Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gekomen en niet aangenomen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gekomen en niet aangenomen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

»Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.” Ev. v. Joh. 1 : 11.

Nog zoo dicht achter ons ligt het Kerstfeest, waarop de gansche Christenheid het wonder aller wonderen herdacht, dat Gods eeniggeboren Zoon in de wereld kwam, die ons in alles gelijk werd, uitgenomen in de zonde. Om de uitnemendheid van Zijn’ persoon te doen uitkomen wijst de Apostel Johannes aan, dat Christus is gekomen als het Woord, het zelfstandige Woord, dat bij God was en dat zelf God was.
In dat Woord was het leven en het leven was het Licht der menschen.
Zonder dat Licht was alles duisternis.
Johannes de Dooper was gekomen om van het licht te getuigen. Hij zelf was het Licht niet. Dit was het waarachtige Licht, hetwelk verlicht een iegelijk mensch, komende in de wereld.
Christus is gekomen als het Licht, geheel overeenkomstig de profetie. Niet ais licht van de maan of van de sterren, maar als de zon, naar de voorzegging van Maleachi. In glans en heerlijkheid Zich openbarend, is deze Heil-zon opgegaan. Christus kwam niet in de wereld om als vreemdeling van die wereld gunsten te vragen; Hij is gekomen tot het Zijne. Hij was in de wereld en de wereld is door Hem gemaakt.
Dat de wereld Hem niet kent, Hem verwerpt en uitstoot, strekt tot hare veroordeeling, maar doet niets te kort aan de waarheid van dat Woord, dat Christus tot het Zijne gekomen is.
De vernedering van den Zone Gods begint niet aan, — maar eindigt bij het kruis en in het graf. Hier in bovenstaande woorden is sprake van Zijn komen, met de ontzachlijke omschrijving er bij: »en de zijnen hebben Hem niet aangenomen.” Aan Israël was de Messias beloofd. Tot Israël kwam Hij, dat Israël was het zijne bij uitnemendheid. Uit alle volken der aarde was dit alleen het door God aangenomen en uitverkoren volk. Jakob gaf de Heere zijne wetten, Israël zijne inzettingen en zijne rechten. Alzoo heeft Hij geen volk gedaan. Al verliepen vele eeuwen, alvorens de belofte, door God gedaan, in vervulling trad, en al was die belofte ook duizendmaal verzondigd, toch bleef de Heere getrouw: in de volheid des tijds is het Woord vleesch geworden en heeft onder ons gewoond. Omdat Christus aan de zijnen, aan Zijn Israël, was beloofd, kon Hij tot geen ander volk komen. De waarheid, door God geopenbaard, moest tot de laatste letter worden vervuld. Zichtbaar en tastbaar onder Zijn volk zich openbarende, was het voor Israël geen geheim, dat dat kindeke van Bethlehem, die Leeraar van Nazareth, die groote Profeet, die was opgestaan, de Zoon des menschen, maar ook de Zoon van God was. In geheel zijn’ Persoon, in Zijne leer, in Zijne wonderen, in alles werd bewezen: Hij is de waarachtige God en het eeuwige leven.
Geene herinnering zoo schoon, geene troost zoo rijk als juist in hetgeen Johannes schrijft: »Hij is gekomen.” Met het oog op de teekenen der tijden en de worsteling der geesten, met het oog op al het leed dezer aarde, blijft dit de sterkte van allen, die in Christus gelooven: Hij is gekomen. De vijand stelt zich in slagorde, alle hulptroepen worden opgeroepen, vroom en niet vroom, gereformeerd en niet gereformeerd, modern of orthodox, het komt er niet op aan, wat naam ge draagt en wat vorm ge aanneemt, als ge maar dienst wilt doen ter bereiking van het groote doel, dat de Vorst der duisternis triumpheere. De tijd, in Gods Woord voorspeld, dat, indien het mogelijk ware, zelfs de uitverkorenen zouden verleid worden, is gekomen. Wie het wagen durft om onvoorwaardelijk alle gehoorzaamheid aan Satans macht op te zeggen, ten einde voor niet één schepsel zich te buigen, maar met verwerping van alle valsche goden, Christus alleen als koning te eeren, die heeft tegenstand, baat, vijandschap, vervolging te wachten,
Gelukkig evenwel, dat de krijgslieden niet zonder aanvoerder, niet zonder koning zijn. Als Koning regeert en beschermt Christus de zijnen. Wat vijand tegen Hem zich kant, niemand zal vermogen Hem te overwinnen. Die koning is tevens ook profeet, die de zijnen Leert en onderwijst. En moeten zijne onderdanen zich gedurig beschuldigen en bij Hem aanklagen wegens hunne veelvuldige struikelingen, hunne traagheid, liefdeloosheid, waak- en biddeloosheid,— die Koning is tegelijk ook Priester, die de zonden en overtredingen Zijns volks verzoent.
Nog staan we aan de intrede van het jaar 1893. Wie weet, welke beproevingen, welke ontzettende gebeurtenissen den volken wachten, Het is, alsof we, ieder jaar nader bij het eind dezer eeuw gekomen, de wolken boven ons donkerder zien worden.
De spanning is op verschillend gebied onder de menschen zoo geweldig groot, dat allerlei uitbarstingen te wachten zijn.
Het Jezuitisme eenerzijds en het Socialisme anderzijds werken met ongeloofelijke krachten, Bijgeloof en ongeloof worstelen om de opperheerschappij. Aller vorsten troonen waggelen.
Ieder land verteert straks zijne eigen inwoners van wege den vloek, die op de volken rust. En als straks aller staten macht te kort schiet, en al het staal en het buskruit ongenoegzaam blijkt om den geest van opvoer en verzet tegen de door God gestelde machten te bedwingen, — als alle dammen doorbreken en alle dijken overstroomen,en het een geheel eenige tijd zal zijn van wege de benauwdheid, die op aarde zijn zal, dan nog zal dit de eenige troost zijn voor alle oprechte belijders van het Evangelie: Christus is gekomen. Die Christus leeft en regeert. Hij zal als Koning heerschen tot in alle eeuwigheid. Zij en blijve dit bij alles wat dreigt en drukt, onze verwachting: Christus is gekomen en Hij zal nog andermaal komen, niet om vernederd te worden, niet om te lijden en te ster-Yen, maar om te oordeelen de levenden en de dooden.
Hebben de zijnen Hem niet aangenomen, heeft Israël zijn’ Messias verworpen; heeft het nakroost van Abraham, zich zelf vergetend, tegenover dien Christus uitgeroepen: »Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!” — het oordeel Gods is op ontzaglijke wijze over dat Christus verwerpend volk gekomen. Als ballingen dwaalt dat volk over de aarde al zoovele eeuwen lang, verblind voor het heil en de heerlijkheid in Jezus Christus, den Zoon van Gods welbehagen, geopenbaard. En nu Israel zijn’ Messias heeft verworpen is de zaligheid den heidenen verkondigd, terwijl thans alle volken genoodigd worden tot dien vetten maaltijd, (Jes. 25.) door Jehovah bereid.
De genade en de zaligheid zijn van Israel tot de heidenen gegaan, maar ook aan de zonde van Israel hebben de gekerstende volken zich schuldig gemaakt. Niet slechts bij honderden of duizenden, maar bij millioenen worden ze geteld, die, onder de N.-Testamentische bedeeling levend, het teeken en zegel van Gods verbond hadden ontvangen en daarmee het bewijs met zich omdragen, dat ook zij tot sde Zijnen” behooren, maar die, helaas! Hem niet hebben aangenomen.
Het aantal dier ongelukkigen neemt bij den dag toe. Hoe vreeselijk zal voor die allen de dag der toekomst van Christus zijn!
Christus kwam niet te vergeefs op aarde en Hij zal aan niemand zonder gevolgen zijn geopenbaard. Het woord, door de vrome uit Israël gesproken: »Deze wordt gezet tot een’ val en eene opstanding veler in Israël en tot een teeken, dat wedersproken zal worden,” zal vervuld worden tot aan het einde der wereld.
Gelukkig zij, die door de genade des geloofs Hem mogen erkennen en aannemen als den eenigen en volkomen Zaligmaker.
Al verwerpt men u, gelijk zij uw Heere en Heiland verworpen hebben, geen nood; indien wij met Hem lijden, wij zullen ook met Hem verheerlijkt worden.
Discipelen en discipelinnen van Jezus! Uw Koning leeft. Hij draagt de Banier boven tienduizend !

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1893

De Wekker | 4 Pagina's

Gekomen en niet aangenomen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1893

De Wekker | 4 Pagina's