Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„ En Zijne handen opheffende, zege„i Hij hen. En het geschiedde als Hij ze zeeën/ dat Hij van hen scheidde." '' Luc. 24:50b, 51

Hemelvaartszegen.

Zóó heeft Christus de aarde verlaten : zegenend. Als het in Gods Raad bepaalde oogenblik van scheiden is gekomen voor den Middelaar, d^ breidt Hij Zijn handen uit, om in een zegenino afscheid te nemen van de wereld en de menschheid. Het is de laatste daad, hel laatste gebaar dal de wereld van de zichtbare gestalte van den Zooj des menschen heeft waargenomen: die zegenende handen... Eerder zullen wij niets meer van Hen zien, dan wanneer straks Zijn blinkende verschij. ning zal slralen in de wolken des hemels. Tot zoolang is de band die ons met Hem verbindt, eej binding van gelóóf en niet van aanschouwen, en daarin ligt de zaligheid. (Joh. 20:29). Maar de verhouding, waarin Hij tot ons staal, is uitgedrukl in die laatste ontroerend-eenvoudige geste: Zijn zegening. Op dien éénen zegen loopt heel Zijn leven en arbeid op aarde uit; al Zijn woordenen werken, alle wonderen en bevelen, alle vertroostingen en weldaden zijn saamgevat in deze dramatische benedictie En die zegen eindigt nimmermeer, maar duurt voort totdat Hij wederkomt

In dien zegen van de hemelvaart ligt dus uitgedrukt, hoe de verhouding vau Christus tot de aarde tijdens Zijn aanwezigheid in den hemel zijn zal. Die verhouding zal van Christus' kant bestaan in: zegen.

Er wordt hier voor zegenen een woord gebruikt, dat letterlijk beteekent: goed-spreken, goedkeuren, ergens iets goeds van zeggen: „en Zijn handen opheffende, sprak Hij het goede over lien uil; en onder dit goedspreken, is Hij van hen gescheiden..."

Hierin ligt de triomf van Christus' hemelvaart: hier schittert de glorie van Christus' wèlgelukt werk!

Immers het ging er om, om den vloek Gods in zegen te verkeeren, om den van de aarde gevluchten zegen Gods weer terug te roepen. Ééns had God de aardg en de menschheid goed-gesproken, gezegend. Dal was de scheppingszegen, het goed-spreken Gods over de wereld: „zie, hel was zeer goed!" (Gen. 1:31). Maar die zegen is is een vloek veranderd. God kón geen goed meer van de wereld en de menschen zeggen, kón niet meer zegenen. „Het aardrijk is om uwentwil vervloekt". (Gen. 3:17). Dat is de ellende, de wanhoop, de nood der wereld: dal God over haar het goede niet meer uitspreekt. De vloek, het toornende woord Gods, omknelt de aarde als een onontkoombaren doem: „In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten... met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens ... met smart zult gij kinderen baren... ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, want gij zijl stof, en zult tot stof wederkeeren..." Ja, die vloek gaat verder dan dit leven en strekt zich uil tot in de eeuwigheid: „vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in hel boek der wet om dat te doen" (Deut 27:36). De mensch, die in de zonde sterft. Wijf! in den dood. Gods vloek omval tijd en eeuwigheid. „Wee u, wee u! Hel ééne wee is weggegaan, zie hel andere komt haast". (Opcnb. 11:14).

Maar nu gaat Christus de aarde verlaten, waarop Hij ongeveer drie en dertig jaar verkeerd heeft En het allerlaatste dat Hij met betrekking tol die gevloekte aarde en afgekeerde menschheid doel, is: haar zegenen! God had sinds den zondeval geen goed meer van den mensch kunnen zeggen, maar slechts kunnen oordeelen: ze zij slecht. Maar nu spreekt Gods Zoon weer uit over de aarde en haar bewoners: Zie, ze zij weer goed, Goddelp goed! Zegenend, goed-sprekend vaart Christus omhoog! O wonder van de hemelvaart! God heeil weer in menschen een welbehagen!

In dat laatste gebaar, waarmede Christus de aarde verlaat, wordt de beteekenis van Zijn heele middelaarswerk samengevat: Hij heeft den vloet in een zegen verkeerd! Omdat Hij Zelf den vloek gedragen heeft, een vloek geworden is voor ons. Hij heeft aan het kruis gehangen onder den vloek. Worstelend en zwoegend onder Gods toorn; draagt Hij in ontzaggelijke spanning, gesteund door d kracht Zijner Godheid, den vloek uit de wereia, uit de menschheid. Hij maakt plaats voor zegen.

Hij bidt voor de wereld om vergeving. Dit kan en mag Hij doen: „Vader, trek Uw vloek weer •» van die menschen, die zondaren, die Gij Mij g geven hebt! Want Ik heb voor hen Uw afkeuring Uw kwade woord gedragen. Nu kunt Gij, o va e , Uw menschen weer zegenen, weer goedspreke • En als bewijs, dal de Vader Zijn offer new^ aangenomen, mag Christus volgens het recht, Hem nu toekomt, de aarde zegenend verlaten. _

jrfaar daarom geldt deze zegen in de eerste plaats jjn kring der discipelen op den Olijfberg; dat is *, Kerk. „En Zijn handen opheffende, zegende lljj 11 en. En als Hij hen zegende, werd Hij op- Jjoineu in den hemel". De cirkel van Christus' uitgespreide ai-men omvat in de eerste plaats de ^gep der discipelen. Zij mogen deelen in de Lffeningen Zijner bizondere genade. Voor Zijn ICerk, Zijn volk, is Hij ten hemel gevaren. Hij heeft voor' hen de gevangenis gevangen genomen en «aven genomen om uit te deelen, de gaven van Zijn genade en Zijn Geest, de gaven van weder- «eboorle, geloof, bekeering, rechlvaardigmaking en Igiligmaldng In den hemel is Hij ons ten goede Jaar. Hij is onze Voorspraak bij den Vader en zendt Zijn geest tot een tegenpand, waardoor wij zoeken de dingen die boven zijn, waar Christus is, {Zondag 18.)

Om dien zegen voor de Zijnen is Christus opgevaren. Die zegen omvat onze volkomen verlossing. ^\i kan de Vader om Christus' wil van zulk een mensch weer Zijn vloek terugtrekken en hem „eer zegenen, Zijn Goddelijke goedkeuring uitjpreken. In Christus is zulk een mensch geen zondusi meer. Daarom spreidt Christus Zijn handen zegenend over hen uit. Zoo verlaat Hij hen en zoo zal Hij hen tot Zich nemen: „Komt, gij gezagenden „lijn Vaders, beërft het Koninkrijk!" (Matth. 25: 34).

Maar als Christus opstijgt ten hemel, dan wordt de kring Zijner zegening steeds grooter en omvat fenslotte de geheele aarde. Heel de wereld, heel de menschheid wordt door Zijn zegenende armen omspannen.

Dit is de beteekenis van Christus' hemelvaart voor heel de wereld! Dat die wereld nog niet is weggezonken onder den vloek Gods, is alleen te danken aan Christus, aan Zijn kruis, Zijn opstanding. Zijn hemelvaart. Dat er nog leven op larde mogelijk is, dat het aardrijk niet alleen doornen en distelen voortbrengt, dat de mensch niet altoos in het zweet van zorgen en zwoegen lijn karig stuk brood behoeft te eten^ dat er nog vreugde en levensgeluk mogelijk is, dat de smarten nog getemperid worden, en er nog levensweelde en schoonheid is onden alle menschen — dat alles danken wij alleen aan dien zegen van Clinistus! God heeft om Zijnentwil den vloek gefemperd en de aarde weer goed-gesproken. Nu ontluiken weer bloemen tusschen de doornen, nu ontspant . zich het gelaat van den zwoegenden mensch weer bijwijlen tot een gelukkigen glimlach. Dit is de allesomvattende weneldbeteekenis van Christus' werk; dit zijn de zegeningen der gesseeiK gratie, die uit Zijn Middelaarswerk voortvloeien. Christus wordt lichamelijk van de aarde gescheiden; als herstelde Koningsmensch beteerscht Hij alle krachten en „wetten" der natuur, om als Eersteling der nieuwe menschheid in Zijn heerlijkheid in te gaan. Maar in het heengaan blijven Zijn handen zegenend uitgespreid, en in den zegen van Zijn hemelvaart verblijdt zich de wereld nog eiken dag...

Maar Zijn gemeente bovenal! „Daarna hief Aaron zijn handen op tot het volk en zegende hen, nadat hij het zondoffer en brandoffer en dankoffer gedaan had " (Leviticus 9; 22).

„Zie, het is alles z«er goed!"

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1936

De Reformatie | 8 Pagina's