Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Conferentie van Makassar (IV, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Conferentie van Makassar (IV, slot)

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de conferentie van kerken en zending van 15— 25 Maart 1947 te Makassar is uitgesproken: „Het Zendingswerk raakt het geheele menschelijke leven". Hiermede zal wel bedoeld zijn, dat de zending zich ook met politieke, economische, socjale en cultureele vraagstukken moet bezig houden (comprehensive approach).^) In verband daarmede is op de conferentie niet alleen gesproken over onderwijs, jeugdwerk en lectuur, maar ook over gezondheidszorg, politieke en sociale en economische zaken.

Het zou onbilhjk zijn om alles, wat in de rapporten en besluiten hierover staat, te veroordeelen. Aan de goede bedoeling: een gekerstende samenleving te scheppen, mag niet getwijfeld. De groote vraag is echter: werden de lijnen hier schriftuurlijk getrokken? We zagen, dat ten aanzien van de kerk en de theologische opleiding dit niet het geval was, maar dat in den geest der wereld-eenheidsbeweging het fundament der kerk werd ondergraven. Ten aanzien van de verdere besluiten is hetzelfde te zeggen: weer heeft men den tijdgeest gevolgd.

A. Men spreekt uit, dat de kerk allen mogelijken arbeid dient ter hand te nemen.

1) Rapporten en Besluiten der Conferentie van Makassar, blz. 17, rapport van de commissie , , Zendingswerk" punt 3; blz. 11, statuten, art. 3 d. Vergelijk ook lioofdstuk I, 8 c der conclusies van de Kwitang-conferentie, waar gezegd wordt, dat In „leerende hen onderliouden alles, wat Ik hirn geboden heb", „alle s" beteekent, dat de verkondiging van het Evangelie raakt alle terreinen van het leven (comprehensive approach) b.v. op het terrein van landbouw, economie, gezondheidszorg, opvoeding en onderwijs, enz.". A.w. blz. 5. B. Daar de kerk de belijdenis niet meer zuiver handhaaft, gaat deze compromissen sluiten en steunt zoo (als kerk) de w e"r eld in haar revolutionairdrijven.

We willen dit nader aantoonen.

Ad A. Doordat men de kerk belast met de zorg van allerlei werk en een hervorming der maatschappij van haar verwacht, degradeert men de kerk tot een Maatschappij tolt het Nut van 't Algemeen.

Kerken en zending moeten scholen beheeren. „Kerk en Zending zullen de oprichting van huishoudscholen behartigen". 2) „Het jeugdwerk is een onderdeel van de taak der Kerk". „"Bij het terzijde staan van de jongelui zal de kerk voortdurend de gevaren onder de oogen zien, die het leven van de jeugd bedreigen, door middel van een jeugdcentrale". „Die centrale dient voor studie en voor leiding van het werk. Daarom heeft elke kerk (hiervoor) een deskundige en getschikte leiding noodig. Die Centrale is de plaats, waar de Kerk de jeugdwereld ontmoet". ==) „Het sociale werk moet door de Kerken en de Zending als een verplichting vooropgesteld worden en daarom niet als bijzaak beschouwd worden. Wat met het woord gepredikt wordt, moet uit de daad blijken, dit is levende prediking". „Het zal goed zijn in ieder gebied een commissie te vormen, die in naam van de kerk de sociale kwestie bestudeert en daarin werkzaam is". „Het zal goed zijn, als er naast den Raad tot Samenwerking een centrale Commissie bestaat, die (deze zaak) in studie neemt en adviezen geeft aan de Commissie in

verschillende gebieden". *) „In verband met het probleem van de stichting van een vrije Staat Indonesia is de belangrijkste taak van de Kerk" o.a.: „Met alle kracht en gezag er naar streven, dat de vrije staat Indonesia een rechtsstaat wordt". 5)

We beluisteren hierin dezelfde klanken, die overal in de wereld ons tegenklinken. De kerk poogt nieuwen roem te behalen of veifloren invloed terug te winnen door allerlei werk aan zich te trekken, waarvoor Christus haar geen opdracht gaf. Men werpe hier niet tegen in, dat „de 2fending" toch steeds, ook al ging deze van de kerk uit, op het zendingsveld zich met allerlei werk bezig hield, dat op het thuisfront niet door de kerk, handelend door het bizonder ambt, maar door allerlei organisaties werd verricht. Allereerst is het nog de vraag, of het de taak was van de Kerk om a 1 .s Kerk scholen voor allerlei onderwijs te stichten en groote ziekenhuizen te exploiteeren. Maar bovendien, hier gaat het niet alleen over het werk onder nog niet-gekerstenden, maar ook over het werk onder door de jonge kerken gedaan wordt. Hier wordt viitgesproken, dat die jonge kerken al dien arbeid moeten ter hand nemen. Het is immers een onderdeel van de evangelie-verkondiging. Men zegt niet, dat de b e-1 ij d e n i s der kerk alle terreinen des levens raakt. Die belijdenis is immers nogal varieerend. Daarom •komt het accent niet te liggen op het Woord, maar op de verkondiging in de daad. Het schoonste, wat de kerk kan doen, is, dat zij een sociale, economische en cultureele gemeenschap opbouwt en zoo iets van den vrede van het Koninkrijk der hemelen laat zien.

Een gevolg van dit alles zal zijn, dat de kerk al meer veruitwendigt. Wellicht gaat de uitwendige organisatie bloeien. Maar de glans van het Woord verdoft. Bovendien — indien alles van bovenaf georganiseerd wordt, wordt het ambt der geloovigen hiërarchisch beknot. Laat de kerk toch het Woord, ja dat alléén prediken. En daardoor de geloovigen oproepen tot trouwen dienst en activiteit op alle terreinen. Maar de kerk zij niet wijzer dan Christus, onzen eenigen Leermeester. Hij wil de Zijnen, niet door beelden (van prachtige organisaties), maar door de levende verkondiging van Zijn Woord onderwezen hebben. ")

Ad B. Op verschillende punten komt vervolgens in de besluiten van Makassar naar voren, d a t . m e n door zijn vaagheid en compromissen het tegendeel gaat bereiken van wat men beoogt. Men werkt niet mee aan de kerstening, maar aan de herpaganiseering der Indische volken.

Een zeer treffend bewijs hiervan vinden we in het rapport der commissie van voorlichting en berichtgeving. ') Het blijkt, dat men in de toekomst gaat samenwerken met de lectuurcommissie te Batavia.

Men heeft werkelijk mooie plannen: Bijbels, kalenders, psalmen (helaas geselecteerd) en gezangen wil men laten drukken en verspreiden. Maar de conferentie besloot, dat hiernaast ook gedrukt moest worden:

„Vertaling in de Indonesische taal van „Christus' antwoord op het Communisme" door Stanley Jones. (Het recht van vertaling en van uitgaaf werd reeds gratis van Stanley Jones ontvangen.) ^) Er wordt geennauwkeurige vertaling verlangd, maar inlichtingen en beschouwingen, voorkomende in later verschenen boeken over het communisme, moeten er in verwerkt worden. Allereerst het boek van Fritz Lieb, maar het moet niet teveel en ook niet te weinig bevatten".

Terwijl in Amerika door presbyterianen en vele anderen een strijd op leven en dood gevoerd wordt tegen het veldwinnend modemisme, besluit een conferentie van kerken en zending, waaj: nederlanders van gereformeerde confessie aanwezig waren, zoogenaamd om het communisme te bestrijden, een door en door gevaarUjk boek van dr E. Stanley Jones, dien apostel van het modemisme, te gaan distribueeren onder toradja's, menadoneezen, enz. Eenige citaten uit het bewuste boek mogen hier volgen:

„Het christendom is doodggpreekt. We-moeten ons een program weten te veroveren voor een wereldhervorming van dit programma zouder aarzelen in praktijk brengen, anders zullen de communisten de macht rukken uit de onzekere handen van het christendom".") „Het christendom bergt twee dingen in zich: het toont ons het schoonste doel, waanjaar ooit de menschhèid gestreefd heeft, namelijk het Koninkrijk Gods op aarde; een Koninkrijk waarin geen arme bestaat, geen klasse, geen ziekte en geen zonde; een Koninkrijk, dat inderdaad een „Jubeljaar des Heeren" zijn zou, een nieuw begin over de geheele wereld. Dat is het doel. En bovendien is er de kracht naar dit doel te streven, de hulpbronnen van den Geest Gods. Met dat programma en met dien geest verwachten we als christenen sterker en taaier te blijken dan de humanistische communisten". ^'') „Jezus was een revolutionnair, maar hij was een constructief revolutionnair". ^^) „De Zoon des menschen is de Heer van elke beweging, die de zonen des menschen verheffen wil. Dan kon het wel eens wezen, dat hij evenzeer thuis is in het nieuwe Kremlin als in de oude kathedralen". ^^) „De communisten doen in menig opzicht denken aan den zoon die „neen" zei en toch ging: want ze doen vele christelijke dingen, hoewel ze de autoriteit ontkennen van Christus". ^^) „Ik ben ervan overtuigd, dat het Russische experiment het christendom helpen zal (bijna had ik gezegd „dwingen zal") opnieuw de beteekenls te ontdekken van het Koninkrijk Gods op aarde". ^*') „Hier (in het Anti-Godsdienstig Museum in de vroegere St Isaacs Kathedraal te Leningrad, op Paschen bezocht; v. d. W.) scheen de godsdienst als een kaartenhuis te zijn ingestort. Christus was opnieuw gekruisigd, dood en begraven, de inscriptie „Geen Wederopstanding" op het graf. Dat was mijn eerste indruk. Maar een poos later daagde er toch iets anders in mijn ziel. Ik had een gevoel, heel vaag en nog niet omlijnd, maar toch met een onmiskenbare zekerheid, dat er iets vreemds en paradoxaals aan het gebeuren was en wel dit: Christus is toch opgestaan! Zijn geest herleeft in de warme, liefde voor alle onterfden, in 't geloof aan de eenvoudigen en onontwikkelden, in het openstellen van de voorrechten die vroeger slechts voor enkelen bestemd waren, voor allen, die werken willen (door het communisme n.l.; v. d. W.). Ik had het gevoel, dat dit alles meer te maken had met den geest van Christus als de pracht der gesloten kathedralen". 15)

Stanley Jones ziet in Christus niets dan een sociaal hervormer, die in Zijn prediking aangaande het Koninkrijk Gods opriep tot de totale uitschakeling van het bezit en (je doorvoering van het coöperatie-systeem. Volgens Jones staan de communisten niet tegenover Christus, neen, ze vervullen reeds de tweede tafel der wet, ze moeten alleen het geweld nog af leeren. Moet deze man nu, die het Oude Testament verwerpt, het Nieuwe Testament verwringt en het Koninkrijk Gods doet opgaan in een collectivistisch e, sociale orde, moet deze moderne gnosticus, die onzen Heiland van Zijn eer als Goël en Zondenverniel^r berooft, nu Indië, de kerk van Indië, redden van het communisme?

Is dit het grootsche, dat men verricht, dat kerken en zending welbewust bij hun evangelisatiepogingen den Archipel gaan overstroomen met afvallige profe-- tie? Zal men — overeenkomstig hetgeen prof. Fritz Lieb schrijft in zijn in 1946 verschenen boek: „Russland unterwegs, der russische Mensch zwischen Christentum und Kommunismus" — gaan verkondigen, dat de revolutie in Rusland een verandering ten goede heeft ondergaan; dat de fundamenteele wijziging van de houding van de Sowjet-regeering tegenover de kerk eigenlijk voortkomt uit de innerlijke verandering van den Sowjet-staat zelf en zijn geestelijke structuur; dat de grondwet van Stalin van 1936 alle op de rechten van den mensch berustende vrijheden bevat?

Laat men in Nederland toch eens wakker worden! In 1946, op de Zwolsche synode der gebonden geref. kerken, werd in een rapport (rapporteur dr F. L. Bakker) aansluiting bij den Nederlandschen 2fendingsraad bepleit en voorgesteld. ^^) In dit rapport, dat in geen enkel opzicht het prachtige, op de synode van Amhem, 1930, ingediende rapport") weerlegde, werd gezegd, dat in 1930 de afwijzende houding tegenover den Internationalen Zendingsraad wel begrijpelijk was, gezien Jerusalem-1928. „Het was de tijd van het Social Gospel, men had in Amerika de zoogenaamde Laymen Movement (die echter niet uitging van den Internationalen zendingsraad), de boodschap van Jerusalem was zoo, dat er wel'bezwaren tegen konden worden ingebracht. Nu is dat veranderd, hetgeen blflkt uit de boodschap, uitgegeven door de conferentie van Tambaram. Een man als Stanley Jones was wel in Tambaram, maar had daar niet den minsten invloed.^**) Dit komt, doordat in dien raad zijn gekomen vele inheemsche jpnge kerken, ontstaan uit den zending s arbeid. Deze kerken staan o p p o s i t i e v e n g r o n d s 1 a^g" (spatieeringen , van mij, v. d. W.): De synode besloot tot toetreding bij den N.Z.R. (en dus ook bij den I.Z.R.) op 11 Sept. 1946. Stanley Jones was immers in de zendingswereld niet gevaarlijk meer, getuige het rapport van dr F. L. Bakker......

Maar o n g e v e e r z e s maanden later, op 22 Mei 1947, besloot de conferentie van Makassar, waar dr F. L. Bakker aanwezig was, een boek vanStanley Jon(es te gaan verspreiden. Temidden van bijbels en commentaren wordt dit boek heel speciaal vermeld. We laten de vraag maar rusten, wie dit boek zoo naar voren geschoven hebben: de inheemsche kerken, de nederlandsche, vertegenwoordigers der zending, of de door hen beïnvloede inheemsche leiders. We vnllen enkel volstaan met te constateeren, dat de liefeüjke schildering van dr F. L. Bakker van de wereldzending als een schaapskooi zonder wolven, bezijden de waarheid was. In Makassar besloot een conferentie van inheemsche kerken en nederlandsche zending den wolf binnen te halen.

En lazen we nu maar in de'Acta van de synode van Eindhoven-1948, dat dr F. L. Bakker vurig protesteerde tegen de plannen van den Raad van Makcissari Maar we lezen alleen in de Acta van Eindhoven, dat besloten is bij een eventueel verzoek, de Madjelis van Makassar in verband met de oprichting van de middelbare theologische school te Makassar te steunen met een bedrag ineens tot een maximum van f 25.000 en eventueel in de toekomst met anderen jaarlijks bij te dragen voor de exploitatie. Voorts besloot men dr H. Bergema, benoemd als rector der middelbare school te Makassar, aan den Madjelis uit te leenen. 19)

Zoo zien we de gevolgen van het zich op een hellend vlak begeven. In 1946 aansluiting bij de internationale zendingsorganisatie door de gebonden geref. kerken, 9nder het voorwendsel: e modernistische invloed als b.'v. van Stanley Jones wordt niet meer zoo sterk in den I.Z.R. gevoeld. In 1947 medewerking verleenen met de conferentie te Makassar. In 1948 het officieel steunen van een Raad, die vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt met Stanley Jones. Denkt men zoo een „heerbaan" aan te leggen in de Indische wildernis, door mede te werken met de verkondiging van een marxistisch evangelie? Alleen het zuivere Woord van God kan Indië redden (Jes:40 : 3—9; 1 Petr. 1 VS 22—25); alles wat daar niet mee overeenkomt is verdorrend gras.

Als we daarom verder lezen in de makassarsche besluiten: „De bemoeienissen van het Centraal Comité voor Voorlichting en Verkondiging strekt zich ook uit tot verkondiging en voorlichting voor de radiomicrofoon" - "), dan gaan we beseffen, dat men alle middelen aan zal grijpen om met name de jeugd te doordrenken met de gedachten, die in de oecumenische beweging gangbaar zijn. We denken aan wat hier te lande geschiedt'door I.K.O.R. en Oecumenischen Jeugdraad. Ten aanzien van de jeugd werd , dan ook uitgesproken, dat de jeugd overtuigd moet worden van de beteekenis van „de oecumenische gemeenschap. Daarom is het noodig, dat er contact gelegd wordt tusschen de Christelijke jeugd in Indoneèië mej die in de geheele wereld". ^^) We twijfelen er niet aan, of op deze manier zal, wat er nog over is van de resultaten der gereformeerde zending uit de dagen der Compagnie, spoedig verdwenen zijn.

Verwonderen kan het ook niet meer, als we lezen, dat de commissie „Kerk, Volk en Staat" uitspreekt: „In de Kerkgemeenschap is de genade Gods in Jezus Christus grondslag en maatstaf voor alle zaken, terwijl in de gemeenschap van Volk en Staat het recht grondslag en maatstaf is voor alle zaken. Volgens het getuigenis van den Bijbel is het recht een gave Gods aan alle menschen, van welken godsdienst ook". Hier wordt Christus losgemaakt van de politiek. Daarom gaat men consequent verder: „Ieder Christen is vanzelf lid van de Kerkgemeenschap en lid van de gemeenschap Volk en Staat. Ieder streven tot verheffing van het volk en tot vomiing van den Staat behoort tot de gezamenlijke taak van ieder Christen en de niet-Christen. Wanneer daarom voor dat doel politieke partijen gesticht worden, is het goed, dat de Christenen zich voortdurend bewust zijn van hun vrijheid, zelf vast te stellen, of zij lid kunnen worden, óf van een politieke partij, waarvan alleen Christenen lid kunnen worden, óf van een politieke partij, waarvan Christenen, ' Chineezen, Mohammedanen e.a. samen lid zijn". Er komt dan wel achteraan* „Maar op welk levensterrein ook, dus ook het politieke terrein, moet ieder Christen voortdurend toonen en zich bewust zijn Gode n& er te gehoorzamen, dan menschen"."''), doch dit kan het feit niet goedpraten, dat men, uitgaande van een gemeene-gratie-theorie, stellingen verdedigd heeft, die ook gehanteerd werden door Hitler en de P. V. d. A. Als IEDER streven tot verheffing van het volk en tot vorming van den staat een gezamenlijke taak is van christen en niet-christèn, dan wordt godsdienst een privéaangelegenheid. „Tegenover de bewegingen en het streven van de Ihdooesische s t a a t s b u r g e r s van welken godsdienst (ook), tot verheffing van het volk en tot het thans stichten van den staat Indonesia, móet ieder C.h risten van harte bereid zijn samen te werken en hulp te verleene n". ^) (Spatieeringen van mij, v. d. W.). Hier triumfeert Stanley Jones reeds. De doorbraak is volkomen, de antithese opgeheven. Men volgt het voorbeeld van de Russisch Orthodoxe Kerk, die in 1943 met het Kremlin vrede sloot.

In 1847 kwam Groen's „Ongeloof en Revolutie" uit. In datzelfde jaar, voorafgaande aan 't revolutie-jaar 1848, droeg Da Costa zijn tijdzang: „Wachter! Wat is er van den Nacht? " voor.

Werd, honderd jaar later, op de Conferentie van Makassar (Maart 1947), besloten „Ongeloof en Revolutie" in het maleisch te vertalen om zoo krachtig de beinvaren naar voren te brengen tegen den geest der eeuw? .Helaas, Groen en Da Costa zijn in Makassar door velen, die zeggen hun nazaten te zijn, verloochend. Als men de besluiten en rapporten leest, kan men met Da Costa zeggen: 't Is de oude omwentelingsstem. Weer brullend uit haar graf!

Op de synode van Dordrecht in 1619 vermaanden de buitenlandsche theologen, vertegenwoordigend „de gereformeerde wereldkerk", onze vaderen om in de leer van de nederlandsche gereformeerde Kerken, „deze rechtsinnighe, Godsalighe ende eenvoudige Confessie des geloofs standvastelick te willen volharden, deselve den naoomelinghen onvervalscht te willen naar laten, ende tot de comste onzes Heeren Jesu Christi, onvervalscht te willen bewaren". Onze vaders hebben op dezen votum dordracenum (wensch van Dordrecht) bevestigend geantwoord. 24)

Wie overeenkomstig deze belofte, e voto dordraceno, zending wil dr ij ven, kan met den Raad van Makassar n, iet medewerken. Als deze de ontworpen plannen gaat uitvoeren, zal dit immers leiden tot ondermijning van het eenige fundament (kerk, opleiding) en een bouwen met hout, hooi, stoppelen (arbeid op velerlei terrein). Mogen de christelijke gereformeerde kerken en de Gereformeerde Zendingsbond dit al meer gaan inzien, ook al zal deswege 't isolement gekozen moeten worden. Mogen ook de oogen van velen in de gebonden gereformeerde kerken opengaan, •• zoodat hun duidelijk wordt, dat, nu hun kerken met dezen georganiseerden afyal meedoen, ze geroepen zijn krachtens het ambt aller geloovigen zich ook van déze kerkelijke zonde vrij te maken! De. dankbaarheid aan den Heere, die terugkeer geeft tot Zijn Woord, kome onder ons uit in een krachtige positie-keuze tégen de revolutie, vóór het evangelie. Dit raakt onmiddellijk de zending. Immers: de belofte des evangelies moet alle volken en menschen, tot welke God naar Zijn welbehagen Zijn evangelie zendt, verkondigd en voorgesteld worden, met bevel van bekeering en geloof (D. L. R., II, 5). En deze leer willen we toch onvervalscht bewaren „tot de comste onzes Heeren Jesu Christi" ? Dat dan allen, die zonen der reformatie heeten willen, niet in het minst wanneer ze zending gaan drijven, met ernst de volgende vraag van Da Costa overwegen:

O Volk, in vroeger eeuw Hervormings Eerstgeboren! wat werdt, wat zult gij thands ? Wien zult gij toe-[behooren?

den God des hemels en des Bijbels —• of, der Eeuw? 23)

V. d. W.

V. d. W.


2) A.W. blz. 21, 22.

3) A.W. blz. 23.

1) A.w. blz. 29, 30. 5) A.W. blz. 31.

6) De Acta van de synode van Eindhoven vermelden (art. 75), dat de synode besloot, „dat er niet alleen geen princlpieele bezwaren tegen bestaan, maar dat het ook de hartelrike aanbeveling verdient, dat onze zending zich erop gaat bezinnen, wat zij kan doen om leiding te geven bij de vele vragen, die zich bij de ontwikkeling van het maatschappelijk leven voor de jonge christen-gemeenschappen op Java en Soemba voordoen, althans zoolang in deze gemeenschappen zelf geen organen ontstaan zijn, die zelf dezen arbeid kmmen verrichten. De synode baande zoo den weg voor de uitzending van een maatschappe-Vgk adviseur door de kerk. Beteekent dit princlpieele besluit niet een instemmen met de comprehensive approach (zie nxxjt 1) T En is dit eigenlijk niet een verlaten van de lijn, die „De Macedoniër" (de roep om het Woord!) steeds wees, als dit blad ageerde tegen de z.g. sociale zending? Thans werkt men helaas van synodale zijde mee aan „De Heerbaan", het blad van den N.Z.R., waarin weinig gesproken wordt over het Woord, dat een weg in de wildernis moet banen, en veel over allerlei onschriftuurlijk of organisatorisch werk, waar men alles van verwacht. Zie ook noot 10, slot.

7) In deze Commissie zaten o.a. de pandita S. Bombong (toradja), ds J. Verkuyl, mr G. P. Khouw (hoofd van het BljbeUiuis te Makassar).

8) E. Stanley Jones, Christus' Antwoord op het Communisme, vertaald door Johanna E. Kuiper, Amsterdam 1935. Ds S. G. de Graaf becrltiseerde dit Iroek in „Christus en de Wereld", blz. 52 e.v. Over Stanley Jones zie voorts Carl Mc Intlre, Twentieth Century Reformation, blz. 158 e.v., waarin Jones als „a bishop of near communism" betiteld wordt. Zie ook van denzeUden schrijver „The Rise of the Tyrant", blz. 102 e.v. In „De Open Deur", Sept. 1948, werd Jones' boek „Is het Koninkrijk Gods werkelijkheid" besproken. De uitgever van de nederlandsche vertaling van Jones' laatste boek „Christus langs de Amerikaanse Heirweg" wist niet beter reclame voor zijn uitgave te maken, dan door een bespreking uit „Trouw" van 7 Juni 1947 te verspreiden. Het opschrift was: „Amerika geconfronteerd met den Christus. Waarschuwend geluld van E. Stanley Jones. Individualisme het grootste gevaar". En het slot der recensie: „Ons lijkt het beste dit maar te noemen: Amerlkanisme-op-zijn-best. Wij, hier in Europa, hopen, dat Jones met dit boek bij velen van zijn landgenooten weerklank zal vinden". Zeg mi), vrte Uw vrienden zijn 80.

9) Christus' Antwoord, blz. 31.

10) A.W. blz. 172. 11) A.W. blz. 38. 12) A.W. blz. 88.

13) A.W. blz. 29. 14) A.w. blz. 27.

15) A.w. blz. 28. De russische dichter AJexander Block

laat eveneens In zijn gedicht „De Twaalf" — Fritz Lieb eindigt zijn boek over Rusland hiermee — voor twaalf (getal der apostelen!) roode soldaten, die de straten .van Petersburg zuiveren van de bourgeois, Christus uitgaan: Zachtkens, hoe de storm ook danst. Gaat voorop, met roze' omkranst. Sterre-stralend, lichtend schoon, Jezus zélf, des menschen Zoon.

10) Acta, art. 210 en bijlage XXIX. if) Dit rapport was opgesteld door dr H. A. van Andel. Het was echter gro^teudeels geigkluidend aan het stuk, dat „de Algemeene Vergadering van Zendingsarbelders op Midden-Java" zond aan „de Commissie ter voorbereiding van de oprichting van een Zleudingsraad voor Nederlandseh-Indlë". Dit stuk was onderteèkend namens de A.V. door De Koomen en H. Bergema. Scherp werd liierm de I.Z.R. afgewezen en dus ook een N.-Indische Zendingsraad, die hiermee zou samenwerken. Gewezen werd op wat vanwege den I.Z.R. in Clüna gebeurde. Afgewezen werd een valsch beroep op Joh. 17. Voorts werd betoogd, dat het opnemen van modernen In zendingsorganisaties als de I.Z.R. de volgende schadelijke gevolgen heeft:

1. Dat de wezenlijke eenheid der geloovigen, hun éénzijn in den Christus der SclirlCten, In de organisatie niet tot uiting komt. In het samen-blddèn en het samen-werken raakt de waarheid zoek. Als de waarheid aan „de liefde" wordt opgeofferd, is die liefde toch geen waarachtige meer.

2. Dat velen van hen, die in de organisatie van de zending thuis hooren, genoopt worden zich om des gewetens wil terug te trekken.

3. Dat aan de modernen met him niet-bijbelsche opvattingen recht van meespreken in zendingszaken gegeven wordt.

4. Dat terwlUe van de leerlingen der modernen de gezonde leer wordt verslapt, indien al niet vervalscht. 5. Dat de Heilige Schrift bij het behandelen van zendingszaken op , den achtergrond raakt.

6. Dat de internationale zendingsbeweging zelf besmet wordt met den modernen geest. Een der schadelijkste gevolgen Is, dat de dienst van God gevaar loopt te ontaarden in dienst van den mensch. In die lijn ligt, dat de maatschappelijke vragen al te zeer op den voorgrond worden gesteld. Het evangelie wordt voornamelijk een sociaal evangelie. In onzen tijd wordt echter van kerk en zending steeds sterker verwacht, dat zij als hervormers der maatschappij 'zullen optreden. Wij achten het voorzeker dringend noodig, dat elk christen zich keere tegen alle onrecht en verdriikking, ook op maatschappelijk en politiek gebied, doch beschouwen dat niet als de taak van de kerk en zending als zoodanig.

18) Volgens dr H. Bergema in „De Reformatie", 23 Pebr. 1940, gaf dr Mott, de voorzitter van de conferentie te Tambaram, aan Stanley Jones ruimschoots en by meer dan één gelegenheid het woord.

18) Acta, art. 161 en bijlage XLVIII. De rapporteur der Commissie ad hoc was dr J. Schelhaas. Uit het rapport blijkt wel eenige aarzeling: „Het bieden van flnancieelen steun brengt geen kerkelijke verantwoordelijkheid mede voor de stichting en Instandhouding der School". , .Het uitleenen en het eventueel afstaan van dr Bergema geschiedt naar zijn wensch en onder eigen verantwoordelijkheid". Nochtans Is men Ingenomen met den gang van zaken: „Het gewicht van deze benoeming zal door ieder worden erkend".

20) A.W. blz. 27. 21) A.w. blz. 23.

22) A.w. blz. 30, 31. 23) A.w. blz. 31.

24) Dr A. Kuyper, E Voto Dordracenó, Voorwoord.

25) Da Costa, tn: Wachter! Wat is er van den Nacht?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 november 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

De Conferentie van Makassar (IV, slot)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 november 1948

De Reformatie | 8 Pagina's