Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tweetal te:

Amsterdam-Zuid—Nieuwer-Amstel, J. Keuning te Murmerwoude en H. C, Overeem te Slledrecht.

Beroepen te:

Drachten, voor het zendingswerk op West-Bomeo, Cand. J. G, Agema te Groningen.

Hoek, H. V, d. Veen te Duurswoude.

Bolnes-Slikkerveer-IJsselmonde, C. v. Venetië te Wormerveer—Koog-Zaandijk.

Aangenomen naar:

Drachten, Cand. J. G. Agema te Groningen.

Bedankt voor:

Nijmegen-Velp, H. C. Overeem te Slledrecht.

— UTRECHT-N.W. Ds M. de Goede heeft aan den kerkeraad, in zijn vergadering gehouden op 6 Maart, meegedeeld, dat hij zijn ambt als Dienaar des Woords neerlegt.

Adres scriha: P. Gorter, J. S. Bachstr. 54, Utrecht.

— TIBL-ZALTBOMMEL. Het adres van ds C. van Leeuwen is thans: Boschstraat 19, Zaltbommel.

— VLAARDINGEN. Adres Kerkeraad: Y. Woensdregt, Valeriusstraat 6.

— MARIëNBERG. Ds K. D. Gerber is thans telefonisch aangesloten onder Beerzerveld nr 41.

— NIEUW-BUINBN. Adres Diaconie: H. Roorda, L, 12

— ASSEN OVER DS B. A. BOS. Volgende brief is verzonden:

Assen, 10 Maart 1950.

Aan de Leden van de Geref. Kerk te Assen. Broeders en Zusters,

De Kerkeraad oordeelt aanleiding te hebben, zich met het volgende tot U te wenden.

Uit de dagbladen vernam hij met droefheid het beschamende feit, dat de Dienaar des Woords, die in 1944 hier te Assen als eerste In al de Noordelijke Provincies tot vrijmaking opriep, en die zich daarin toen door Gods genade in zijn ambt getrouw betoonde en tot rijken zegen was, thans op zijn schreden Is teruggekeerd. Want dat heel het „resultaat", waartoe onze voormalige Predikant, Ds. B. A. Bos, dan thans gekomen is, niets anders is dan, dat hij aan de tevoren door hem bestreden leer en kerkregering toegevallen is, heeft Ds. H. Bouma in de Kerkbode van 11 Maart 1950 duidelijk aangetoond.

Dat dit bij de synodaal-gebonden kerk hoog bejubeld wordt kan nlenaand verbazen. En daar werd ook reeds uiting gegeven aan de hoop, dat velen van ons ds Bos en de zijnen op hun weg zouden volgen. De Kerkeraad kan slechts bidden, dat deze hoop beschaamd zal worden, en dat niemand voor de verleiding bezwijke en als een gewassen zeug weerkere tot de wenteling des slijks. Want iets anders zou het volgen van wie nu van ons •gingen thans niet zijn.

Het is echter mogelijk, dat niet ieder dit asinstonds ten volle inziet. Dezen wekt de Kerkeraad dan ernstig op, zich met hun vragen te wenden tot de Ouderlingen en Dienaren des Woords, welke de Heere gaf om Zijn volk te onderwijzen en te helpen.

En mocht iemand van mening zijn, dat er door de laatste besluiten van de Haagse Synode wèl een andere situatie zou zijn ontstaan en er daarom ook onzerzijds iets moest worden gedaan, die wende zich daartoe dan tot den Kerkeraad, opdat alle dingen eerlijk en met goede orde mogen geschieden.

De Kerkeraad vond aanleiding deze laatste opwekking openlijk en tot allen te doen uitgaan.

Immers: Ie. ds B. A. Bos heeft zich hier te Assen tot den synodaalgebonden Kerkeraad gewend met algehele voorbijgang van de Ouderlingen, die eertijds tezamen met hem en op dezelfde gronden werden geschorst. En tiij heeft zich Zondag 5 Maart de toegang tot den kansel van het gebouw, dat nog steeds als het onze door ons opgeëist wordt, laten ontsluiten zonder onzen Raad als vertegenwoordigende de gemeente daarover ook maar op enige wijze aan te spreken. Is dit „eerlijk en met goede orde" handelen? Zo heeft wie ons eertijds voorging ons den rug toegekeerd en ons verlaten, zonder enige betoning vaji de christelijke broederschap.

2e. De Kerkeraad ontving deze week een tweetal brieven, In totaal namens drie belijdende-en twee doop-leden, die hem kortweg meldden, dat deze personen „zijn gekomen tot hereniging met de Geref. Kerken". De Kerkeraad weet nauwelijks wat hem meer ontstelt: het doen van deze schrijvers, of de wijze van hun doen. Op deze wijze onttrekken zij zich immers aan hun Avondmaalsgenoten, zonder ook maar met één woord toe te lichten, dat dit de weg des Heeren is.

Toen wij in deze stad tot de vrijmaking werden gedwongen, kon volstaan worden met een kort bericht aan degenen, die toen begonnen ten onrechte op te treden als „Raad van de Geref. Kerk". Want de zaak waar het toen om ging was in om.streeks tien vergaderingen van den Kerkeraad behandeld en de „Acte van vrijmaking" stelde de noodzaak van wat men deed voor ieder helder in het licht. Maar heden moet in den Kerkeraad het eerste woord nog gesproken worden over wat men noemt „de veranderde situatie, die tot heengaan noopt". Op zulk een wijze weggaan als deze twee brieven berichtten, is volslagen verloochening der christelijke broederschap, die naar gereformeerd belijden (zie Antw. 55 Held. Gat.) hierin bestaat, , , dat elk zich moet schuldig weten zijn gaven ten nutte en ter zaligheid der andere lidmaten gewilliglijk en met vreugde aan te wenden". En het erge is, dat heden tot zulk een afkeurenswaardige wijze - van doen van synodale zijde en ook door wie te voren met ons denzelfden goeden strijd gestreden hebben openlijk wordt opgewekt.

Daarom vond de Kerkeraad nodig door dit schrijven er aan te herinneren, dat alle dingen eerlijk en met goede orde zullen geschieden. Hij gevoelde zich daartoe te meer gedrongen, omdat wie in de aangewezen zonde valt zich daardoor meteen aan de vermaning onttrekt.

Brs en 'Zrs, laten wij waken, dat alle dingen eerlijk en met goede orde geschieden, ook in de huidige situatie, waarin degenen die ons bij den Rechter openlijk verklagen te strijden tegen Schrift en Belijdenis, verwarring willeis stichten en daartoe opwekken.

De God nu aller genade, die ons geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, die volmake, bevestige, versterke en fundere ulieden.

Met broederlijken groet. De Raad van de Gereformeerde Kerk te Assen^. in vergadering bijeen op 10 Maart 1950, namens hem:

(w. g.) J. VAN BRUGGEN, h.t. Praeses,

G. BOUHUIS, Scriba.

— ZENDING. Ter Part. Synode van het Zuiden bracht de roepende kerk van Goes, gehoor gevend aan een desbetreffend verzoek van de classis Zeeland ter sprake dem door de classis uitgesproken wensch om in de toekomst te komen tot samenwerking met de kerk van Drachten, en de kerken van Friesland In den 2ïendlngsarbeid op W.-Borneo. In verband hiermee kwam ook ter sprake de instructie van de classis Noord-Brabant en Limburg, waarin deze classis uitspreekt dat zij het niet gewenscht oordeelt, nu het Zendingswerk in Indlë op allerlei wijze belemmerd wordt en wat toekomstige mogelijkhedeni betreft nog alles onzeker is, en wat de richtlijnen van ons Zendingswerk betreft er nog allerlei verwarring heerscht — om in dit stadium bindende afspraken ter malcen voor de classicale óf regionale samenwerking.

Na breede discussie besloot de P. S.:

De P. S. van het Zuiden in vergadering bijeen te Breda op Woensdag 22 Febr. 1950 benoemt een commissie met de opdracht om de mogelijkheid te onderzoeken of de kerken van het Zuiden in staat zouden zijn in de toekomst een Zendingspost te verzorgen op een van d& Zendingsterrelnen van de Gereformeerde Kerken in Nederland en welke mogelijkheden van terreinen en samenwerking met kerken buiten ons ressort eventueel het meest aanbevelenswaardig zou zijn. De commissie is gehouden de plaatselijke kerken zooveel mogelijk van haar onderzoek op de hoogte te houden en een rapport aan deze kerken toe te zenden, minstens 3 maanden voor de-P. S. die voorafgaat aan de Gen. Synode 19S1.

— NED. BIJBELGENOOTSCHAP. De kerkeraad van Eindhoven verzond een brief aan het bestuur van het Nederl. Bijbelgenootschap, waarin wordt bericht dat^ zoolang door deze instantie steun wordt verleend aan. den Nederl. Zendingsraad (die aangesloten is bij den met den Wereldraad van kerken geassocieerden internationalen Zendingsraad) en aan het Zendingsconsulaat in Batavia (welk Consulaat onzen zendlngsarbeld zeer sterk tegengewerkt heeft, zie de „Geopende Deur" van Febr.) hij geen collecte hiervoor kan houden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 maart 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 maart 1950

De Reformatie | 8 Pagina's