Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vulkaanrampen in Ned. Oost-Indië.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vulkaanrampen in Ned. Oost-Indië.

II

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij het groote publiek leeft vrijwel algemeen de gedachte, dat het vooral de uitvloeiende lava

is, die de groote rampen veroorzaakt, waardoor telkens en telkens weer de naaste omgeving van de vulkanen wordt getroffen. Ook in de berichten, die de bladen bij zoo'n uitbarsting geven, komt deze voorstelling' van zaken nog al te dikwijls voor.

En toch is dit niet geheel-juist.

Althans niet voor zoover het betrelt het verlies van menscheiilevens.

Een lavastroom toch, die zich min of meer als een rivier gedraagt, gaat nooit zoo snel, dat m^en er niet voor uit den weg kan gaan.

Bovendien is met vrij groote zekerheid te zeggen, waarheen hij zich bewegen zal, zoodat mensohen en dieren meestal tijdig in veiligheid kunnen gebracht worden.

Materieel kan de schade erdoor aangericht echter zeer groot zijn, want .alles, wat de lavastroom oj) zijn weg ontmoet, wordt onverbiddelijk verwoest. En, waar de lava een zeer hooge temperatuur heeft, wordt ook in de omgeving vaalc nog heel wat verschroeid en verbrand.

Menschenlevens vallen er echter slechts zelden b.ij te betreuren, en zijn, als dat voorkomt, nog dikwijls te wijten aan iden onwil, het bedreigde gebied te verlaten eer het te laat is.

Wat ons OostJndië betreft kan in het algemeen gezegd, dat de vulkanen er tegenwoordig niet in een stadium verkeeren, dat ze veel lava uitwerpen. En voorzooverre ze het doen, zijn de mensch-elijke nederzettingen er meest vrij ver vandaan. Een enkele maal bereikt - een lavastroom echter wel de bewoonde wereld. Zoo bijv. in 1926, toen de G. Batoer het gelijlaiamige dorp geheel overstroomde.

Geheel anders is het gesteld met de in de Oost zoo veelvuldig voorkomende L ah ars. Dit zijn modderstroomen, die het, bij den top der vulkanen opgehoopte, losse materiaal, omlaag voeren. Dit geschiedt met zeer groote snelheid en vaak geheel onverwacht, zoodat' de mensch er totaal door verrast wordt en meest niet kan ontkomen. Groote velden worden er door overdekt en dorpen er rnede overstroomd. Vele menschenlevens gaan erdoor verloren.

Onderscheid moet hierbij nog gemaakt worden tusschen koude en v^^arme lahars. De eerste staan slechts zijdelings met het vulkanisme in verband en wel in zooverre, dat daardoor het benoodigde rerweeringsmateriaal wordt geleverd. Het water is echter afkomstig van de regens en 'in den regentijd komen ze dan ook vrij veel voor, al hebben ze niet alle zoo'n verwoestend karakter, omdat vele in rivieren loopen (die dan ook vaak den naam: lahar krijgen) welke het materiaal zeewaarts voeren.

De warme lahars kunnen ontstaan, wanneer een vulkaan een kratermeer bezit. Begint nu het magma op te stijgen, dan wordt het water van dit meer van onderen uit verwannd en kan dan een vrij hooge temperatuur bereiken. Ten slotte wordt bij de eruptie van den 'vulkaan het meer uitgewo^rpen en dit heete water, vaak met lavabrokken vermengd, stroomt den berg af, voert het losse materiaal mede en doet een lahar ontstaan, die door de hooge temperatuur nog vreeselijker is in zijn uitwerking dan een koude. Zulke lahars, door den Eeloet (of

loet) uitgeworpen, hebben bijv. herhaaldelijk Blitar en omgeving geteisterd. Zoo in. den nacht van' 19 op 20 Mei 1919, toen een pttinmassa van, naar schatting, zeker 40 millioen M^ zich in een minimum van tijd onder donderenid geraas door de Lahar Badak omlaag bewoog, vernietigend alles, wat zich in den weg bevond. Vijf duizend menschen verloren er het leven bij. Vele lijken der omgekomenen, oor den lahar meegesleept, waren met brandwonden overdekt. De verschrikking van het geheel werd nog vergroot door het feit, dat de Kloet vrijwel gelijktijdig een gloed wolk uitwierp.

Er hiermede is een derde oorzaak genoemd van de groote verliezen aan menschenlevens, die de vulkanische uitbarstingen in Ned. Oost Indië zoo berucht maken.

In het vorig artikel wees ik er reeds op, dat het verschijnsel van gloedwolken zich voordoet bij die vulkanen, welke propvorming vertoonen. De thans zooveel genoemde Merapi behoort tot dit type.

Deze plm. 2900 M. hooge berg in Midden-Java is een van de meest werkzame vulkanen van geheel Indië. Voortdurend stoot hij een rookpluim' uit: een bewijs, dat het in het binnenste ervan nooit geheel rustig is. De daar aanwezige taaivloeiende lava stijgt langzaam op en vult de kraterpijp met een prop, die er tenslotte zelfs overheen puilt. De stollingskorst, die er zich vrij spoedig omvormt is tamelijk dun, maar bezit een groot isoleerend vermogen, zoodat in het binnenste een hooge temperatuur bev/aard blijft. Zoo constateecrde de Vulkaanbewakingsdienst in 1928 nog 600 graden Celsius in den prop der Merapi. Dringt opnieuw het magma uit de diepte omhoog, dan wordt de korst telkens doorbroken, waarbij groote stukken ervan af brokkelen. Steekt de prop boven den krater uit, dan leveren juist deze^ den berg afrollende brokken, (lavalawines) gevaar op. Nog sterker wordt dit, wanneer ide druk der gassen onder de prop zoo groot wordt, dat deze geheel wordt opgeblazen, wat, naar uit de berichten is op te maken, ook thans schijnt gebeurd te zijn. Een reeks van elkaar opvolgende catasthrophes, de een meer de ander minder erg, zijn dan ook bekend: Vage berichten stammen reeds uit de 17e eeuw, terv/ijl er ook aanwijzingen zijn, dat in vroegere tijden de .-mensch voor 'de gevarcai van deze uitbarstingen het veld geruimd heeft. Ook in 1920 greep een eruptie plaats, echter een van lichter graad dan de laatste. ^) En steeds is het de wijze van uitbarsting gelijk gebleven; nadat de prop vernield was, begon het spel weer van voren aan: opnieuw werd een prop gevormd.

Wat gebeurt er nu met het afstortend heet lavagesteente?

Dit vergruist in grover en fijner materiaal. En terwijl het grovere als een heete zandstroom, hier 1 a d o e genoemd, hoofdzakelijk de dalen volgt, vooral die, welke bij vroegere doorbraken tot een soort glijbaan gevormd zijn, als de Blongkenvallei bij de Merapi, gedraagt zich het fijnere geheel anders.

De door het heet gesteente verwarmde lucht heeft neiging op te stijgen en draagt daardoor het fijne lavastof. Deze z.g. gloedwolk stoort zich niet aan het bodemrelief, maar beweegt zich steeds in dezelfde richting voort, alles verzengend en verschroeiend in een breede strook aan weerszijden van de ladoe, alle leven er vernietigend. Zoo gebeurde het, ook bij de laatste uitbarsting der Merapi.

Maar als de eigenlijke werking van den vulkaan geëindigd is, de gloedwolk opgetrokken, en de lado© tot rust gekomen is, is het gevaar voor den mensch nog niet geheel verdwenen. Want als de regens komen, is de kans groot, dat 'daardoor juist dan koude lahars ontstaan, die het werk van vernietiging voltooien. En ook dit heeft thans weer plaatsgegrepen.

Juist de groote snelheid, waarmdde deze verschijnselen optreden, is oorzaak, dat de mensch er zich niet voor bergen kan en er zoovele levens verloren gaan

Op geheel andere wijze heeft een uitbarsting van de Krakatau in 1883 tal van slachtoöers geeischt. Deze vulkaan ligt in straat Soenda, tusschen Java en Madoera. In het zoo even genoemde jaar, barstte hij, na een zeer lange periode van rust, zoodat men zelfs meende^ dat hij geheel uitgedoofd was, opnieuw uit en wierp daarbij het geheele middengedeelte de lucht in, op die wijze een c aid er a vormend. De gaSdruk hierbij was zoo enorm, dat de uitgeworpen klasmatische producten o.a. in Buitenzorg neervielen, en het fijnste stof zelfs in de hoogere luchtlagen terecht kwam, waardoor nog tijden daarna lichtende wolken in den nacht te zien waren: het Krakataustof door de zon beschenen.

Het geluid van de uitbarsting werd zelfs nog op Ceylon gehoord.

Te begrijpen is, dat de gloeiende steenen, die in de nabijheid van een op zulke wijz& uitbarstende vulkaan neervallen groote verwoestingen' kunnen aanrichten. De meeste slachtoffers werden echter op een andere 'wijze gemaakt. De uitbarsting veroorzaakte n.l. in de zee eien vloedgolf, die de aangrenzende oeverlanden mijlen ver overstroomde, daar alles vernietigde en zeventien uur daarna no^ mei; vrij groote kracht aan de Zuiidpunt van Amerika aankwam.

In totaal verloren ruim 40.000 menschen bij deze uitbarsting het leven. Niet te verwonderen is het dan ook, dat toen de Krakatau onlangs opnieuw verhoogde werking vertoonde, de oeverbewoners naar het hoogere binnenland vluchtten.

Ook in de rustperiodes kunnen vulkanen voor den mensch gevaarlijk zijn. Immers, door spleten in den berg stroomen nog langen tijd gassen naar buiten. Een dezer gassen is het gevaarlijke koolzuurgas, dat voor den mensch bij langdurige inademing doodelijk is. Waar dit gas zwaarder is dan de lucht, blijft het lang hangen, vooral in min of meer afgesloten dalen, en maakt het verblijf in de nahijheid dezer zoogenaamde mof etten^gevaarlijk, daar men het gas niet bemerkt, er door bewusteloos wordt en tenslotte sterft.

Een door koolzuurgas berucht gebied is o.a. 'de Doodenvallei op midden Ja^va. Maar ook door an-

dere magmatriscbe gassen vallen slachtoöers. Z, OQ onlangs nog een in de nabijheid van den Papandajan, veimoedelijk door het inademen van Hj S. (zwavelwaterstof).

Zoo bezien is het vulkanisme een vloek voor den mensch.

iedere medaille heeft zijn keer­ En tpch zijde.

En het vulkanisme brengt niet alleen een vloek, maar ook een zegen.

Want juist de vulkanische gronden zijn, na verweering, buitengewoon vruchtbaar. En nergens was de strijd om gronden te krijgen voor de cultures dan ook zoo heftig als juist bij de Merapi.

Ook in een ander opzicht zijn de vulkanen van groot belang: Zij toch zijn het, die de winden tot opstijging en daardoor tot afgifte van regen dwingen. Zij ook houden door hun bebossching het water lang vast en geven het geleidelijk terug.

De hellingen der vulkanen zijn dan ook met akkers overde-kt.

Vandaar het voor den vreemdeling zoo onbegrijpelijke, dat ook na de hevigste uitbarsting de bewoner weer naar zijn verwoest dorp terugtrekt.

Natuurlijk komt hier, speciaal in Indië, nog bij dat de landbouwer in het algemeen en de primitieve in het bijzonder, buitengewoon aan zijn land is gehecht.

En ten slotte: de Javaan is fatalist. Zelfs naar de meest gevaarlijke gebieden keert hij terug.

En het gouvernement overwoog dan ook al meer dan eens gedwongen ontruiming, al is het nog nooit zoo ver gekomen.

Gedwongen ontruiming van een bepaald gebied! Dit kan noodig zijn om de menschen tegen deze vreeselijke natuurkrachten te beschermen. Want op een andere manier is dat onmogelijk. De mensch in zijn waan, meent wel eens de geheele aarde onder zijn macht te hebben.

Maar tegenover het vulkanisme moet hij al heel duidelijk zijn onvermogen erkennen.

De vulkaanbewakingsdienst in Indië doet wat in zijn vermogen is, om door voortdurende controle der vuurbergen, zoo mogelijk de bevolking tijdig voor een naderende uitbarsting te waarschuwen. Maar dat is ook alles.

Maar dat is ook alles. Want als de eruptie er is, rest den mensch niets dan de vlucht

Den Christen spreekt iedere eruptie van het eenmaal komende wereldeinde, als de elementen brandende zullen vergaan.

Spreekt hem echter ook van God, den Schepper, die deze verwoestende krachten in de aarde legde, maar ze daar ook gebonden houdt aan wetten, door Hem verordend.

Spreekt hem zoo van Vloek en van Genade.

Harderwijk.


^) De vulcanoloog, Dr G. L. L. Kemmerling, die toen juist aanwezig was, gaf in de Vulkanologische Mededeelingen No. 3 een nauwkeurige beschrijving van dit gebeuren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Vulkaanrampen in Ned. Oost-Indië.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's