Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verbondsleer der Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland - pagina 18

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verbondsleer der Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland - pagina 18

4 minuten leestijd

mag gedoopt worden zonaer daarbij zijn wedergeboorte te onderstellen. Wie zoo Cnriste.ijk Gereformee.'a aenki, kan met geen goede conscience in de Uerei. Kerken Diijven^ want ae Gerei. Kerken leeren, dat doopen op grond van bet bevel en ae bcxoiie Goas en aoopen op grond van onderstelde wedergeboorte zakelijk precies hetzelfde is. Want krachtens die belofte is naai' de bindenae leer .„-.spraken aer Geref. Kerken de wedergeboorte te onderstellen. „Kracniens ae oeioice Goes :e houden voor wedergeboren", maar wat ;s dan Qie belofte Goas? i a ae He.ae^cergsche Catechismus wordt nog al eens ae Uitdrukking „ce belofte des hvangelies" gebezigd en dan blijkt wel heel auiaelijk, zoo aat het voor geen tegenspraak vatbaar is, dat hiermede hetzelfae bedoeid worat als met „de belofte des Verbonds" of met „de belofte Gods '. Zco zegt Zcnaag 25, aat ae sacramenten heilige, zichtbare waarteekeiieu en zegelen zijn, van God ingezet, opdat Hij ons door het gebruik daai'vaii de belotte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele. De Keere belooft in het Evangel.e. Is nu de beteekenis van het woord „belofte" aeze. aat Gcd hier zegt: gij komt vast en zeker in den hemel? IK beloof u het heil in Christus, dus zaï de zaligheid u niet ontgaan? Om duidelijk te zeggen wat we bedoelen: heeft de Heere in Zijn Woord aan de belofte, of aan het geloovig omhelzen van die belofte onlosmakelijk de zaligheid verbonden? Deze vraag even rustig in te denken is niet overbodig. Er zijn immers vile eenvoudige menschen, die het woord „belofte'" verstaan als een Goddelijke verklaring van wat Hij vast en zeker doen zal. En helaas, ook m de neo-Gereformeerae theologie, in die verbondsleer met name, is geheel vooi oijgezien en te taai verwaarloosd, dat de Heere ons in Zijn Woord ook nog anders spieekt cvsr ,.belofte"'. Denk eens aan Hebr. 3 en 4. Aan Israël in Egypte beloofde de Heere Ksnaan. Tot heel dat volk, tot allen, tot een ieder kwam dat Woord, die belciie. Was dat nu een Goddelijke verklaring, dat ook allen en een ieder in het land der belofte vast zouden ingaan? Dan ziin ze er zcoals vanzelf spreekt ook allen gekomen, want het Woord Gods is waarachtig en kan niet uitvallen. Maar neen, het meerendeel van het verbondsvolk is niet ingegaan. Hoewel de Heere in Egypte beloofd had hen uit dat land cp te veeren naar een gced en ruim land, naar een land vloeiende van melk en honing, Exod. 3 : 8, toch heeft het meerendeel niet kunnen Ingaar.. Zij zijn in de woestijn nedergeslagen. Was dan die belofte n.et „echt"', n.et ,.meenens", maar een „schijnbelofte", een eigenlijk nietszeggende, maar uitwendig? Tenminste voor dat meerendeel? Was voor hen die doop in de Rcode Zee waar zij allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee, maar een ,,schijndoop", althans geen „wezenlijke doop"? Wis zou dat durven zeggen? Wie zou den Heere daarvan durven beschuldigen? Maar hce zit aat dan met die belofte? Wel, die belofte was echt, was meenens, waarachtig. En Israels doop in de Roode zee was daarvan voor allen een teeken en zegel. In de belofte, in Zijn Woord schonk God Kanaan. Waarom Hij die voile, echte, inhoudrijke belofte schonk? Omdat Israël geloofde? Geen sprake van! Heusch, dat volk uit Abraham gesproten, was zoo gelcov'g niet. Maar wat zouden ze aangaande Kanaan ook moeten gelooven, voordat de Heere het hen beloofde. Als Gods niets belooft, valt er niets te geiooven. Laat het ons goed duidelijk zijn, dat het beloven altijd vooraf gaat aan het gelcoven. Gosd, de belofte gaat vooraf aan het geloof. Maar heeft dsn de Heere aan heel Israël, aan allen en een ieder onder voorwaarde van geloof de belofte gedaan? Zoo dus: indien gij gelooven zult, beloof IK het u en meen IK. wat IK u beloof. Maar in het andere geval, indien gij niet gelooven zult, heb Ik het niet gemeend en u eigenlijk niets beloofd. Gij waart slechts n schijn in het verbond. De belofte was maar schijn en het teeken en zegel ervan in de doorgang in de Roode Zee was ook' maar een schijndoop. Zie, op die manier wordt de eisch tot geioof werkelijk een lex mova. een nieuwe wet. een ..verkapt werkverbcnd". Hier gluurt het Remonstrantisme om den hoek. Dit zou met recht en reden een „verbondontzenuwende leer" zijn te noemen. Maar zoo staat het in het G^nadeverbcnd

10

,(i

11u '•'

f ,,1 -^ i

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Kampen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945

Vrijmakingsbrochures | 51 Pagina's

De verbondsleer der Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland - pagina 18

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945

Vrijmakingsbrochures | 51 Pagina's