Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kampioenen Gods!

Kracht heeft voor de menschen iets zeer aantrekkelijks. Bij de Olj'mpische Feesten komt men in extase voor een robust man, wiens geheele verschijning spreekt van Itracht. En met kranten-oogen en radio-ooren is iedea- op Berlijn georiënteerd in onze dagen. Op zïclizelf is er geen reden om daar hangende schouders minachtend voor op te trekken of een Jioofd als een geknakte bieze meewarig over te schudden. Geen reden om zoo iets te mompelen van; „Arme Wereld", althans op ziclizelf niet. Wij mogen ons gerust voorstellen, dat Adam

is geweest een stérke man! Het lichaam, dat de Heere gemaakt heeft uit het stof der aarde, is een heerlijk lichaam geweest. De verschijning van ons aller vader was als een psalm van kracht en de gestalte van ons aller moeder was als een lofzang van schoonheid. Eens in de Opstanding der Doodeii zal ieder verloste een sterk en schoon lichaam ontvangen. Dan zullen die beide kostelijke Godsgedachten, die wij Stof noemen en Geest noemen, weer in schoone harmonie worden vereenigd. Eens zijn zij als twee zusters voortgekomen uit de gedachten van den Schepper. Gods vingeren modelleerden den mensch het lichaam en Zijn lippen bliezen in hem den geest. De zonde heeft deze schoone twee-cenheid wel niet gansch teniet gedaan, maar de orde in deze samenleving toch bitter verstoord. Tram eens door een drukke stadsstraat en zie die bleeke gezichten, die slappe gestalten met dien slO'ffenden tred en erken dat ook als een stuk van onze ellende.

Daarbij: hoe menige onbeduidende geest woont boven zijn stand in een paleis van een lichaam! En hoe menige begenadigde ziel huist in een bijna onbewoonbaar verklaarde woning. Denk maar eens aan dat eerste broederpaai": : Kaïn en Abel. Wat was onze moeder Eva trotsoh, op Kaïn! Dol van vreugde tilde zij hem in de hoogte: Mijn Man, mijn Godsgeschenk! Maar met een meewarig lachje dnakte zij Abel aan haar borst: mijn hoopje! mijn kleine ventje! En zoo gaat het vaak door: Ezau jaagt, maar

Jakob hinkt. Goliath zou bij een Olympiade wereldkampioen zijn geweest — David was maar een boer! Maar nu kleedt God deze zwakken in Zijn wapenrusting. U kent dat schoone beeld uit Éfeze 6. Het is een wapenrusting van top tot teen, In één woord: een officiers tenue.

Oudtijds waren alleen de ridders in zoo'n volledige wapenrusting gekleed, de gewone soldaat had op zijn best een lederen wambuis. Maar God heeft voor een ieder van ons een volledige wapenrusting. De Heilige Geest brengt ons in de wapenkamer. Wij willen liever maar regelrecht naar het apotheekje en begeeren een Icruk om naar den hemel te strompelen.

Maar de Heere zegt: Mijn kind', gij zijt Mijn ridder! Mijn krijgsknecht! Mijn officier! Wij' willen zeggen: Heere, als ik maar een plaatsje mag hebben op de achterste bank In den hemel, dan zal ik al rijk tevreden zijn! Maar de Heere zegt: Ik heb een troon voor u. Mijn kind! O, wij hebben zoo onze zelfzuchtige verlangens, een .rustig leven en dan een sterven, zacht en kalm.

Maar God roept ons om te sWjden voor Zijn heilige zaak in de wereld'. O, gij zoudt eens wat zien, als wij geloo^dg werden, werkelijk gehoorzaam aan de Schrift! De gedaante van de Kerk in dit land, in deae wereld zou veranderen! De vijanden Gods zouden niet meer weten hoe zij het hadden! Wat is er toch gebeurd? zouden zij verwonderd en ontsteld zich afvragen! En hel antwoord zou luiden: Gods volk is krachtig geworden in den Heere en in de sterkte Zijner macht. Gods volk heeft de geheele wapenrusting Gods aangedaan.

Met Zijn vlekk'loos bloed besproeid', Zijn wij ridders Gods geslagen, Om voor d'eernaam, dien wij dragen, D' allerlaatsten drop te wagen, Die onz' aderen doorvloeit!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 augustus 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 augustus 1936

De Reformatie | 8 Pagina's