Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ontvangt hem niet in huis...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ontvangt hem niet in huis...

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondagmorgen.

Het is na den ochtenddienst.

Als we thuis zijn, zijn we nog met hart en ziel bij de preek en de slotzang hangt ons nog in het hoofd:

„Dat wij altoos op hoogen prijs Uw leer en 't heilig recht van Uw getuig'nis zetten." Er wordt gebeld.

Als we ons naar de deur gehaast hebben en opendoen staat daar een juffrouw voor ons: bril op den neus, actetasch in de eene, een aantal krantjes in de andere hand en we begrijpen terstond: dat is een juffrouw van den , , Wachttoren", een Jehovah-getuige.

Juffrouw?

Mijnheer, kent U God?

Door Gods genade, ja, juffrouw!

Ja, maar het is de vraag, of U God recht kent,

Mijnheer! Ik geloof, juffrouw, dat ik Hem recht ken.

Weet U dat wel héél zeker. Mijnheer?

Ik weet dat héél zeker, want ik heb toch den Bijbel, Zijn Woord?

Maar, dat is het hem nu juist. Mijnheer, dat is het hem nu juist, maar het is de vraag, of U den Bijbel wel goed léést. Mag ik misschien eens bij U binnenkomen? Om daar eens met U over te spreken?

Zeker, juffrouw, maar mag ik éérst eens een vraag doeli? Gelooft U in God, in den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest?

Kijk, Mijnheer, daar hebt U het nou: de Heilige Geest, die is niet God. Dat is een

Juffrouw, gelooft U ook, dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is, ontvangen van den Heiligen Geest en geboren uit de maagd Maria?

Ja, Mijnheer, hoor eens, maar dat moet U anders

Ik heb intusschen mijn bijbel uit den zak gehaald, opgezocht wat ik hebben moet en zeg: Juffrouw, U moogt niet binnenkomen, want Jehovah zegt in 2 Johannes vss. 10 en 11: „Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis en zegt tot hem niet: Zijt gegroet. Want die tot hem zegt: Zijt gegroet, die heeft gemeenschap aan zijn booze werken." U leert de leer van Christus' Apostel niet en daarom mag ik U van Jehovah niet in huis ontvangen en aan Uw bóóze werken géén gemeenschap hebben •

Toen heb ik de deur dichtgedaan.

En binnensmonds mompelend is de juffrouw gegaan.

Ik vertelde dit gebeuren aan een vriend.

Die vriend is een hard voorstander van de Evangelisatie. En hij houdt mij voor een tegenstander van die Evangelisatie. Omdat ik anders voor ben dan hij. Hij is zeer voor de georganiseerde EvangeHsatie. En ik meer voor de ongeorganiseerde. Omdat ik geloof, dat de HEERE de Evangelisatie allang georganiseerd heeft. Maar dat begrijpt mijn vriend niet. Hij is om zoo te zeggen een organisatiechristen. Zijn leven begint bij de organisaties, de commissies en de sub-commissies. Maar dat nu daargelaten — mijn vriend vond, dat ik het met die juffrouw verkeerd had aangepakt. Ik had de gelegenheid moeten aanpakken om te „evangeliseeren". Ik was te weinig over die juffrouw „bewogen" geweest.

Ik heb mijn vriend geantwoord, dat ik daarvan in 2 Johannes niets gelezen had. En dat ik, mij houdende aan hetgeen daar staat, toch wel zal gehandeld hebben naar 's Heeren wil. Waarvan ik mijn vriend niet heb overtuigd. Je moet , , evangeliseeren", zei hij.

Grijp toch de kansen

Ik heb over dien vriend nog eens nagedacht.

En ik ben bang, dat hij toch eigenlijk niet goed weet, wat evangeUseeren is en wat het Evangelie is. Hij heeft een Evangelisatie-evangelie, dat niet het Evangelie is. Dat Evangelie is het Woord Gods. En dit Woord heb ik toch aan die juffrouw gezegd. En als die juffrouw voor het Woord eerbied heeft, dan mag het haar toch tot nadenken brengen. Dat haar werken zóó boos zijn, dat de geloovigen haar van den HEERE niet in huis mogen ontvangen

's Avonds lazen we Openbaring 11: „En ik zal mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteeren duizend twee honderd zestig dagen, met zakken bekleed."

Met zakken bekleed

Me dunkt, daar mochten de menschen van de Evangelisatie, de georganiseerde en de ongeorganiseerde nog wel eens aan denken. Aan Elia. En aan Johannes den Dooper. En aan Jona in Ninevé.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 december 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Ontvangt hem niet in huis...

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 december 1950

De Reformatie | 8 Pagina's