,,Wet en Profeten"

De auteur van „Terzijde" In „In de Waagschaal" schrijft;

„Als kind woonde Ik in een volksbuurt. Het was er nogal rumoerig.

Wij hadden er enige beruchte vechtersbazen, die elke Zaterdagavond de hele buurt op stelten zetten.

Geen voorbijganger was veilig voor hen. Zo op de maaier van Slauerhof, die in de Leidsestraat een voorbijganger een klap in het gezicht gaf en, gevraagd naar da reden, antwoordde: zijn gezicht stond mij niet aan!

De vechtlust werkte aanstekelijk op de jeugd. Ik was bevriend met een buurjongen, die met alle meisjes ruzie maakte. Ik mocht dat wel.

Kerk en Vrede bestond toen nog niet. Totdat hij op zekere dag ruzie maakte met mijn zusjes. Toen werd het mij te machtig en ik protesteerde, door hem af te rossen, hetgeen overigens niet bijzonder heldhaftig was, daar ik vier jaar ouder was dan hij. Hij protesteerde op zijn beurt. Maar ik zei rustig: met alle meisjes kun je je gang gaan, maar van mijn zusjes blijf je af! Ik wist nog niet, ook al was ik op de christelijke school, dat er in de Bijbel staat: „alle dingen, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo, want dat Is de wet en de profeten". Voor mijn zusjes nam ik het op. De andere meisjes liet ik rustig afrossen.

Deze jeugdherinneringen kwamen bij mij op, toen ik in het „Gereformeerd Weekblad", dat ik met pleizier lees, een artikel las van Prof. Ridderbos van Kampen. Een artikel tegen Prof. Zuidema, de professor, over wie in ons blad Dr Hoekendijk enkele artikelen schreef onder de titel: „Zuidemaans démasqué".

Prof. Zuidema is een geweldig jager voor het aangezicht des Heren.

Hij is precies mijn buurjongen. Geen voorbijganger la veilig voor hem. Hij maakt ruzie met iedereen. Vraag je hem: waarom sla je mij, dan antwoordt hij als Slauerhof: omdat je gezicht mij niet aanstaat, je ziet er uit als een ketter!

Tientallen meisjes uit onze kerkelijke buurt heeft hij afgerost. Maar nu de Gereformeerde Zeudingsmensen door hem worden aangevallen, nu komt Prof. Ridderbos In actie.

Ik kan het niet helpen, dat ik, al lezend In het'voortreffelijke artikel van Prof. Ridderbos, de gedachte in mij voelde opkomen, dat Prof. Ridderbos heel.veel lijkt op mij, toen ik als kleine jongen In dat straatje in dia volksbuurt woonde en tegen mijn buurjongen zei: met de andere meisjes ga je je gang maar, dat mag Ik wel, maar van mijn zusjes blijf je af!

Nu moet U luisteren. Prof. Ridderbos zegt over Prof. Zuidema: „Ik wilde, dat die kerel zich maar met Banning of Dippel of Jean Paul Sartre bleef bezig houden. Als die door hem op leven en dood bestreden worden, nu, ik erken, dat ik dat best kan aanzien zonder flauw te vallen. Maar ik wil weten, dat ik het maar heel slecht kan hebbeu als er van de Zending, van onze Zendmg, Iets kwaads gezegd wordt".

Prof. Zuidema kan zijn gang gaan. Laat hij Banning en Dippel een pak ransel geven. Dat mag Prof. Ridderbos wel. Maar afblijven van de Gereformeerde Zendingsmensen.

Ja waarlijk, Prof. Ridderbos lijkt precies op mij, toen ik nog die kleine jongen was. Met alle meisjes uit ons kerkelijk buurtje mag Prof. Zuidema ruzie maken, maar van de zusjes van Prof. Ridderbos moet hij afblijven.

Het verschil is alleen, dat ik toentertijd wet en profeten nog niet kende en nog niet wist, dat Mattheus 7 VS 12 in de Bijbel staat. En ik mag toch veronderstellen, dat Prof. Ridderbos dat wel weet".

Tot zoover de schrijver. Wij zijn het lang niet altijd met hem eens. Maar als we lezen hoe men in de door hem bedoelde kringen over Barth spreekt, en over de oecumenische beweging, dan zeggen we: hier ligt wel eenige waarheid in. Helaas.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen