Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Berkouwen over Van Til

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Berkouwen over Van Til

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door Dr Berkouwer wordt van Dr C. v. Til aamgehaald: Common Grace, (Philadelphia, 1947). Daar zegt Van Til, dat het, z.i., in het debat over de gemeene gratie noodig is, den klemtoon te leggen op de idee van het vroegere en het latere (to stress the idea of the earlier and the later).

Maar Berkouwer verzuimt het slot aan te halen vsm den zin; dat luidt: that is to say: the eorrelativity of universal and particular. Van Til bedoelt dus, het accent te leggen op de correlatie van het universeele en het particuliere. Het verwondert ons, dat Berkouwer, die nogal vaak zekere voorkeur aan den dag legt voor het begrip , , correlatie", ditmaal zijn citaat afbreekt juist vóór dat woord.

Hij ontdoet zich daarmee van den plicht, te zeggen, dat Van Til, een bladzij eerder, 74, had gesproken over een communen toom, waaronder, na den val, toen de menschen zondaar geworden waren, uitverkorenen zoowel als verworpenen, lagen. Eerst leefde heel de menschheid-in-het-gemeen onder de gemeene gratie, zegt Van Til, dat was n.l. vóór den val, en een poosje later (, , a little later") haatte God de menschheid-in-het-gemeen; dat was dan na de zonde. Natuurlijk is hiermee voor óns probleem (Kuyper's concept) nog niets gezegd, tenzij men — wat Van Til met wil — zou overspringen op de beruchte remonstrantsche these van een , , amor praecedens" (vóórgaande liefde) en een „amor consequens" (weer anders werkende volgende liefde) in God: zijn voornature weten" (ib.). Vgl. Seesemann in Kittel Wtbeh,

afgaande liefde, en zijn volgende liefde; welk thema hier dan zou doorkruist worden door dat van Gods voorafgaande liefde en zijn volgenden haat.

We naderen hier dan gevaarlijk dicht de theorie van de affecten Gods, waarmee de gereformeerden nooit hebbeu willen werken. Maar goed, als Van Til nu dit accent op „vroeger" en „later" aldus wil zien uitgewerkt, dat alle menschen vóór den val lagen onder de commune gunst, en na den val onder den communen toom, waarom wil Berkouwer dan niet eerlijk zichzelf bekennen, dat deze conceptie niets te maken heeft met Kuyper's gemeene gratie-theorie ? En waarom maakt hij zich diets, dat wij het spreken Gods in den tijd niet genoeg als spreken in den tijd tot zijn recht lieten komen? Als nu juist wij, ter bepaling van waardij en aanwendingswaardij van het door den mensch te bewerken materiaal in de schepping, positie kozen, niet alleen in wat na den val geschied is, doch ook reeds in het , , gemeen mandaat", dat vóór den val tot den mensch gekomen is, vanwege God, wat doet hij dan met zulke verwijten ? Als Van Til zegt (72): if we make the earlier our point of departure for the later, we begin with something that believers and unbelievers liave in common, dan «gelooven wij, met ons spreken van gemeen mandaat (vóór den val) eerder aan v. Til tegemoet gekomen te zijn, dan Berkouwer, die nog eens opwarmt Kuyper's positie kiezen in wat geschiedde na den - Zondvloed.

Eu voorts: wat Berkouwer met Van Til wi)., is ons niet duidelijk. Van Til zegt, 74: eerst was er gemeene gunst, toen kwam er gemeene toorn, but after the common, in each case, comes the conditional. History is a process of differentiation. Gelijk we aan Berkouwer vroegen: wat bedoelt u eigenlijk met , , noodzakelijkheid" (necessltas), want dat kan van alles en nog wat wezen (lees Chytraeus), zoo kunnen we nu Van Til vragen: wat is "bij U conditioned? Ook dat woord kan op allerlei manier w^orden opgevat. Mocht „conditioneel" hier iets te maken hebben met wat God sprak tot den mensch, dan zeggen we: we gelooven niet wat u daar zegt; want Gods spreken was zoowel vóór als na den val conditioneel. Wij komen dus weer terug op ónze stelling; de natuur is commuün, niet de , , gratie", te geven in en tot het natuurgebruik. En heeft het woord , , conditioneel" niet met Gods historisch (paedagogisch) spreken te maken, wat wil Berkouwer dan met zijn klacht (en met de suggestie, dat ze steunt op Van Til), dat de tegenstanders van de gemeene-gratie-idee a la Kuyper het spreken Gods „in den tijd" niet tot zijn recht doen komen? We hebben toch niets aan leege klanken? Wat bedoelt Van Til met zijn zin: history is a process of differentiation? Moet die stelling soms dienen om differentiatie in de historische „gunst" (van vóór den val) en differentiatie in den historischen „toorn" (van na den val) aan te toonen? Maar dan krijgen we tijdelijk bepaalde differentiatie van Gods „affecten". Dat zal wel niet bedoeld zijn. Is soms bedoeld: differentiatie in de menschen? Omdat ze nu óf objecten wórden van , , gunst" (door genade), óf objecten blijven van , , toom" ? Maar dan is dit een schromelijk verwaarlcozen van den tijdsfactor, waarover zoowel Van • Til als Berkouwer zich juist zoo bezorgd toonen. Want a) die „gunst" is geen gunst als in het paradijs; omdat ze wordt verdiept tot genade-gunst, vanwege Christus; en b) die „toorn" is verdiept tot toom wegens verwerping van den Christus; en c) als Van Til bedoelen zou, dat alle historie differentiatie is, en dan differentiatie van dit kaliber (met liefde en haat in het spel), dan verwerpen wij deze meening; ze zou erop neerkomen, dat «en in paradisalen vrede verloopende historie tot de onmogelijkheden behoorde.

We hebben een beetje te doen met Berkouwer's poging om te redden, wat men niet meer moest willen redden. Haast ridicueel wordt straJcs, na het citaat uit Van Til over , , earlier and later", dat uit E. Brunner: waarin deze de lankmoedigheid Gods een begrip noemt, dat „om zoo te zeggen" (na zoo'n uitdrukking kunt ge weer rustig gaan vrijbuiteren) de maximale tegenstelling laat zien met de abstrakt-speculatieve godsidee (Brunner, Dogmatik, Zurich, 1946, 296). Wat moet een man als Berkouwer met zulk een woordje, om de gemeene gratie te redden? Brunner heeft het over Gods lankmoedigheid als „nichts Ge'ringeres (o, die mooie dikke woorden voor een nieuw aanloopje in eigen huis Ingebouwde arena) als die Möglichkeit der Geschichte". Maar dat is dubbele nonsens: a) want Brunner zegt: God kon, zonder zijn heiligheid te schenden (alsof er geen besluit meer meetelde!) met het zondig geworden menschengeslacht afrekenen, Schluss machen (men vraagt: wanneer is dat geslacht zondig „geworden", was dat soms ook in een geschiedenis? zoo ja, waar komt die vandaan? ); en b) nu geeft, volgens Brunner, Gods lankmoedigheid aan de menschheid de laatste kans, eine letzte Chance, de moigelijkheid van omkeer (men vraagt zich af: wat is dat: een laatste kans, als het geen remonstrantisme is? en wat is dat voor een God, die kansen geeft, en dan maar lankmoedig toekijkt? en wat is dan de , , origine" van die .lankmoedigheid? en ziet die God dan niet verder dan •de kansen, met haar onzekeren afloop? en als het „een laatste" kans is, was er daji ook een „eerste", en waar kwam die vandaan? ).

Het is ons een raadsel, hoe Berkouwer met zulke holle iklanken, en dan uit zoo volkomen tegengesteld redebeleid aangewaaid, meent iets te hebbeu „bestreden".

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 augustus 1951

De Reformatie | 4 Pagina's

Berkouwen over Van Til

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 augustus 1951

De Reformatie | 4 Pagina's