Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ina Boudier-Bakker en baar werk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ina Boudier-Bakker en baar werk.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

De behandeling van het onderwerp „Ina Boudier—Bakker en haar werk" vervolgende en aansluitend bij wat ik in het vorig artikel zeide over de psychologische kracht van haar romans, wijs ik thans op „Bloesem", de pendant van „Kinderen", en op „Het Spiegeltje", als belangrijke punten m de ontwikkelingslijn. Het eerstgenoemde nu ter zijde latend, omdat met „Kinderen" dit genre besproken is, vestig ik de aandacht vooral op het tweede boek^ weer een roman, maar nu van ander karakter dan „Armoede", n.l. een emancipatieroman.

't Kan geen verwondering wekken, dat Ina Boudier—Bakker ook over deze materie geschreven heeft en evenmin —• ik zeg dat met het oog op de critiek, die op dit boek geoefend is — dat zij er zóó over geschreven heeft. In Marianne Roske, de hoofdfiguur, heeft de Schrijfster haiir kijk gegeven op de quaestie, die de emancipatieroman aan de orde stelt: de vraag naar de levensbevrediging van de moderne jonge vrouw. En dan zien we haar oordeel hier weer als onomwonden eerlijk, tegenover de tallooze verwrongen voorstellingen die we elders in de romanliteratuur vinden. Mariamie is zangeres van internationale beroemdheid: een bloemenrijkdom wordt om en over haar uitgestrooid zoovaak ze optreedt. Maar gelukkig is ze desondanks niet. Haar heele hart gaat uit naar Koen, en in hem naar het gezin en de gezinszorg. Midden onder een concert-triomf kan ze de hunkering voelen naar een huiskamer met een paar kinderen en die hunkering is zoo groot, dat ze haar werkelijk besta.an als lichtloos en ellendig ziet. Geestehjke armoede dus weer, ook bij de moderne werkende vrouw. Maar — ik zei het eerder — Ina Boudier—-Bakker gaat verder. Ze wijst ook aan, dat men toch in de armoede niet hoeft te verkommeren, zoo men zichzelf slechts te overwinnen weet.

Koen, de man naar wien Marianne's hart uitgaat, is getrouwd en, hoe groot ook zijn liefde voor haar is geworden, hooger stelt hij zijn plicht. En zoo wordt de liefde voor Marianne een illusie. Maar nu vergrauwt ze niet in uitzichtlooze ellende^ doch na een periode van begrijpelijken strijd, zoekt en vindt ze den levensinhoud in haar werk en haar bestaan. En zoo is „Het Spiegeltje" weer heel kenmerkend een boek van Ina Boudier—^Bakker in de analyse van het „geval", zoowel als in de oplossing.

Maar —• ik wees er reeds op, toen ik een .overzicht gaf van het werk der Schrijfster —• dit boek staat ook weer aan den ingang van een nieuwe groep van geschriften, die, waarin we den laatsten trek van het beeld der Schrijfster vinden.

De geschiedenis van Marianne Roske toch is de duidelijke demonstratie in verhaal-vorm van de meening, dat voor een vrouw alleen werkelijke levensbevrediging te vinden is in de vervulling van de taak, die voortvloeit uit het moederschap.

In haar diepste zijn, aldus Ina Boudier—^Bakker, is een vrouw moeder, haar heele ziel, gansch haar wezen is aangelegd op dat wondere geheel van sentimenten, dat ligt opgesloten in het moederzijn. En die gedachte is het, die ze scherp en onomwonden, zooals zij dat doet, poneert in al haar volgende geschriften: „de Moderne Vrouw en haar tekort", „Moeders", „Springvloed", „Twee Voeten",

„De Klop op de Deur".

Daarmee dan ontbloeit voor ons oog een derde, rijkkleurige bloem in den tuin van haar werkzaamheid, een bloem, die we al aanstonds in haar werk hebben zien knoppen. Want, als ik u er op wijs, stemt ge het mij toe —• heel haar werk doo'r, van het eerste boek af, zien we de moederfiguur. Die is er, altijd en overal. Zwak eerst nog in de Moeder uit „Het Verleden", de moeder uit „Wat komen zal", de moeder uit „Het beloofde land", maar dan allengs groeiend tot een in-liefdesterke, rijke, overwinnende figuur, in de moeder uit „Het hoogste recht", in de moeders uit „Ongeweten dingen" (de schets „Hagar"), en „De Straat".

— En dan zien we in de laatste geschriften die mcedergestalte alléén; naar haar groeit ten slotte heel de werkzaamheid van deze Schrijfster toe. Want, als omstreeks 1920/1921 de emancipatie-gedachte verworden gaat tot een pleiten voor zelf bestemmingsrecht, slingert ze haar temperamentvole brochure „De Moderne Vrouw en haar tekort" de wereld in, die, na een vlammend betoog over de armoede van de moderne vrouw (daar heeft men weer de geestelijke armoede) eindigt met de woorden: „de geest der moeders is het, die de wereld maakt". En als die brochure veel stof opjaagt en veel tegengeschrijf uitlokt, komt ze met de novelle „Moeders", waarin ze met helle kleuren toekent, hoe iedere vrouw moeder is in haar eigenlijkheid, niet slechts Tea Lamers, de om het moederschap dwingende hoofdfiguur, maar al de vrouwen uit het door kinderziekte bezochte dorpje.

En in „Twee Voeten" betoogt ze hetzelfde, kalmer wel, maar niet minder indringend, zoogoed als in meer dan één figuur uit „De Klop op de Deur".

En zie nu eens, na dit alles, de gi'oote lijnen van het beeld dezer Schrijfster: ze analyseert het leven, ziet overal de donkere plekken van leegte en vergeling — maar zet centraal de moeder èn het kind, dat is, ze wijst aan, dat de volle, koesterende levenswarmte te vinden is in en te putten is uit de echte, wezenlijke verhouding van moeder en kind. Want in de liefde en de zorg voor het kind is het leven der moeder rijk en vol, en uit die liefde put het kind, straks man of vrouw, de kracht, om in het leven gelukkig te zijn.

Om dit thema groepeeren zich al de vele figuren die we in het werk van Ina Boudier—Bakker vinden.

In allerlei verhoudingen teekent ze het leven zonder deze liefde of de sterkende kracht daarvan in het verleden, die den ouderdom overglanst.

Typisch b.v. is de figuur van de oude vrouw, die is verstard omdat ze gebrek geleden heeft aan liefde en niet de gelegenheid heeft gehad liefde te geven. Zie maar de domineesvrouw uit „De Straat", de fabriekseigenares uit „Machten" (schets Angst), de oude moeder uit „Ongeweten dingen" (schets Een pleit). Typisch is ook de figuur van het kind, dat moederliefde ontbeert: Dirk uit „Kinderen", de onderwijzersdochtertjes uit „Bloesem" en daartegenover het kind, dat de koestering van die liefde als bezit heeft leeren kennen („de Oudste" en „Jetje" uit „Kinderen"). Ik noem ook in dit verband weer „De Klop op de Deur", dat van beide kinder-gestalten meer dan één voorbeeld geeft, zooals het ook de verschillende moeder-figuren kent. In den breede heb ik hierover gehandeld in het Janiiari-nummer 1931 van het tijdschrift „Stemmen des Tijds", zoodat ik den lezer, die de gegeven karakteristiek op dezen roman wil toegepast zien, daarheen verwijs.

Als ik dan nu, nadat we de geheele ontwikkelingslijn der Schrijfster hebben gevolgd, tot een samenvatting moet komen, die het karakter van haar werk aangeeft, dan is het deze: Ina Boudier-Bakker is de Auteur die de geestelijke armoede teekent, als oorzaak daarvan aanwijst gebrek aan liefde en daaruit voortkomende levensleegte, en als remedie noemt het moederscha, p van de vrouw op de basis van een gezond en gelukkig huwelijksleven. Want „de geest der moeders is het, die de wereld maakt".

Misschien zegt iemand: dan heeft deze moderne Schrijfster toch weinig modems.

Inderdaad, Ina Boudier—Bakker heeft weinig modems. Want de moderne mensch, die poseert als denker en, prat op de wonderen der techniek, het air heeft van wereldveroveraar, is allerminst van geestelijke armoede overtuigd, erkent bij zichzelf ook niet het gebrek aan liefde, waarvan zij spreekt en wil heelemaal niet weten van het moederschap als hoogste vervulling ^ran het vrouwenleven, noch ook van het huwelijk als levensbasis.

Neen, voor lezeressen, die alleen genieten kim, nen als ze worden binnengeleid in een milieu van bibelots, bonbons, ..parfmns, of in de zwoele atmosfeer van een chic restaurant of een dancingpalace —• voor zulke lezeressen heeft het werk van Ina Boudier—Bakker geen bekoring. Zij kunnen beter zich vinden in de rornans van Mevr. van Ammers—Kuiler of Willy Corsari.

En ook in dit opzicht heeft Ina Boudier—Bakker niets modems, dat ze niet werkt met de literair© confetti van dezen tijd: Freudianisme, citaten uit een of anderen Franschen dichter ol schrijver, quasi-philosophisch gepraat over het leven en de levensverschijnselen.

Van al die roman-foefjes die evenzoovele speculaties zijn op publieke waardeering, wil zij niet weten. Want — en dat verklaart alles — ze dijjft niet met den stroom van het moderne leven mee, maar ze zet er zich schrap tegen in en dat te meer, naarmate het moderne leven modemer wordt.

Armoede is dat alles voor haar — geestelijke armoede. — Met haar onverbiddelijken waarheidszin ziet ge onder al die fonkelende en ruischende uiterlijkheid de geestelijke verkommering, den honger naar levensinhoud. En daarom heeft ze voor het moderne geslacht meer beteekenis, zal ze ook in het geheel der latere nederlandsche literatuur een blijvender plaats behouden, dan de Auteurs, die naar de moderne levenshouding zich in hun werk hebben georiënteerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Ina Boudier-Bakker en baar werk.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1931

De Reformatie | 8 Pagina's