Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

THEOLOGISCHE HOOGESCHOOL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

THEOLOGISCHE HOOGESCHOOL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan de Stichting voor de Financiëele Verzorging van de Opleiding tot den Dienst des Woords in de Geref. Kerlcen is door wijlen den heer J. E. Hakvoort te Urk gelegateerd de som van ƒ 500.—.

Verder ontvingen we via den heer J. I. te Katwijk aan Zee een bedrag van ƒ 1000.—. De schenker van deze gift wenscht onbekend te blijven.

Met veel dank worden deze beide giften, waaruit wederom groote liefde blijkt voor onze Theologische Hoogeschool, hier verantwoord.

Namen% het Bestuur van de Stichting Opleiding,

C. LETTINGA, Penningmeester.

Groningen, 8 October 1947. Herman Colleniusstraat 13.

TOCH NIET TEVEEL GEVRAAGD?

De Leeskamer van de Theol. Hoogeschool bevat vele bladen, op allerlei gebied. Toch ontbreken er nog altijd dié bladen, die allereerst behooren aanwezig te zijn in de School der Kerken: De Kerkbladen, plaatselijk of gemeenschappelijk door onze Kerken verzorgd.

Gaarne volgen wij zoo nauwkeurig mogelijk" het leven van a 1 onze Kerken. Mogen we daarom bij dezen a H e Kerkeraden opwekken voortdurend hun blad aan de School toe te zenden?

Denkt U vooral aan het.adres: Theol. Hoogeschool der Geref. Kerken in Nederland, Broederweg 15, Kampen.

Voor de Leeskamer,

A. C. HAITSMA.

Naschrift. Aan dit verzoek zullen Kerkeraden en Uitgevers (en Redacteuren) wel willen voldoen.

Het geldt de Studenten onzer Hoogeschool, en voorzoover ook weer het belang der Kerken zelve.

11 Oct. '47.

S. GREIJDANUS.

HET VUUR DER SYNODE

Na de hoogleeraren Schilder en Greijdanus werden de ambtsdragers van de kerk te Ka m p e n het slachtoffer van de tuchtwoede der generale synode van 1944. De methode en motiveering daarvan is voldoende duidelijk uit het officieele besluit:

„De Generale Synode, in vergadering bijeen op 18 Aug. 1944, kennis genomen hebbende van het sgjii'ijven van d.d. 15 Augustus 1944 van een dienaar des Woords en 11 ouderlingen der Gereformeerde Kerk van Kampen, die haar hulp inroepen tegen den kerkeraad, welke in zijn meerderheid zich verzet tegen leeruitspraken en besluiten van deze en vorige Synodes, en

van de bijgevoegde „verklaring" van den kerkeraad in zijn meerderheid van 4 Augustus 1944,

overwegende,

dat de kerkeraad 19 Jan. 1944 besloot zich niet gerechtigd te achten van de predikanten en andere ambtsdragers te vorderen, dat zij bij hun leeren in niets zullen afwijken van de door de Generale Sy-. nodes 1905 en '42 gedane leeruitspraken en aan de classis voor te stellen aan candidaten tot den Heiligen dienst niet meer de door de Generale Synode van 1942 verlangde instemming met deze leeruitspraken te vragen,

dat de Generale Synode in haar zitting van 2 Febr. 1944 dit besluit als „in wezen niet anders dan scheurmaking" qualificeerde en deputaten opdroeg den kerkeraad er op te wijzen, dat hij dit besluit behoorde in te trekken,

dat de kerkeraad in zijn vergadering van 7 Febr. 1944 in den weg van staking van stemmen tot die intrekking kwam,

dat de kerkeraad in zijn meerderheid thans opnieuw in zijn „verklaring" van 14 Augustus 1944 de binding aan een onderdeel van de leeruitspraken van de Generale Synode 1942 verwerpt, voorts het besluit van de Generale Synode tot afzetting van Prof. Dr K. Schilder niet voor vast en bondig erkent, voor zijn deel evenmin van den kansel zal weren andere, om gelijke redenen geschorste of te schorsen ambtsdragers of tot de ambtsbediening niet toegelaten candidaten, en een der kerk schandelijke beschuldiging uit, door te stellen, dat genoemde htjogleeraar voorwerp en (van? L. D.) tucht vanwege de Generale Synode is geworden om zijn getrouwen en moedigen strijd voor bepaalde Schriftuurlijke beginselen,

constateert,

dat de kerkeraad in zijn meerderheid zich ondanks waarschuwing aan de zonde van openbare scheurmaking heeït schuldig gemaakt.

dat een deel van de(n) kerkeraad in deze(n) kwaden, handel niet heeft bewilligd,

en besluit met algemeene stemmen,

1. den dienaar des Woords Ds C. H. Lindeboom en de ouderlingen, die met hem hun stem hebben gegeven aan de „verklaring" van 14 Aug. 1944, te weten de broeders: E, Bleyenburg, N. van Dooren, J. Drost, D. van Dijk, K. van Dijk, L. Eland, H. Frylink, G. O. van Gelder, J. W. Gunnink, J. Hekkert, J. Holtland, H. C. de Jager, D. de Jong, J. H. de Lange, J. F. Leene, W. van Oene, G. Post, J. Poutsma, R. Raap, P. J. van Roon, G. Ph. Scheltens, A. Schepenaar, A. Schinkel, T. Sikma, J. H. Snel, L. Veltman, L. de Vries, U. Wind, met ingang van heden voor den tijd van drie maanden te schorsen in' hun ambtelijken dienst op grond van de artikelen 79 en 80 K.O., met de hoop en de bede, dat. deze tuchtoefening onder den zegen des Heeren er toe moge leiden dat zij met schuldbelijdenis terugkeeren van de dwaling huns wegs;

2. hiervan kennis te geven aan elk der genoemde ambtsdragers afzonderlijk, aan den in wettigen dienst overblijvenden kerkeraad, aan de classis Zwolle en, voor wat de schorsing van Ds Lindeboom betreft, aan alle Geref. Kerken in Nederland;

3. Deputaten aan te wijzen om den wettigen kerkeraad van advies en bijstand te dienen, en met de geschorste ambtsdragers te spreken om hen te vermanen, onder nadere verantwoording aan de Generale Synode".

We gaan hier voorbij aan de kwestie van het genoemde staken der stemmen op 7 Febr. J944, en noteeren alleen, dat de synode dus de zonde van scheurmaking constateerde, omdat de kerkeraad de binding aan een onderdeel van de leeruitspraken van 1942 verwierp (dat mogen vandaag alle kerkeraden der synodale gemeenschap doen), de daarmee in verband staande tuchtoefening niet erkende, én den strijd van prof. SchiFder een-'getrouwen en moedigen strijd voor bepaalde Schriftuurlijke beginselen noemde' (dat heet „een der kerk schandelijke beschuldiging"!).

Aan elk der geschorsten werd de volgende mededeeling gezonden:

„Eerwaarde Heer en Broeder,

De Generale Synode deelt, met verwijzing naar het hierbijgaand, met algemeene stemmen genomen besluit, U mede, dat zij tot haar diep leedwezen zich genoodzaakt heeft gezien, TI (hier werd de naam van den betrokken ambtsdrager ingevuld, L. D.), met ingang van heden 18 Aug. '44 vanwege de mede door U bedreven zonde van openbare scheurmaking in Uw ambt als (ouderling) van de Geref. Kerk van Kampen te schors-en, zulks op grond van artt. 79 en 80 K.O.

Moge de Heere dezen liefdemaatregel zegenen ook daartoe, dat U met erkenning van Uw dwaalweg U in den goeden kerkelijken weg begeeft en weer in de uitoefening van Uw dienst moogt worden hersteld".

Toen de geschorsten deze ongereformeerde „tucht" vanzelfsprekend niet erkenden, volgde kort daarop de afzetting, met de volgende-motiveering:

„TDe Generale Synode van de Geref. Kerken in Nederland, in vergadering bijeen te Utrecht op 1 Sept. 1944,

overwegende, dat br na zijn schorsing als (ouderling), d.d. 18 Aug. 1944, zich aan deze schorsing niet heeft onderworpen, maar zijn ambtelijke bediening heeft voortgezet in samenkomsten met de gemeente-op Zondag 20 en 27 Aug. 1944, welke mede onder zijn opzicht stonden, en in . vergaderingen met den geschorsten predikant en de geschorste ambtsdragers,

.constateert, dat br in plaats van zich ook overeenkomstig de bij zijn ambtsaanvaarding door hem afgelegde belofte, te onderwerpen aan de op hem toegepaste tuchtoefening, door zeer ingrijpende daden zijn zonde van scheurmaking nog grooter heeft gemaakt en voortgaande de kerkelijke vermaningen verwerpt,

en besluit, mede in overleg met den wettigen kerkeraad van Kampen, met diepe droefheid, terugkomende op haar beslissing van 18 Aug.\1944 voor wat betreft de schorsing van br wBgens volharding in de zonde vsm openbare scheurmaking br te Kampen naar artt. 79 en 80 K.O. van zijn ambt van ouderling in het midden van de gemeente af te zetten, zulks met de bede, dat deze tuchtoefening onder 's Heeren zegen 'moge bevorderlijk zijn aan een terugkeer met schuldbelijdenis, en van dit besluit mededeeling te doen aan br en aan de Geref. Kerk te Kampen".

Onder deze vonnissen prijken de namen: G. C. Berkouwer, J. Hoek, E. D. Kraan. Er werden op deze ongereformeerde manier één predikant en 28 ouderlingen tegelijk geschorst en later afgezet. De massaexecutie werd doorgevoerd.

Op 31 Oct. 1944 werd-door het ontrouw geworden deel van den kerkeraad aan de gevonnisten individueel het volgende geschreven:

„Waarde Broeder,

Ofschoon ge door de Generale Synode uit Uw ambt als onzer kerk zijt geschorst of ontzet, blijft ge toch dit ambt vervullen.

Zoolang U belijdend lid onzer kerk zijt, mogen 'wij als Kerkeraad, hierin niet berusten.

Daarom hebben wij besloten 2 onzer ouderlingen op te dragen U te bezoeken om dit met U te bespreken en U te vragen, of ge U nog blijft stellen onder en onderwerpen aan het opzicht en de tucht van onzen Kerkeraad, in gemeenschap mét het geheele kerkverband, en of ge wilt terugkeeren tot de gemeenschap van den dienst des Woords en der Sacramenten onder leiding van onzen Kerkeraad.

Wij gevoelen ons geroepen U te vermanen van Uw dwaalweg terug te keeren en noodigen U uit ons binnen 5 dagen schriftelijk te melden of ge bereid zijt twee. onzer kerkeraadsleden te ontvangen".

Toen hierop geantwoord werd met een gezamenlijk schrijven, volgde dit besluit van den ontrouwen kerkeraad:

„De Kerkeraad van de Gereformeerde Kerk te Kampen, in vergadering bijleen op 25 November 1944, spreekt met groote droefheid uit:

Ie. dat geconstateerd moet worden, dat

a. broeder C. H. Lindeboom, tot voor korten tijd Dienaar des Woords van de Gereformeerde Kerk alhier, ;

b. de broeders E. Bleyenburg (en verder de reeds boven genoemde ouderlingen, behalve br G. C. van Gelder, L. D.);

c. broeder J. Hemstra, tot voor korten tijd dienstdoend ouderling van de Gereformeerde Kerk alhier;

d. de broeders J. F. Bos, D.-J. Gritter, B. van der Kooi, Sj. Postuma, H. Rook, A. Veltman en A. Welmers, allen tot voor korten tijd dienstdoende diakenen van de Gereformeerde Kerk alhiert;

e. de broeders A. van den Berg, W. G. Burema, D. J. Buwalda, W. Holtrust, W. Kanis, H. H. Mulder, Ph. Scheltens, M. Tennekes en H. van Zoomeren, allen op wettige wijze door de Gemeente als ouderlingen gekozen, maar nog niet door den wettigen kerkeraad in dit ambt bevestigd, waarom ze geacht moeten worden dit ambt onrechtmatig uit te oefenen;

f. de broeders P. Bos, H. G. A. Buurma, D. de Jong Jr, J. Kruithof Jz. en J. van Willigen, allen op wettige wijze door de gemeente als diakenen gekozen, maar niet door den wettigen kerkeraad in dit ambt bevestigd, waarom ze geacht» moeten worden dit ambt onrechtmatig uit te oefenen; tot heden zijn blijven optreden als ambtsdragers in de Gereformeerde Kerk van Kampen; dat zij zich stelselmatig hebben onttrokken aan de samenkomsten tot den Dienst des Woords en^der Sacramenten, die onder leiding van den wettigen Kerkeraad werden gehouden; en daartegenover samenkomsten, die de Kerkeraad niet anders dan onwettig mag noemen, hebben helpen inrichten en hebben bijgewoond; dat zij op alle Wijzen hebben getoond, zich niet te stellen onder het gezag van den wettigen Kerkeraad;

dat zij dit alles thans hebben bevestigd door een aan den Kerkeraad (in antwoord op een door dezen aan hen verzonden schrijven) gerichten gezamenlijken brief, waarin onder meer uitdrukkelijk verklaard wordt: „wij denken er niet aan. Uw College als wettigen Kerkeraad te erkennen";

2e. dat op grond van deze feiten moet worden geconcludeerd, dat genoemde broeders door woord en daad zich aan het opzicht en de tucht van den kerkeraad van de Gereformeerde Kerk van Kampen onttrokken en met de gemeenschap dezer kerk gebroken hebben,

hetwelk in het lidmatenboek dezer Kerk zal worden aangeteekend".

In een begeleidend schrijven lezen wij nog het volgende :

„Tenslotte: gelijk wij in geschrifte meermalen ook U hebben gewaarschuwd en hebben getracht U tot inzicht in het verk§erde van Uw ziens-en handelwijze te brengenr'(een poging.tot mondeling vermaan stuitte helaas af op Uw afwijzende houding), zoo gevoelen wij ons ook thans door de liefde van Christus gedrongen om aan het bovenstaande den wensch en bede toe te voegen, dat de Heere U tot het inzicht van Uw zondige afwijking brenge, en U weer in den rechten weg doe zoeken de gemeenschap met de Gereformeerde Kerk van Kampen, die evenals alle Gereformeerde Kerken met welke zij in Schriftuurlijk verband staat, in volstrekte gehoorzaamheid aan den Koning der Kerk, onvoorwaardelijk wenscht te buigen voor het onfeilbaar Godsgetuigenis, in algeheele overeenstemming" met de Drie Formulieren van Eenigheid".

!Dit slotwoord doet de deur dicht. Zooveel zinsdeelen, zooveel onwaarheden. We herkennen den stijl. Maar wie het leest, moet toch nog weer versteld staan.

L. DOEKES.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

THEOLOGISCHE HOOGESCHOOL

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's