Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Broeders en Zusters, Het was voor de Kerk des Heeren in Haarlem j.l. Maandag een zeer gewichtige dag… / Geref. Kerk (v) Haarlem - pagina 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Broeders en Zusters, Het was voor de Kerk des Heeren in Haarlem j.l. Maandag een zeer gewichtige dag… / Geref. Kerk (v) Haarlem - pagina 4

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

der laatste weken alsnog alle pogingen gedaan om zooals hij het zelf in zijn aan de gemeente gezonden, stuk noemde ,,het ons mogelijk te maken in den kerkelijken weg te blijven" Nu verraadt deze terminologie aanstonds reeds dat die pogingen van den kerkeraad tot vruchteloosheid gedoemd waren. Waar d e s y n o d e een weg — den weg van de kerkenorde — o p b r e e l i t krachtens haar uitleg en toepassing van art. 31 der Dordtsche Kerkenordening, is geen kerkeraad, ook die van Haarlem niet, in staat dien weg te LEGGEN, zonder in conllict met diezelfde synode te komen. Geen kerkeraad mag ook doen alsof er geen synode — die sprak en handelde — bestaat. En dan ligt daar onweersprekelijk het FEIT dat de synode van 1943/5 handhaaft tot op vandaag, haar uitleg en toepassing van artikel 31 der Kerkenordening, daarmee uitsprekende en dat mei daden bevestigend, dat er voor iemand die de leeruitspraken van 1942/3 aangaande het Genadeverbond NIET kan aanvaarden, geen plaats meer is in de aan die synode gebonden Gereformeerde kerken. De synode heeft dat oordeel met schorsing, afzetting en wering uit het ambt bekrachtigd. En op haar voetspoor tallooze kerkeraden en vele classes in ons land. Do eisch der synode aan ALLE AMBTSDRAGERS luidde immers en luidt nog steeds: ,,er mag door U niets worden geleerd wat met de uitspraken van 1942/3 niet TENVOLLE IN OVEREENSTEIVIMING IS". Deze eisch bracht voor duizenden trouwe belijders in de Gereformeerde kerken het gewetensconflict en de synode heeft door haar interpretatie van meergenoemd art. 31 K.O. don weg afgesneden MET dat gewetensconflict BINNEN het kerkverband om bevrijding daarvan te worstelen. Wie in zijn geweten voor God aan den zooeven gereleveerden eisch NIET kan voldoen, ziet zich.automatisch uitgedreven, tenzij hij zijn geweten verkracht, wat in dit verband zou gelijk staan met meer gehoorzaam te zijn aan menschen dan aan God. Nu verstaat ge ook, broeders en zusters, hoe wij gekomen zijn tot onze verklaring van vorige week Maandag, een verklaring die, recht op de hoofdzaken af, nog éénmaal ons gewetensconflict wilde plaatsen in het volle licht. Wij hebben aan die verklaring nog toegevoegd een ernstige vermaning aan den kerkeraad om onze verklaring tot de zijne te maken en aldus de eenheid te bewaren. De kerkeraad heeft dat vermaan afgewezen. En j.l. Maandag heeft hij, nadat wij op zijn verzoek de verklaring op enkele punten nog nader hebben toegelicht, het zóó gesteld, dat wijzelf uit die verklaring do consequentie moesten trekken, een consequentie die naar zijn oordeel inhield dat wij mot het kerkverband hadden te breken. Wij hebben echter den kerkeraad met den meesten ernst gehouden aan de verplichtingen die o.i. voor HEM uit het kerkverband voortvloeien. Wij hebben den kerkeraad voorgehouden dat bijv. in het geval van cand. (nu Ds.) H. J. Schilder de SYNODE ZELF heeft uitgesproken: ,,Do Generale Synode, overwegende, dat cand. Schilder bezwaren houdt tegen de Iceruitspraken van 1942, bepaald tegen de daarin voorkomende aanhaling uit de verklaring van 1905; „overwegende, dal cand. Schilder niet beloofd heelt niets te zullen loeren, wat met genoemde leeruitspraken in strijd is; besluit:

,,aan de classis Gorinchem te berichten, dat cand. H. J. Schilder niet kan worden toegelaten tol den dienst des Woords eni der Sacramenten". Wij hebben geconstateerd dat de kerkeraad wel synodaal w i 1 zijn, maar het in feite NIET IS als hij de eischen der synode saboteert, resp. zich onttrekt aan de verplichtingen die het verband met die synode hem oplegt. De kerkeraad heeft pertinent geweigerd het „schorsingswaardig" over ons uit te spreken, heeft geweigerd te verklaren dat wij, als wij zeggen de leeruitspraak van 1942/3 aangaande het Genadeverbond NIET te aanvaarden, als afwijkend van Schrift en Belijdenis dienden te worden uitgeworpen. Wij hebben gezegd: er zijn twee mogelijkheden: óf de kerkeraad MOET, mét de synode zeggen dat wij ketters zijn en ons deswege schorsen, óf de kerkeraad MOET verklaren dat wij met onze verklaring blijven binnen het raam van Schrift, Belijdenis en Kerkenordening en deswege zélf het kerkverband verbreken. Noch het een, noch het ander heeft de kerkeraad gedaan. De kerkeraad zou ons met onze overtuiging wel willen dragen, mits wij maar beloofden die in onze ambtelijke bediening niet tot gelding te zullen brengen, m.a.w. wij mochten rustig onze overtuiging hébben, als we er in ons ambtswerk maar van zwegen. Maar, brs. en zrs., heeft Christus van zijn ambtsdragers gevraagd in hun dienst te z w ij g e n of te s p r e k e n als het gaat om dingen die zij naar, dan wel in. strijd met, de Schrift achten? In dit stadium, broeders en zusters, hebben wij, mede op verzoek van een der onderteekenaars, gelegenheid ontvangen ons te beraden Teruggekeerd in de vergadering, hebben acht van de tien onderteekenaars het volgende uitgesproken: Broeders, De besprekingen, hedenavond gehouden naar aanleidj|jg van onze verklaring van vorige week Maandag, hebben onze overtuiging niet kunnen wijzigen. Derhalve achten wij ons geroepen bij onze verklaring — zooals die nog nader is toegelicht — te volharden. Gezien het feit dat de kerkeraad o.i. t e n o n r e c h t e van oordeel is dat het kerkverband hem NIET noopt naar aanleiding van onze verklaring mot ons te handelen, achten wij het onzen plicht onszelf noodgedwongen van dat kerkverband vrij te maken, blijvende nochtans onszelf beschouwen als wettige ambtsdragers in de Kerk van Jezus Christus te Haarlem. Uit naam van de brs.: C. J. Zemel H. V. d. Veen G. Hart W. HoLsappel C Meyer H. L Blom J. D.'W. Veltkamp M, By de Vaate En hiermede, broeders en zusters, was een feit geworden dat nu ook in Haarlem een aantal ambtsdragers zich heeft vrijgemaakt van synodebesluiten en -handelingen die tot verwoesting van het kerkelijk samenleven MOESTEN leiden, ja die de waarheid en het recht aanranden. Broeders en zusters, gij zult begrijpen hoe zwaar ons dit besluit gevallen is. Maar wij konden en mochten

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Kampen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945

Vrijmakingsbrochures | 6 Pagina's

Broeders en Zusters, Het was voor de Kerk des Heeren in Haarlem j.l. Maandag een zeer gewichtige dag… / Geref. Kerk (v) Haarlem - pagina 4

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945

Vrijmakingsbrochures | 6 Pagina's