Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Helena-figuur in de Faust van Goethe.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Helena-figuur in de Faust van Goethe.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verzuchting: Goethe — und kein Ende schijnt wel volkomen gewettigd voor wie telkens weer wordt uitgenoodigd mede in te stemmen in de Goethe-vereering, waaraan ons geslacht permanent laboreert, en die in deze dagen, waarin de herdenking van zijn sterfdag, nu honderd jaar geleden, valt, nog eens bijzonder oplaait. Het doet ietwat armelijk aan, en getuigt in ieder geval niet van een overvloeienden levensrijkdom, wanneer het eigen leven van zoovelen uit een anderen, lateren tijd zoo volledig opgaat in de bestudeering en bewondering van de levensgeschiedenis van een man, wiens hoogste idealen tenslotte binnen de grenzen van zijn eigen persoonlijkheid besloten bleven. Er is immers wel geen mensch, wiens leven zoo ijverig en minitieus tot in de fijnste détails is bestudeerd, wiens gangen zoo van dag 'tot dag, bijna van uur tot uur, zijn nagegaan, en in wiens veelzijdige geestelijke nalatenschap zoo voortdurend wordt gesnuffeld door litterator en histo^ ricus.

Daar is althans één goed resultaat van al dit nauwgezette werk, dat omvangrijke bibliotheken bijna niet meer kxmnen bevatten, en dat is dat alle gegevens van Goethe's leven, die noodig zijn voor een goed begrip van zijn vele litteraire producten, voorhanden en gerangschikt zijn; en zoo defileeren ook in iedere biographie voor ons de niet weinige vrouwen, die in zijn leven een grootere of Ideinere rol hebben gespeeld en hun tol moesten betalen aan zijn genie, wier harten brandstoif waren voor het vuur van zijn daemon. Het is immers wel niet twijfelachtig, dat Goethe aan den omgang met vrouwen van hoog geestelijk peil en .groote innerlijke beschaving de krachtigste impulsen en de schoonste motieven voor zijn dichterlijke verbeeldingen heeft ontleend.

Maar temidden van die lange rij vrouwengestalten, die zijn leven hebben vervuld en die wij weer in zijn drama's ons tegemoet zien treden, is er één, die niet aan een achttiende-eeuwsche werkelijkheid schijnt ontstegen, en die toch zijn geest jarenlang heeft geboeid. Deze vrouw, die door haar herhaalde verschijning in den Faust onze aandacht trekt, en toch niet aan een romantische sfeer is ontsproten, is niemand minder dan de oud-Grieksche Helena, om wier schoonheid twee duizend jaar geleden Troie reeds in vlammen opging. En in de Faust zal men ook het antwoord moeten zoeken op de vraag welke waarde deze Helleensche figuur, wier heeld vele jaren lang niet uit zijn geest wilde wijken, in zijn leven heeft vertegenv/oordigd.

Het is begrijpelijk hoe haar historische gestalte niet volkomen langs een natuurlijken weg in de handeling van het drama kon optreden; terwijl de eene maal de kunstgroep van een tooverwoord noodig is om haar figuur op te roepen, kan men haar de andere maal alleen naderbij komen door een phantastische reis door het luchtruim naar Griekenland's heihgen bodem.

Het is in de ridderzaal van het keizerlijke hof, waarheen Mephisto. .Faust heeft gevoerd na het einde der Gretchen-tragedie, waaruit zijn faustisch wezen ongebroken te voorschijn kwam om rusteloos in mateloozen drang verder te streven om het oneindige te omvatten, dat Faust voor het eerst de gedaante van Helena voor zich ziet, door magisch woord opgeroepen uit het grondelooze diep van het rijk der moeders. Hier dan voor het eerst ziet hij die Helena, wier vluchtig spiegelbeeld in de heksenkeuken zijn zimien reeds zoo in beroering had gebracht. Maar in de geweldige ontroering die ook thans weer hem bevangt, vergeet hij dat het ook nu nog een ijle gedaante, een ruimtelijk beeld, een phantoom is, dat hij aanschouwt, en zijn titanendrift drijft hem er toe deze wondefschoone vrouw met beide armen te omvatten; maar ook nu weer moet hij schipbreuk lijden aan dezen faustischen drang en terwijl het phantoom aan den greep zijner vingeren ontvlucht en een explosie hem bewusteloos ter aarde slingert, moet hij leeren dat men niet straffeloos de grenzen der aesthetischcontemplatieve sfeer, waarin hij zich bevond, kan overschrijden. Men kan niet zonder meer eea aesthetisch ideaal als werkelijkh3id omgrijpen.

Het is na een lange lethargie dat Faust eindelijk uit deze verdooving ontwaakt; maar, al heeft hij geleerd dat men beeld en werkelijkheid niet zoo maar voor elkaar mag substitueeren, Helena laat hem geen rust, en het is een gelukkige omstandigheid dat juist in dezen tijd de klassieke Walpurgisnacht valt, die Faust in de gelegenheid kan stellen door den aether Griekenland te bereiken en Helenain haar eigen omgeving en land op te zoeken. Niet zoodira raken zijn voeten dan ook den Helleenschen grond of hij vraagt haastig: Wo ist sie ? en gaat eea niet-geringe activiteit ontwikkelen om haar te via-

den, gaat Proserpina zeU in de onderwereld vragen Helena uit het rijk der schimmen los te laten. Ën zoo kan het gebeuren dat het tooneel plotseling een paar duizend jaar terug schijnt verplaatst, waimeer Helena, nu niet meer als beeld, maar als werkelijke vrouw in historische situatie in het oude Sparta optreedt.

Met ilistigen zin, (door voorspiegeling van dreigend gevaar weet nu Mephisto, in de gedaante van Phorkyas, Helena er toe te be^ wegen met haar gevolg bescherming te zoeken bij Faust in diens Middelesuwschen burcht, die hg inmiddels heeft betrokken. En wanneer dan Helena plechtig de toegangspoort doorschrijdt, treedt hier het ideaal der antieke schoonheid in levenden lijve in de romantische wereld der middeleeuwen in, verkrijgt Faust eindelijk het doel van zijn ontembaar streven, en vereenigt zich met Helena m kunst, waarin zij het haar onbekende Germaanh sche rijm leert kennen, en in liefde, waaruit stralcs hun beider zoon Euphorion wordt geboren. De verbinding met een vrouw geschiedt nu niet, — als vroeger wel — in de bedwelming van een zinnenroes, maar hij nadert haar met open oogen en welbewust van de draagwijdte van zijn handelen, en het schijnt dan ook of dit het oogenblik zal zijn, waarin hij geheel kan opgaan, waarvan hij den duur zal wenschen en daarmee de weddenschap uit den proloog beëindigen. Maar het is nu niet zijn eigen faustische drang, maar die welke zich in Euphorion roert, die hem deze rust niet zal gunnen. Want de jonge knaap wordt al overmoediger, hij schiet reeds f-ls Ikarus vleugels aan, maar nauwelijks heeft ™J zich boven den aardbodem verheven, of hij tuimelt met gebroken wieken ter aarde; zijn ziel zweeft naar de onderwereld, en op zijn roep: „Lasz mich im düstern Reich, Mutter, mich nicht allein!" gaat ook Helena v/eer terug naar de plaats vanwaar ze kwam, met de bede: „Persephoneia, nimmt den Knaben auf, und mich."

Zoo wordt aan Helena het oude woord bevestigd, dasz Glück und Schönheit dauerhaft sich nicht vereint, en de vereeniging van Faust met Helena wordt geen duurzaaam geluk, geen blijvend huwelijk, waarin de titaan tot rust komt. De verbinding van de romantische wereld met zijn onstuimige tendenz naar het universeelé en absolute, en de klassieke, waarin alle spanningen zijn opgeheven, evenwicht en harmonie elke verhouding bepaalt, wordt incidenteel ©n principieel doorbroken. Ook naast Helena zelf^ het prototype der klassieke schoonheid, vindt Faust niet de rust van het durend moment, dat hij zal prijzen. Eerst als hij veel verder het leven is doorgestormd, zich geworpen heeft op werk van meer dan persoonlijke, van maatschappelijk-cultureele waarde, en zelf in de verzorging van een volk en de inpoldering van land actief sociaal-ethisch bezig is, komt het oogenblik waarin voor het eerst zich ©en gevoel van voldoening van hem meester maakt, en waartoe hij zegt: „Verweile doch, du bist so schön!"

Dit zeggen beteekent dan de dood van Faust en Mephisto wint daardoor de weddenschap, maar toch vaart Faust, die zich altijd heeft afgetobd en in niet te stuiten dadendrang voorwaarts heeft gestreefd, getrokken door de kracht van eeuwige liefde en goddelijke genade, op naar hooger sferen onder het gezang van mystieke koren, waaronder zich ook Gretchen mengt als una poenitentium.

Dit mag uit het bovenstaande wel duidelijk zijn. dat evenals Gretchen, waarmee hij zijn aardsch© liefde uitleefde, ook Helena, waartoe zijn schoonheidsdrang hem dreef, voor Faust in zijn leven niet meer was dan een episode, al bracht deze laatste ook veel diepere lagen van zijn gemoed in beweging dan de eerst©. Helena nu beteekent in den Faust niets anders dan wat ze altijd heeft beteekend: het ideaal der klassieke schoonheid. Deze terugkeer van Helena in de onderwereld, als ze Faust geen duurzaam oogenblik van waar geluk kan schenken, haar voorbijgaan als antiek symbool, waarin de ge©st op den duur toch geen rust vindt, mag vreemd schijnen voor wie de groot© liefde van Goethe kent voor de klassiek© wereld; zeide hij niet eens: Wir sind alle Pilger, die wir das Altertum suchen? Toch kan er geen twijfel over zijn, of de aesthetische levenssfeer, de aesthetische leveasbeschouwing en wer, lJconcepii3 biedt aan Faust niet de voldoening en het geluk dat hij zoekt en eerst vindt, wanneer hij naar een hooger niveau is gestegen, het ethische, vanwaar het uitzicht vrij wordt naar d© religieuze sfeer, die ze beide overspant.

Het is goed deze belijdenis over het onvoldoend© van een zuiver aesthetische Lvcnsvisie te vememon uit den mond van den grijzen Goethe. Zij behelst een diepe levenswijsheid, die echter, wanneer ik goed zie, bij Goethe niet voortkwam uit een persoonlijke doorleving, die het leven wendt, maar uit een inzicht, ©en Ahnung, die hem, den laatsten Griek, helaas niet dichter bij het Christendom heeft gebracht.

Dr G. A. LINDEBOOM.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

De Helena-figuur in de Faust van Goethe.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1932

De Reformatie | 8 Pagina's