Een stad die wèl samengevoegd is en: Holwerda: tusschen ja en neen - 2e druk - pagina 68

sacramenten. Niet elke gedoopte heeft werkelijk het sacrament ontvangen. Maar als hij het sacrament metterdaad ontvangen heeft, dan is het een verzegeling van de aanwezigheid der inwendige genade. Hier staat dus heel duidelijk de leer van een vollen en een niet-vollen doop ; van een echt en een onecht sacrament. Hier staat ook, dat de sacramenten indien ze waarlijk sacramenten zijn, de aanwezigheid der inwendige genade vaststellen. Het is dus, helaas, in de Geref. kerken werkelijk kerkleer geworden, dat niet alle gedoopten werkelijk in het verbond begrepen zijn; het is alweer de leer der kerk, dat de doop niet bij allen werkelijk een sacrament is van den inhoud en de beteekenis die de belijdenis aan de sacramenten geeft. Het is ook kerkleer, dat échte sacramenten de aanwezigheid der inwendige genade verzegelen. Ieder houde dat vast. De Gereformeerde Kerken belijden tegenwoordig, dat niet elke gedoopte werkelijk het sacrament ontvangt ; ze belijden ook, dat als het bij iemand werkelijk sacrament is het de aanwezigheid van inwendige genade verzegelt. De doop is voor wie niet gelooft geen sacrament in den zin van art. 33. 12. „dat naar het oordeel der synode de doop, die bediend is aan hen, die later in ongeloof het sacrament verwerpen nimmer als schijndoop mag worden aangemerkt, omdat de doop op Gods souverein bevel in Christus' kerk bediend, nimmer ledig en ijdel kan zijn."

Eerlijk gezegd : hier breekt me de klomp. Men heeft net in stelling 11 verzekerd : de doop is niet voor eiken gedoopte sacrament-in-den-zin-van-art.-33. Sacrament zooals art. 33 daarvan belijdenis doet is het alleen voor de geloovigen. Logische conclusie is nu alleen : voor de ongeloovigen is het geen echt sacrament, alleen maar een 5c/zt/nsacrament. En dan volgt er zonder eenigen overgang : men kan toch het sacrament in ongeloof verwerpen. Heeft ieder dan tocti het sacrament ontvangen? Hoe kan iemand in ongeloof verwerpen wat hij nooit ontvangen heeft? Dat komt van het hopelooze gescharrel met woorden. Sacrament beteekent in de eene conclusie : ,,teeken en ze^el van de aanwezigheid der inwendige genade" ; in de volgende conclusie daarentegen : besprenging met water zonder meer. Doch dan verder : concl. 11 zei toch maar : het is bij de ongeloovigen geen echt sacrament. Dan is het dus in een dergelijk geval een sc/ii/n-doop. M a a r dan zegt stelling 12 : het mag nimmer als schijndoop worden aangemerkt. 66

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen