Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het activiteitselement en de Gereformeerde Jeugdbeweging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het activiteitselement en de Gereformeerde Jeugdbeweging.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Ik ben mij bewust, wanneer ik dezen titel zet boven de serie artikelen, welke ik ga geven, dat ik betrekkelijk een verzamelnaam ga gebruiken en ik dit begrip niet maar neem in den meer praegnanten zin, waarin ik het opvatte op de Jaarvergadering van den Bond voor Grereformeerde Jeugdorganisatie, 1930 te Utrecht gehouden, toen ik eenige critiek uitoefende op en ©enige vragen stelde naar aanleiding van het daar behandelde m aanvaarde Methodiek-rapport van de Commissie, voor deze aangelegenheid benoemd door geaioemden Bond. 1)

Ik gebruik echter dezen titel voor hetgeen ik ga schrijven, naar aanleiding, van wat de heer J. Schouten gegeven heeft op de Conferentie, gehouden in de Pinkstervireek 1931 te Noordwijk, uitgeschreven door de Contact-commissie der drie groote landelijke Gereformeerde Jeugdbonden.

Op deze conferentie heeft hij onder de oogen, gezien, of versterking en uitbreiding van het activiteitselement in het Gereformeerd Jeugdwerk principieel geoorloofd is.

a. omdat de psychologie van de jeugd deze vordert;

b. omdat het karakter van onzen tijd deze vereischt;

c. omdat de afval in onze dagen noopt tot evangelisatie eii deze de tot heden uitgesloten activiteit vraagt.

Zoo bracht de geachte spreker op dit congres ter sprake de psychologie van de rijpende en rijpere jeugd, de plaats der lichamelijke oefening, van het spel en de sport, enz. En boven zijn referaat plaatste hij het opschrift: „Het activiteitselement in de jeugdorganisatie op Gereformeerden grondslag".

Waar wij niet op deze conferentie konden tegenwoordig zijn en dus onze meening ten opzichte vau het een en ander niet nader konden uiteenzetten, achten wij ons geroepen de naar voren gebrachte meeningen en uitspraken nader te bezien, temeer omdat het o> n der werp zeer belangrijk i s. Dit bleek reeds op de conferentie.

Immers, wij wijzen er in de eerste plaats op, dat een zeer uitgebreide en belangrijke discussie op dit referaat'volgde. Daarbij openbaarde zich verschil van gevoelen en zoodanig, dat het aan de Commissie, daarvoor benoemd, niet mogelijk bleek een eenstemmige conclusie omtrent de betreffende zaken aan de conferentie voor te stellen, wat anders wel de gewoonte is.

la de tweede plaats vestigen wij de aandacht er op, dat dit referaat van den heer J. Schouten oorzaak is geworden van een uitgebreide discussie, uie nog niet beëindigd is. Het was te begrijpen, dat inzonderheid zij, die de zaak der g e o-r g animeerde lichamelijke oefening en sport 'n Christelijke Vereenigingen voorstaan, in het geweer zouden komen. Geen wonder, het bestaansrecht hunner Vereenigingen kwam in gevaar. Had de heer Schouten niet uitgesprofeen: , , Principiëele motieven, welke ons moeten doen kiezen voor georganiseerde lichamelijke oefening, voor g e-organiseerde beoefening van de ontspanning, van sport en spel ten behoeve van de rijpende en rijpere jeugd, zijn '"" "eeds in het algemeen niet bekend. De lichaii. ) geboden, de ontspanning kan ii-.-.A .. .JU gemist, maar een oordeelkundig geleid leven biedt daarvoor voldoende gelegenheid, buiten eenig b 1 ij - vend organisatorisch verband." De stemmen van protest weerklonken van de zijde van het Christelijk Gymnastiek Verbond, van den Chr. Voetbalbond, enz. In het gemeenschappelijk orgaan dezer Vereenigingen („Lichamelijke Oefening") voelden de leiders zich geroepen protest tegen de opinie van den heer Schouten aan te teekenen en het bestaansrecht en de plaats van hun organisaties te verdedigen.

In de derde plaats achtte „Mamix" in de „Groninger Kerkbode" zich geroepen, eenige artikelen te plaatsen, waarin hij, naar aanleiding van een Groninger Sportbetooging, „een scherpen aanval richtte tegen de Christelijke beweging voor Lichamelijke Oefening". Zoo^ wordt n.l. de inhoud dezer artikelen weergegeven in een „Op e n Brief" aan den Heer Mamix naar aanleiding van zijn schrijven, uitgegeven door het Propaganda-Bureau van het Ned. Christelijk Gymnastiek Verbond. Dit gaf weer aanleiding tot een nieuwe serie artikelen van „Marnix" (den heer A. Zijlstra), waarop van zelf de genoemde organisatie, gelijk zij reeds uitgesproken heeft, zal terugkomen.

Zoo is de discussie over het activiteitselement in de Gereformeerde Jeugdbeweging (een woord, door mij het eerst gebruikt) in vollen gang. De heer "Schouten zal wel niet anders verwacht hebben. Zeide hij zelf niet in zijn referaat, dat hij, met name wat het punt, hierboven vermeld, zich bewust was in te gaan tegen de opvattingen van door hem hooggeschatte leiders in het Gereformeerde Jeugdwerk, zooals de heeren P, van Nes Czn, Th. Heukels, Prof. Dr G. Ch. A.alders, Joh. C. Franeken?

Laat het ons vergund mogen zijn, in een serie artikelen niet de oplossing in dit geding te geven, maar wel eenige zaken naar voren te brengen, die richting kunnen geven, naar wij hopen tot verheldering kunnen strekken. Het zal daarbij blijken, dat wij meenen van den heer Schouten te moeten verschillen.

Voordat wij tot de behandeling van ons onderwerp overgaan, dunkt het ons goed eenige opmerkingen vooraf te laten gaan. Immers, het is wel gebleken, dat misverstand spoedig kan r ij z e n en sommigen geneigd zijn iemand aanstonds in een hoek te duwen, waarin hij absoluut niet geplaatst wil zijn. Dat overkwam den schrijver dezer artikelen reeds, toen hij eenige opmerkingen, naar boven vermeld, op de Jaarvergadering van den Bond voor Gereformeerde Jeugdorganisatie maakte naar aanleiding van het Methodiek-rapport. Een der Bestuursleden van dezen Bond, de heer M. Grashoff, meende al dadelijk, dat ik een aanhanger geworden was van de methode van arbeiden van het Ned. Jongelingsverbond. Gelukkig, dat de voorzitter van genoemden Bond, de heer Joh. C. Franeken, helderder bhk had en constateerde, dat mijn interruptie van protest volkomen billijk was. Het is verblijdend, dat de heer J. Schouten in zijn referaat dit element, dat hier geen element is, geheel uitgeschakeld heeft en werkelijk een poging heeft gedaan, om de zaak van principieel standpunt te bezien. Waardeering daarvoor zij hem van ganscher harte aangeboden.

Een tweede opmerking. Ik schakel in mijn artikelen de discussie, die gerezen is tusschen „Marnix" en den schrijver van den „Open Brief", uitdrukkelijk uit. In den „Open Brief" wordt te hoog van den toren geblazen. Hij verraadt een zekere geïrriteerdheid, die voor een goede en vruchtdragende discussie niet geschikt is.

Ten derde willen wij opmerken, dat wij iii de zaak, die ons thans bezig houdt, een eigen opinie hebben en een eigen standpunt innemen. In zijn referaat bespreekt de heer Schouten een drietal zaken, in het begin van ons artikel genoemd. De eerste meening concentreert hij op wat ik gegeven heb. Fiat. De tweede meening is de opinie van Dr H. K a a j an naar den inhoud van verschillende artikelen, doorhem in de „Utrechtscibe Kerkbode" geschreven. Het is zoo. De derde zaak is naar voren gebracht door Dr S. O. Los, in het „Kerkblad der Geref. Kerken van Den Haag-Oost en - West" onder den titel: „Evangeüsatie onder knapen en meisjes". Nadrukkelijk willen wij uitspreken, dat wij in onze meening omtrent één zeker punt, niet vereenzelvigd willen worden met hetgeen andere personen omtrent andere zaken hebben gegeven. Dit klemt te meer, daar wij bedenkingen hebben tegen hetgeen de beide genoemde heeren in deze willen. Ddt wil niet zeggen, dat de vraagstukken, door hen besproken, niet van groot gewicht zijn. Integendeel^ de verhouding der „studeerenden" tot onze Jeugdbeweging, waarover Dr H. Kaajan het voornamelijk heeft, en van de roeping tegenover de afgedwaalden en afdwalenden onder onze jongeren in de Gereformeerde kringen, waarover Dr S. O. Los zijn gedachten uit, zijn allerbelangrijkst en verdienen nauwgezette overweging.

Een vierde opmerking is de volgende. Wij handhaven de doelstelling van den Nederl, Bond van Jongel. Vereenigingen op Geref. grondslag en van den Bond van Meisjes vereenigingen op Geref. grondslag ONVERZWAKT. Zij hebben principieel gekozen voor de geestelijk-zedelijke vorming der jeugdigen in hun Vereenigingen. Wij zijn het daar van harte mee eens. De zaak van de activiteit, waarover wij het een en ander opmerkten op de Jaarvergadering van den Bond voor Geref. Jeugdorganisatie, had betrekking op de jeugdigen, inzonderheid van 12—16 jaar. En in dezen Bond is men reeds over gegaan TOT VERRUIMING VAN DE DOELSTELLING, want als doel en taak van de Knapen; en Meisjesvergaderingen heeft men, behalve de geestelijk-zedelijke vorming, ook gesteld de AESTHETISCHE en LICHAMELIJKE OPVOEDING. Hetgeen de heer Schouten dus heeft opgemerkt, gaat niet alleen tegen hetgeen eenige heeren hebben opgemerkt, maar richt zidi ook tegen hetgeen één der drie groote landelijke Gereformeerde Bonden in zijn doelstelling heeft opgenomen. Hij heeft dat in zijn referaat, naar heit verslag, wel niet gezegd, maar de zaak als zaak is toch zoo. En dit is een ernstig en gewichtig feit. Want daarmede is de eenheid in doelstelling der drie Bonden verbroken. Wij komen hierop nog nader terug.

KNOPPERS.


T, •' ^'^ voor dit rapport het Leidersblad van genoemden cond, Februari en Maart 1930; voor de door mij gemaakte opmerkingen naar aanleiding - van dit rapport het Leiders-Olad van Juni 1930.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Het activiteitselement en de Gereformeerde Jeugdbeweging.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's