Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verwerping van bet Oude Testament in het heden en verleden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verwerping van bet Oude Testament in het heden en verleden.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Het Nationaal-Socialisme, met name dat in Duitschland, is reeds door velen en op velerlei manier besproken. Grondslag en geestelijke achtergrond van deze beweging waren voorwerp van onderzoek. De kerkstrijd in Duitschland vooral, ontbrand onder invloed van de nieuwe richting, bracht ook bij ons de gemoederen in beweging. Inmiddels snelt onze bewogen tijd voort; beroeringen in binnen-en buitenland vragen opnieuw onze aandacht.

Aan het nationaal-socialisme zijn we gewend en meenen het te kennen in zijn aard en wezen; de strijd van de Duitsche geloovigen is voor een tijd aan onze aandacht ontsnapt en we hooren er weinig meer van.

Ja, nog over deze dingen te schrijven zou haast beteekenen: niet actueel meer zijn.

Toch is hel, meen ik, niet ondienstig, om in deze rubriek te wijzen op een begeleidend verschijnsel inden strijd van de afgeloopen maanden: de verwerping van het Oude Testament. En wel omdat de strijd tegen het O. T. van heden, ook al zal het Nationaal-Socialisme verdwenen zijn en de kerkstrijd beëindigd, een nieuw pimt zal zijn op de lijn der historie van de bestrijding van het O. T. die bijna zoo oud is als de Christelijke Kerk.

Mogelijk zou de meening kunnen post vatten dat de pogingen om het O. T. te verwerpen en van goddelijk gezag te berooven, eerst opgekomen zijn in onzen tijd en door de Duitsche Nationaal-Socialisten begonnen zijn uit feilen Jodenhaat. Niets is echter minder waar! De verwerping van het O. T. heeft haar geschiedenis.

Iets van deze geschiedenis te vertellen en, zoo het kan, eenige lijn daarin te teekenen, is het doel van deze artikelen.

Ketterijen in de Kerk, ook al verschijnen zij in een modem gewaad en passen zij zich aan bij de verschillende tijden, zijn in den regel niet nieuw. Meestal vinden zij hun oorsprong in het ver verleden en bij de opkomst van de Christelijke Kerk zelf. Zoo ook de ketterij van de verwerping van het O. T. De vader van deze dwaling is M a r c i o n, geboren omstreeks 83 na Chr. in Sinope, een stad in Klein-Azië aan de Zwarte Zee, een landsman en misschien ook een stadgenoot van Paulus' medewerker, den Jood Aquila. (Hand. 18:2.)

Omstreeks het öegin van onze jaartelling werden aan de Zuidkust van de Zwarte Zee Joodsche gemeenten aanjetrolfen en, naar de bekende geleerde von liarnack vermoedt, schijnt ook Marcion aanvankelijk een aanhanger geweest te zijn van de Joodsche godsdienst.

Uit den eersten zendbrief van Petrus blijkt, dat er ook reeds vroeg Christenen daar gevonden werden en dat hun aantal in den tijd, waarin Marcion leefde, groot geweest moet zijn, wordt ons duidelijk uit de mededeelingen die de stadhouder Plinius daarover doet aan zijn keizer Trajanus.

Ook Marcion is in Sinope lid geweest van de Christelijke gemeente, doch werd, zonder eenigen twijfel wegens zijn groote afwijkingen in de leer, geëxcommuniceerd. Hij begaf zich naar Klein-Azië, waar hij propaganda probeerde te maken voor zijn opvattingen, doch door de opzieners der gemeenten werd afgewezen. Toen hij zoo ook het vertrouwen zocht te winnen van den bekenden Polycarpus van Smyrna, moet deze hem toegevoegd hebben, dat hij hem beschouwde als den eerstgeborene van den Satan.

Thans trok Marcion naar Rome. Kon hij in de gemeente van de hoofdstad des Piijks met zijn ketterij voet aan den grond krijgen, dan was de mogelijkheid groot dat hij langs dezen weg de geheele Christelijke Kerk zou kunnen beinvloeden. Hij trad toe tot de gemeente aldaar en schonk haar bij zijn toetreden een geldsom ter waarde van f20.000. Mocht men al iets van Marcions verleden geweten hebben, zulk een vorstelijke gift kan 't zijiie er toe bijgedragen hebben om voorloopig een afwachtende houding aan te nemen. Waarschijnlijk ook heeft hij zich aanvankelijk van openlijke propaganda onthouden en eerst in de stilte van het studeervertrek zijn leer volledig uitgewerkt.

Dan treedt Marcion in 't openbaar op voor de gemeente van Rome en noodigt haar uit voor zijn leeringen positie te kiezen.

De hierop volgende besprekingen eindigden met een positieve afwijzing van de vreeselijke dwaalleer en de ketter wordt uitgebannen; ook zijn geld wordt hem teruggegeven.

Met geweldige energie vangt hij nu zijn propaganda aan en met zooveel succes, dat omstreeks 150 na Chr. de apologeet Justinus schrijft, dat zijn leer zich heeft verbreid over het gansche menschelijke geslacht en in denzelfden geest bericht ons Marcions groote bestrijder Tertullianus.

Is de overlevering al karig met mededeelingen aangaande Marcions levenswerk, over deze laatste periode van zijn werkzaamheid zwijgt zij bijna geheel. Wij zien slechts de vruchten en weten dat er reeds in het tijdvak van 160—190 na Chr. in bijna alle Romeinsche provincies Marcionitische kerken gevonden werden en een dreigend gevaar beteekena hebben voor de Christelijke Kerk.

Wij komen thans tot Marcions leer. Het uitgangspunt van zijn ketterij is gelegen in de Paulinische tegenstelling tusschen Wet en Evangelie, zooals deze door den Apostel wordt uiteengezet in zijn brieven aan de Romeinen en de Galaten. Paulus heeft gezien dat er vele Christenen waren, vooral zij die aanhangers geweest waren van den Joodschen godsdienst, hetzij als Joden of als Joodsche proselieten, voor wie het verschil tusschen Wet en Evangelie niet duidelijk was. Zij leefden als het ware nog onder het Oude Verbond, van meeuing zich door trouwe vervulling van de eischen der Wet de zaligheid te kunnen verwerven.

Paulus wijst hen er echter op dat de mensch de Wet niet kan vervullen, dat deze den dood werkt, maar dat Christus de Wet voor ons vervuld heeft. Christus is het begin van een nieuwe periode, maar ook de afsluiter van het Oude Verbond. Daar is dus een tegenstelling en een verschil, maar ook een verbinding tusschen beide perioden: Christus Zelf. Marcion, groot bewonderaar van Paulus, heeft zich in de gedachten van deze brieven verdiept en zag ook duidelijk de tegenstelling, maar — en dat is de grondoorzaak van zijn dwaalleer — zonder verband. Voor hem is Christus niet de verbindende schakel tusschen het Oude en het Nieuwe Verbond, maar hij trekt een scheidslijn vóór Christus, zoodat er een onoverbrugbare kloof ontstaattusschende Wet met den wetsvolbrenging-eischenden God aan den eenen kant en Christus den Verlosser aan den anderen kant.

Wie in dit dualisme vervalt, moet noodzakelijkerwijs komen tot de verwerping van het O. T.. Zegt Christus zelf niet dat de Wet en de Profeten slechts tot Johannes reiken? *

Doch Mareion verwerpt niet alleen het O. T. met den daarin aangekondigden God, den God der Joden, maar door de antithese met den Verlosser wordt Hij tot den kwaden God, die de wereld met alles wat daarin leeft geschapen heeft en als een wreed tyran onderdrukt, van wiens gruwelijke heerschappij het schepsel door Christus den verlossenden God, die niets met deze wereld te maken heeft, bevrijd wordt. Hieruit volgt, dat Marcion het O. T. niet verwerpt als een boek van leugens en verzinsels. Neen, integendeel, het O. T. is voor hem van A tot Z werkelijke historiebeschrijving. Daar, naar de prediking van Christus en Paulus, de genade om niet gegeven is, moet de Verlosser niets met deze wereld te maken hebben volgens Marcion, want was hij de Schepper en Wetgever, dan kon Hij zich niet van de verplichling ontslaan om Zijn schepping te redden.

Zoo is in het kort de ontwikkeling van Marcions gedachtengang geweest.

Wij hebben gezien, dat Marcion uitgaat van Paulus' geschriften, als basis voor zijn leer. Paulus is voor licm de apostel die alleen Christus goed begrepen heeft. Maar hoe komt het dan dat in Paulus' brieven zeer veel gevonden wordt, dat met Marcions beschouwing in flagranten strijd is! Daar heeft liij maar één oplossing voor: de waarheid is onder Joodschen invloed vervalscht. Het bewijs hiervoor ontleent hij weer aan Paulus, voornamelijk aan den brief aan de Galaten. (Gal. 1.) De apostel verklaart dat er slechts één Evangelie is, n.l. dat hij verkondigd heeft, doch dat er zijn die een ander, valsch, d.w.z. Judaïstisch Evangelie willen prediken.

Het Evangelie dal Paulus bedoelt moet dus vrij zijn van allen Joodschen invloed, dat is: geen verband hebben met het O. T.. Hieruit volgt voor Marcion dat ook Paulus' brieven vervalscht moeten zijn, daar er veel in aan te wijzen is, waar dat verband wel aanwezig is.

Welk is nu het ééne Evangelie waar Paulus van spreekt? Het moet zich bevinden onder de vier Evangeliën, maar welk van de vier is het authentieke? Tertullianus bericht ons dat Marcion ze alle vier aan een onderzoek heeft onderworpen. In hun huidigcn vorm echter deugden ze geen van allen, doch waren in hun geheel falsificaties of gedeeltelijk vervalscht. In één er van was evenwel, volgens Marcion, een deel der waai-heid bewaard gebleven, al was ook dit, evenals de brieven van Paulus, niet zuiver meer door de toevoegingen en vervalschingen der Judaïsten. Dit was het Eva n-g e 1 i e van L u k a s.

Marcion ziel zich thans de taak opgelegd om den tekst van dit Evangelie en van de brieven van Paulus te zuiveren en in hun ware gedaante te herstellen.

Zoo houdt hij van de Heilige Schrift niet veel meer over: een A p o s t o 1 o s, bestaande uit de van Judaïsmen gezuiverde brieven van Paulus en een Evangeliou, dat een verminkt Evangelie van Lukas is.

Harderwijk.

Dr G. J. D. AALDERS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

De verwerping van bet Oude Testament in het heden en verleden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1934

De Reformatie | 8 Pagina's