De wedergeboorte - pagina 40
34
De historische
grond: het verlossingswerk
van God de
Zoon
behaagd in Hem woning te maken, en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is"^). Gods genade is „ons in Christus Jezus gegeven vóór eeuwige tijden" en geopenbaard ,,door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood van zijn kracht heeft beroofd en onvergankelijk leven aan het licht heeft gebracht door het Evangelie"-^). Petrus richt zijn eerste zendbrief tot „de uitverkorenen naar de voorkennis van God de Vader", maar voegt daar terstond aan toe „in heiliging des Geestes, tot gehoorzaamheid en besprenging met het bloed van Jezus Christus" ^ ) . ,,Degenen, die God te voren verordineerd heeft, heeft Hij bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen"^*). Het boek des levens, waarin de namen der uitverkorenen geschreven staan, heet in de Openbaring van Johannes ,,het boek des levens van het Lam". Heel de verkiezing van het volk des Heren tot het eeuwige leven staat en valt met de verkiezing van Christus tot hun Hoofd en Middelaar, in wie allen zijn begrepen, en door wiens werk het leven en de gerechtigheid hun daadwerkelijk toekomen. Voor deze waarheid van onze verkiezing in Christus zijn de oude Gereformeerden zeker niet blind geweest. Zij hebben het besluit der verkiezing nooit los gemaakt van de Middelaar van het nieuwe verbond en van zijn bloed der verzoening. Zij hebben steeds op de voorgrond gesteld, dat Hij het is, die naar Gods eeuwig welbehagen zich een gemeente ten eeuwigen leven uitverkoren in enigheid des waren geloofs door zijn Geest en W o o r d van het begin der wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en bewaart ^^). D e Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt, dat God „uit deze verderfenis trekt en verlost, degenen, die Hij in zijn eeuwige en onveranderlijke raad, uit enkele goedertierenheid, uitverkoren heeft in Jezus Christus, onze Here, zonder aanmerking hunner werken" ^^). In de Eerste Schotse geloofsbelijdenis heet het: ,,Want dezelfde eeuwige God en Vader, die uit loutere genade ons heeft uitverkoren in Jezus Christus zijn Zoon, voordat de fundamenten der wereld gelegd waren, heeft hem zelf bestemd om te zijn ons Hoofd, onze broeder, onze herder en de grote opziener van onze zielen"^"). De Dofdtse leerregels zeggen niet alleen, dat de verkiezing een onveranderlijk voornemen Gods is, door 20) 21) 22) 23) 2*') 25) 26) matis
Coloss. 1 : 1 9 , 20. 2 Tim. 1 : 9, 10. 1 Petr. 1 : 2. Rom. 8 : 29. Heidelb. Catechismus, vr. 54. A r t . 16. A r t . 8. — H. A. Niemeyer, Collectio confessionum publicatarum, Leipzig 1840, pag. 343.
in ecclesiis
refor-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's