer hun kind, volwassen geworden, der kerk den rug toekeert? Wanneer onze kinderen thuis zien wanorde, onvrede, gebrek aan liefde, onwaarachtigheid, zullen zij dan, volwassen, niet wandelen op eigen gekozen wegen ?

Wij achten het een voorrecht, wanneer zonen uit Gereformeerde geziimen naar de Universiteit gaan om zich daaj té bekwamen voor hun latere levenstaak, maar dan toch in het vertrouwen, da.t juist zij straks vooraaa zullen staan in den strijd, dien het Christelijk geloof in onze dagen te strijden heeft, eenerzijds tegen de bekoring van het wereldleven, dat in zijn schoone glansen, de ziel tracht weg te lokken van de aanbidding Gods en anderzijds tegen de zuigkracht van wetenschap en techniek, waarin de mensch zich meester waant van de krachten der schepping en der samenleving, en driestweg loochent den heiligen naam Gods.

De vorming van den Gereformeerden student zij — het is uitvoerig in het bovenstaande betoogd — in vrijheid, in groote vrijheid. Zonder twijfel zijn hieraan gevaren verbonden, maar wie het in eigen leven en in het leven van zijn zoon met de Heilige Schrift niet aandurft, die moet zijn zoon niet brengen in de sfeer van het hooger onderwijs. De geschiedenis der Viije Universiteit bewijst dat de wetenschap niet behoeft te staan buiten het leven van den gewonen, den niet gestudeerden man; int^endeel, dat ook in het geestesleven van den Gereformeerden mensch de wetenschap een plaats heeft. Dr Colijn heeft niet nagelaten er telkens op te wijzen, dat de kracht der Vrije Universiteit ligt in de trouw van het Gereformeerde volk èn van de Universiteit aan de openbaring Gods in de Heilige Schiift. Daarin ligt de levenseenheid van volk en wetenschap, ook van vader en zoon, die studeert. Verstaan vader en zoon dit beiden, dan zal de vrijheid niet tot een vloek worden, dan zal het conflict tussrhen ouders en kinderen niet calamiteus worden.

Dan zal de vader niet, in heimelijke zelfvoldaanheid opzien tegen den zoon, die studeert, omdat h^ zoo geleerd wordt, dan zal de zoon niet neerzien op den vader, omdat deze niet wetenschappelijk is gevormd, maar dan zullen beiden zich verheugen in de genade Gods, die hun geworden is.

• Dan zal uit het Gereformeerde gezin, naast veel anderen zegen, ook deze zegen voortvloeien, dat de wetenschap niet het leven naar den eisch Gods verbreekt of verstoort, maar integendeel dat bevordert en sterkt.

J. VAN ANDEL.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

De Gereformeerde student en bet ouderlijk huls.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's