UIT DE SCHRIFT

Eerst gelooven en dan zien.

Nicodemus is naar den Heiland gegaan om met Hem te spreken over hel Koninkrijk Gods. En nu zijn de feiten, dat een Nathanaël, een Petrus, eenvoudigen en geen schriftgeleerden, reeds iets gaan begrijpen van wat er plaats vindt in hun dagen. Hun oogen gaan open voor het Koninkrijk Gods. En hoe was dat zoo gekomen, dat een eenvoudige Petrus een knappen Nicodemus ver vooruit is? Zij, Petrus en anderen, hadden gebogen voor Christus' openbaringsgezag: voorwaar, voorwaar zeg Ik u. Zoo hadden zij Zijne heerlijkheid gezien. Want in hel Koninkrijk Gods geldt de grondregel: eerst gelooven dan zien, eerst een kindeke worden, dan wijs worden tot zaligheid.

En waarom had een Nicodemus er nog niets van verstaan en was hem het nabijgekomen Koninkrijk Gods ontgaan, hoewel hij er midden in stond? Omdat Nicodemus zich had laten leiden door de typisch zondige levensinstelUng, waarvoor hij zelf iDÜnd was, eersT; zien en dan gelooven. Zoo had hij wel gemerkt, wel waarge- Inomen, dal er iets gaande was in zijn tijd: < ie prediking van Johannes, de teekenen van Jeztis; maar dat de glorie der toekomende eeuw bezig was door te breken, en dat er reeds kinderen Abrahams waren, die het Koninkrijk binnengingen, en heden ongeloofelijke dingen zagen, daar had Nicodemus nog niets van gezien, dat was hem eenvoudig ontgaan.

Als Nicodemus dus niet radicaal verandert, als hij niet in gaat zien, dat ook zijn denken onder het openbaringsgezag van Johannes en van Christus moet, dat hij ook moet bukken voor de grondwet in het Koninkrijk Gods: eerst gelooven om daarna te zien, eerst het WjOORD aannemen en dan het WAARGENOMENE verklaren, dan zal hem nog veel meer ontgaan. Nu zijn hem reeds de aardsclie dingen ontgaan, dan ontgaan hem ook de hemelsche dingen.

AVant tot nu toe hebben Johannes en Christus alleen nog maar gesproken over de aardsclie, over de reeds bekend gemaakte dingen van hel Koninkrijk Gods. Zij hebben den eisch van levensvernieuwing gesteld, niet als iets nieuws onder Israël, maar als de oude, reeds bekend gemaakte .waarheid, dat de vleeschelijke geboorte zelf niet hel Koninkrijk deed beërven. En dat Nicodemus hun prediking niet als de oude heeft herkend en heeft beaamd, en hun getuigenis niet aannam, dat bewijst, dat hij nog nimmer had leeren bukken voor het Woord Gods, en daarom gingen eenvoudigen hem voor.

Én als Nicodemus de aardsche 'dingen van hel Koninkrijk Gods niet gelooft, bukkende voor het ppenbaringsgezag van Christus: voorwaar, Voorwaar zeg Ik u, hoe zal hij dan de hemelsche, de nog niet bekend gemaakte dingen van dal Koninkrijk gelooven? Hoe zal hij dan aanvaarden ; wat nog geen mensch gezien en gehoord heeft? De aardsche, de reeds bekend gemaakte dingen, die zijn reeds wonderlijk. Een mensch, geboren uil water en geest, een mensch, die weer als kind des Koninkrijks arbeidt, een mensch, die weer het leven heeft in verbondsverkeer met God. Een wonder, grooler dan de opwekking van Lazarus. Wonderlijk, zeer wonderlijk. Maar de hemelsche dingen, de nog door Jezus te zeggen dingen van dit Koninkrijk, die zijn nog veel wonderlijker.

Indien Nicodemus niet buigt voor liet openbaringsgezag van Christus, alzoo geloovende om dan te zien, hoe zal hij dan gelooven, indien Jezus zegt, dat Hij door tfr sterven het eeuwige leven ver­ werven zal, gelooven, indien hij hoort, dat Christus islerven moet aan het kruis en daarna met eer en heerlijkheid zal gekroond worden in de hemelen gelooven, indien hij hoort, dat er een Koninkrijk 'komen zal, dal naar geestelijke krachten werkende de wereld overwinnen zal? Het zal hem al dwazer en dwazer worden. Hij vindt het nu al dwaas van een wedergeboren mensch Ie hooren. Zulk een mensch heeft hij nog nooit gezien of ontmoet. Maar hoe dwaas zal hel straks worden, als het komt tot Golgotha, Paschen, Hemelvaart en Pinksteren? Dan zal Nicodemus er niets meer van gelooven. Nu Jezus nog de aardsche dingen in herinnering brengt, nu er nog bekende teekenen geschieden, nu komt hij nog met Jezus debatteeren. Maar als hij straks Christus de hemelsche zal hooren zeggen, dan zal hij, indien hij niet radicaal verandert, Christus verwerpen als de grootste dwaasheid.

Onze zondige levensinstelUng is: eerst zien en dan gelooven. Zoo zijn wij geneigd het woord van Christus over het Koninkrijk Gods te onderwerpen aan ons denken. Wij toetsen dan Jezus aan ons denken, en niet ons denken aan het woord van Christus. En zoolang wij dat doen, zullen wij hel iKoninkrijk Gods niet zien, hoewel wij er midden in slaan, hoewel hel rondom ons is. Pas als wij zien, dat ons hoogmoedig denken ons in den weg staat, dat niet buigen wil voor openbaringsgezag, dan zien wij de heerlijkheid van Christus, Die met openbaringsgezag het Koninkrijk Gods verkondigt. Wij leeren dan de grootste les van ons leven. Het begint met te gelooven. Niet hij, die het knapste verstand heeft, is de eerste, maar hij, die het diepst buigt voor het VOORWAAR, VOORWAAR ZEG IK U!

Welzalig zij, die naar Zijn reine leer, voorwaar, voorwaar zeg Ik u.

In Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen, Heere, Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.

Die Sions Vorst erkennen voor hun Heer, En wij hebben Zijne heerlijkheid gezien, toen wij diep voor Hem bogen.

Welzalig zij, die vast op Hem betrouwen. Alzoo wij een onbewegelijk koninkrijk ontvangen.

Hij leert als machthebbende. Ik leer als kindeke.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen