Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wijzen tot leugen-instructeurs verhard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wijzen tot leugen-instructeurs verhard

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zegt: ijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen, als wij sliepen. , En indien zulks gehoord komt te worden . van den stadhouder, wij zullen iiem tevreden stellen en maken, dat gij zonder zorg zijt. En zij, het geld genomen hebbende, deden, gelijk zij geleerd waren. En dit woord is verbreid geworden bij de Joden tot op den huldigen dag. Mattheüs 28 : 13-15.

In deze wereld met haar geweldige struggle for life' (strijd om het bestaan) zijn wij als Kerk geplaatst met een boodschap van Godswege. Om het n.l. de wereld aan te zeggen, dat alleen in Christus Jezus, den Opgestanen Paaschvorst, de opbouw van een nieuwe, betere, schoonere wereld mogelijk is, ja, dat hij in Hem gegeven is. En dat, tenzij boetvaardige en geloofsgehoorzame wederkeer tot Hem, alle opbouwpogingen falikant mislukken moeten.

Zullen wij ons echter van deze opdracht als Kerk naar behooren kwijten kunnen en zullen wij niet zelf de verkondiging dezer waarheid in den weg staan, dan zal die waarheid vóór alles ons eigen leven moeten beheerschen. Dkn zullen wij het eerst voor onszelf moeten hebben verstaan en ter harte genomen, dat van eenig waarachtigen opbouw van ons persoonlijk leven geen sprake kan zijn, wanneer wij het niet optrekken willen op het uitsluitende bouwoffer, dat God de HEERE Zelf voor ons leven heeft gebracht: Jezus Christus, onzen Heer. Wanneer wij niet al ons leven zoeken willen buiten onszelf in Hem als den eenigen Zaligmaker. .

Want wanneer wij in ons eigen leven nog niet van de radicale onmacht onzer natuur zijn overtuigd, doch het voor onzen eigen levensopbouw nog maar voor het allerminste of - geringste deel verwachten van onszelf, breken wij de kracht van onze waarheidsverkondïgïng aan de wereld.

Ja, Wat nog erger is, wanneer wij practisch door eigen ongeloof alsmaardoor de doorbraak van de kracht van Christus' opstandüig in ons eigen leven tegenstaan, zijn wij — al evangeliseerende aan de wereld — stilaan bezig onszelf te verharden. Waarop het oordeel Gods noodwendig volgen moet: dat wij tenslotte ook niet meer KUNKEN gelooven.

En dan, dan komt het uiteindelijk zoover, dat wij, zoodra de gelegenheid zich voordoet, overloopen van de Kerk naar de wereld, van den Christus naar den Antichrist. Dan worden wij in plaats van evangelisten propagandisten van Satan. In plaats van getuigen der waarheid, leugenprofeten.

Geüjk wij dat ook aan den Joodschen Raad kunnen zien.

Niet alleen dat zij voor zichzelf de waarheid van Jezus' opstanding als leugen brandmerken, maar zij verlagen zich ook tot leugeninstructeurs. Zij komen overeen met een flink bedrag niet alleen den mond der wachters te stoppen, maar hen oia te koopen de hun voorgekauwde leugen van lijkroof-door-de-disci-. pelen overal rond te bazuinen.

Dat zijn nu die mannen, die Jezus voor Pilatus een verleider durfden noemen. Hebben zij eerst Jezus met een leugen den dood ingejaagd: ij hebben bevonden, dat Deze het volk verkeert, en verbiedt den keizer schattingen te geven, zeggende, dat Hijzelf Christus de Koning is (Luk. 23 : 2), hebben zij eerst Jezus met een leugen den dood ingejaagd, nu trachten zij Hem weer met een leugen in den dood te houden.

Naar waarheid had Jezus eenmaal van hen getuigd: ij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen, die was een menschenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven, want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zoo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar en een vader der leugen (Joh. 8:44, 45).

Hebben zij eerst als menschenmoordenaars Judas omgekocht om de zonde hunner vaderen te kunnen vervullen door het dooden van den hoogsten Profeet, nu koopen zij als aartsleugenaars de wachters om, ten einde niet te vallen onder hetzelfde oordeel van hun vaderen, nl. van profetenmoordenaars.

Dat is er dan geworden van het uitverkoren volk! Uitverkoren als knecht des HEEREN om in het midden der volkeren te staan met het licht der bijzondere Godsopenbaring. Want neen, Israël was niet uitverkoren om zijnszelfs wil, omdat God de wereld verloren gegeven had en het ten eeuwigen dage alleen met dat ééne volkje stellen wilde. In Israël wilde Hij de wereld behouden! Daar was het Hem om begonnen. Daarvoor had Hij Abraham, hun vader, gezegend, opdat in hem al de volkeren der aarde gezegend zouden wórden. Het particularisme was geen doel, doch slechts middel tot het doel: het volstrekte universalisme. Aan Israël waren de woorden Gods toevertrouwd, opdat het daarmee de wereld dienen zou.

En dat komt er nu van, wanneer men de uitverkies zing tot het verbond zoo fundamenteel misverstaat, en daarin meent te vinden een reden van ijdele zelfverheffing, in plaats van de roeping tot een gansch-uitzonderlijke, buitengemeen-verantwoordeilijke taak.

Dan staat men van meetaf God, den HEERE in den weg, in plaats van dat men Hem dient, werkt men Hem meer tegen, dan dat men met Hem mee-werkt, eerst onbewust, maar straks ook bewust en opzettelijk. Dan wordt men in plaats van dienstknechten van den God der waarheid, slaven van Satan, den vader der leugen.

der leugen. Dat wij dan toch onze roeping verstaan! „Gij zijt het licht der wereld. Laat uw licht alzoo schijnen voor de menschen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken" (Matth. 5 : 14, 16).

Wij zijn als Kerk een uitverkoren geslacht, maar niet om onszelf daarop te beroemen en ons daarop te laten voorstaan, doch opdat wij zouden verkondigen de deugden van Hem, Die ons uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht (1 Petr. 2:9).

Lezer, gij moogt het Evangelie van Jezus Christus, triumfator over dood en graf, den Heer van leven en dood, niet voor uzelf houden. En als gij er waarlijk in gelooft, kunt ge het ook niet voor uzelf houden. Dan moet ge er van spreken. En wanneer gij er derhalve nog van zwijgen kunt, hebt ge daarin een bewijs, dat gij er nog niet genoegzaam in gelooft als een kracht Gods tot zaligheid. Ja, mogelijk, dat ge er hoegenaamd nog niet in gelooft. En indien ge er niet in gelooft, dan kan ook deze overdenking u alleen maar verharden. Dan is ook voor u dreigend het gevaar, dat gij straks in plaats van een propagandist der waarheid wordt een propagandist der leugen. Dat de Satan u in zijn dienst genomen heeft vóór gij het zelf weet.

Hoor dan toch de spotlach des hemels over de dwaasheid van de Joden, die uit louter zelfhandhaving nu voor veel geld en goede woorden — zij zullen wel zorgen, dat de wachters zonder zorg kunnen zijn, wanneer hun voorgewende plichtsverzaking Pilatus ter oore komt — de leugen moeten laten rondstrooien, waarvoor zij eerst zoo doodsbenauwd waren geweest. Die nu wel moeten riskeeren, dat de laatste dwaling erger zal zijn dan de eerste (Matth. 27 : 64).

De spotlach Gods ook over die wachters, die daar door Jeruzalems straten hun eigen schande moeten loopen uitliegen, en zoo zich hopeloos bespottelijk maken. Alsof het er niet al te dik op lag, dat zij getuigen konden, dat de discipelen Jezus' Hjk gestolen hadden, terwijl zij sliepen!

Dat toch die spotlach Gods niet eenmaal ook over u worde gehoord. Want Zijn werk gaat door. Evenals het, ondanks het leugenapostolaat van het Sanhedrin, is doorgegaan.

• Vers 11 begint met: n als zij, d.i. de vrouwen, heengingen. De vrouwen met de boodschap van den engel aan de discipelen. En straks is het de opgestane Heer Zelf, Die Zijn apostelen de opdracht geeft: aat dan heen, onderwijst al de volken, hen doopend© iu den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes, leerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met u, al de dagen tot de voleinding der wereld (Matth. 28 : 19, 20).

En moge de leugen van het Sanhedrin ook onder de Joden ingang gevonden hebben, zij heeft toch niet kunnen verhinderen, dat op den Pinksterdag drieduizend werden gedoopt, en ook nadien de HEERE dagelijks tot de gemeente toe deed, die zaUg werden.

En zoo zal het voortgaan tot het einde der dagen.

Ja, wanneer het Evangelie des Koninkrijks, van den opgestanen Kruiskoning, onder alle volken zal zijn gepredikt en de volheid der heidenen zal zijn ingegaan, dan zal ook geheel Israël zalig worden (Rom. 11 VS 25, 26).

Dat wil niet zeggen alle Israëlieten, hoofd voor hoofd, zoodat uiteindehjk ook deze leugeninstructeurs nog zouden behouden worden, maar Israël als volksgeheeJ, in de aanvaarding van den Christus als den groeten Knecht des HEEREN, die Israels ontrouw als zoodanig verzoenen en zijn roeping vervullen kwam.

Wij vermogen niets tegen de waarheid, maar voor de waarheid. „Wij kunnen den loop der waarheid niet tegenhouden, niet remmen, ook al zouden wij dat bedoelen, integendeel, de waarheid zal zich altijd rechtvaardigen. Wij kunnen niet anders zijn dan instrumenten, waaraan zij haar kracht, desnoods tegen onzen wil, demonstreert" (K. S., De Reformatie, 13, 107).

Laten dan de geesteskinderen van Nietzsche zweren bij zijn profetie: r is maar één wereld nl. die wij zien, de andere is er bij GELOGEN, ja, laat de Antichrist zijn parousie, zijn verschijning hebben naar de werking des Satans, in alle kracht en TEEKENEN en WONDEREN DER LEUGEN, al is de leugen nog zoo snel de waarheid achterhaalt haar wel, de waarheid van Jezus Christus, Die is dood geweest, maar nu leeft in alle eeuwigheid (Openb. 1 : 18), wanneer Zijn parousie daar is, en Hij den ongerechtige verdoen 'zal door den Geest Zijns monds en door de verschijning Zijner toekomst (2 Thess. 2:8, 9).

En „al den leugenaars is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en zwavel; hetwelk is de tweede dood" (Openb. 21 : 8).

Want de waarheid wint en over-wint!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 mei 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

De wijzen tot leugen-instructeurs verhard

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 mei 1950

De Reformatie | 8 Pagina's