Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

het gaat niet goed in indiË!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

het gaat niet goed in indiË!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Neen, lezers, vergist U niet, dit wordt geen politiek praatje. Dat de handelingen van onze regeering onze goedkeuring niet wegdragen, behoeft in 't geheel, geen betoog

Wij vragen echter met klem Uw aajidacht voor een onderwerp, dat zeker zoo urgent is. Het gaat hier om ongeveer duizend van „onze jongens", leden van onze kerken, die bloot staan aan zeer groote gevaren. En nu denken we niet eens onmiddellijk aan lichamelijke, maar aan geestelijke gevaren, en ook zijn we niet bang, dat de leden van onze kerken moreel op een laag peil leven. Integendeel! Wat echter wel een heel groot gevaar is: wij dreigen geestelijk te verslappen! Wat hiervan de oorzaak is, is voor ons, die al geruimen tijd in Indlë vertoeven, niet moeilijk te beoordeeleu, maar in den loop van den tijd zijn we tot de conclusie gekomen, dat het een zware taak is om onze broeders en zusters in het Vaderland een juist beeld van de situatie te geven. En dat is toch zoo ontzaglijk belangrijk!

„Hoe staat het dan met de geestelijke verzorging van onze militairen? " zult U zich afvragen. „Er wordt toch zooveel voor „onze jongens" gedaan en er zijn toch veldpredikers? "

Geestelijke verzorging. Kunnen we daarvan wel spreken ? Wij zijn stellig van meening, dat dat niet zoo is. Inderdaad, onze militairen kunnen eiken Zondag naar een , , nood"-of , , veldgemeente" gaan, maar het moet U nu toch wel genoegzaam bekend zijn, dat wij daar niet thuis hooren. Gelukkig zijn thans in enkele grootere plaatsen vrijgemaakte kerken. Daarvoor zijn we den Heere dankbaar. Het grootste gedeelte van ons is echter absoluut niet in staat de leesdiensten in deze kerken bij te wonen. Gelukkig krijgen allen, wier adressen bekend zijn, regelmatig preken uit Holland toegezonden, zoodat in plaatsen, waar grootere garnizoenen liggen, onze broeders gezamenlijk een preek kunnen lezen. Maar het meerendeel is genoodzaakt, dit alleen te doen. En wat komt-daar vaak van terecht ? Er zijn staaltjes van geloofsmoed geleverd; ons zijn gevallen b.ekend van menschen, die, nadat ze de beschikbare hoeveelheid preken doorgewerkt hadden, van voren af aan begonnen. Doch dit zijn de sterksten onder ons. Missschien Is het U nu duidelijk, dat dit voor de zwakkere broeders op den duur funest wordt, en dat ze inderdaad geestelijk verslappen. Het leven van dag aan dag patrouilleeren en wacht kloppen heeft tot gevolg, dat velen van ons 's avonds als een blok op hun veldbed neervallen en voor niets anders dan lichamelijke rust zich interesseeren.

En wat doen de kerken nu voor ons? Zij hebben In synodevergadering zich uitgesproken tegen het instituut „noodgemeente" of „veldgemeente", en terecht. En de afwijzing van dit instituut kan o.i. niet scherp genoeg zijn, want de veldpredikers (op enkele uitzonderingen na) spelen met het ambt, met den doop, met openbare geloofsbelijdenis, kortom: met de kerk. Maar als de kerken dit Instituut afwijzen, moeten zij daar iets tegenover stellen. Zij hebben weliswaar opdrachten gegeven aan de Deputaten voor de geestelijke verzorging van militairen. Deze deputaten zijn, zooals bekend, de dominees den Boeft, B. A. Bos en de Wolff. Maar nu bestaat er, naar verluidt, geen eenstemmigheid onder hen, op welken grondslag de geestelijke verzorging der militairen (vooral .in Indië) moet worden aangepakt. De Hoofdlegerpredlkant, Ds de Kluis (Herv.) eischte voorheen van alle veldpredikers medewerking aan de noodgemeenten. Deze eisch schijnt nu vervallen te zijn. Maar ook nu nog kimnen we niet medewerken, want als er. op de thans gebruikelijke wijze vrijgemaakte veldpredikers naar Indië kwamen, zouden ze dus in bepaalde onderdeelen hun werk kunnen doen. En moeten wij, als we in andere bataljons zitten, dan maar aan den wind van leer van kerkscheurders, Barthlanen en vrijzinnigen worden blootgesteld? ,

Neen, alleen het Woord, het ambtelijk gesproken Woord, in waarheid gebracht, zal velen kunnen redden van de gewisse geestelijke vervlakking en ondergang.

Tenslotte: e zijn van meening, dat voor de bestaande regeling van de „geestelijke verzorging" geen enkele schriftuurlijke grond aan te voeren is. Volgens deze regeling moeten ook door ons „herders" en „leeraars" worden geaccepteerd, van wier kerkelijke ontrouw we overtuigd zijn; die meestal alleen door een op de kerk lijkende vereeniging zijn „beroepen". Hierbij is geen enkele garantie voor het verkondigen van de waarheid. Zelfs weten we, dat dwaling aanwezig is tn hun hart t.a.v. de kerk: n in hun spreken Is die ook te verwachten, dikwijls al aanwezig. Ef. 4 : 11, 12, 14—16: En deze heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leeraars; tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des llchaams van Christus. Opdat wij niet meeir kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, ' door de bedriegerg der menschen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen. Maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opwassen in Hem, die het Hoofd is, namelijk Christus; uit welken het geheele lichaam bekwamelijk samengevoegd en samen vast gemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in^ijne maat, de wasdom des llchaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in de liefde", en Hand. 2 : 42: En zij waren volhardende in de leer der Apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods en in de gebeden".

Dus zouden we in dezen zeer inconsequent moeten zijn, en onze menschen overgeven aan onbetrouwbare herders. En dit terwijl aan de kerk de ambtsdragers gegeven zijn om de kerkleden te hoeden (Ef. 4 : 11—16); en de zegen des Heeren aan kerkelijke getrouwheid verbonden is (Ef. 5 : 29b: hij voedt het, en onderhoudt het, geüjkerwijs ook de Heere de gemeente").

Overeenkomstig het voorgaande, overeenkomstig de Schrift, Is dit ons voorstel: r worden (evenals voor de iRoomsch-KathoUeken) veldpredikers benoemd, , die tot taak' hebben niet te evangeliseeren in de eerste plaats, maar (zooals de gangbare term zegt) werkelijk ons geestelijk te verzorgen; d.w.z. zij werken zóó, als wij, kerkleden, van een ambtsdrager mogen verwachten. Deze ambtsdrager kan hier véél meer bereiken ('t staat toch in Ef. 4 : 11!) dan met leesstof te bereiken is. Vergeet ook niet, dat velen na den dienst niet meer in staat zijn, eenigszins inspannende lectuur te verwerken; wél echter een ambtelijk gesprek!

Overtuigd zijnde, dat het belang van ons, militairen in Indië, de broeders en zusters werkelijk voor oogen staat, ' durven wij het voorgaande met temeer vrijmoedigheid onder Uw aandacht te brengen, teneinde gezamenlijk met de kerken in Nederland tot klaarheid en een juiste oplossing te komen, in gehoorzaamheid aan Gods Woord.

(Door plaatsgebrek bleef dit stuk eenigen tijd liggen, Red.).

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 maart 1948

De Reformatie | 12 Pagina's

het gaat niet goed in indiË!

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 maart 1948

De Reformatie | 12 Pagina's