Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragen en antwoorden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragen en antwoorden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat beteekenen de woorden 2 Petr 2:1: »De Heere, die hen gekocht heeft, verloochenende, een haastig verderf over zich zelven brengende.”

Op bovenstaande woorden beroepen zich in ‘t bizonder die een algemeene verzoening voorstaan, en zij leiden daaruit af, dat de Heere Jezus dan ook den losprijs heeft betaald voor degenen, die in het helsche vuur liggen, want Hij kocht valsche profeten, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren, die den Heere verloochenen, die een haastig verderf over zichzelven brengen. Die redeneering, welke onder anderen ook bij het zoogenaamde »Leger des Heils” geldt, schijnt onwedersprekelijk; en is hier de algemeene verzoening geleerd, dan is de geheele Gereformeerde leer met één tekst in alle artikelen tegen de Remonstranten omvergeworpen. Het is noodig, dat wij zien wat Petrus zegt om ons ook door dat Schriftwoord te laten leiden. Heeft het werkelijk bovengenoemden zin, dan moeten wij den Gereformeerden vaderen den rug toe keeren. Wij mogen ons niet behelpen met een halve bestrijding, met een »zij kunnen gezegd worden gekocht te zijn”, gelijk in het overigens niet verwerpelijk boeksken van den heer Spoel, dat, volgens de voorrede, »eene korte apologie (?) op de leerstellingen” van het »Leger des Heils” bevat. Eene verklaring van een woord der Schrift, welke niet bondig wederleggend voor de tegenpartij is, geeft haar een wapen in de hand en doet meer kwaad dan goed.
Bij lezing van het besproken Schriftwoord in het oorspronkelijke (en de kennis daartoe moest voor elken bedienaar des Woords vaste eisch zijn; singuliere gaven geven recht te verwachten, dat het bestudeeren dier talen niet zooveel moeite in heeft) merken we duidelijk op, dat wat vertaald is door »Heere” een woord is, dat nooit van den Heere Jezus wordt gebezigd, maar altijd alleen van God den Vader. in de geheele Schrift komt het nooit voor van den Zoon. Het woord despotès wordt bijna overal elders daarom ook vertaald door »Heer”. Lezen wij Judus vs. 4, dan vinden wij de onderscheiding duidelijk »den eenigen Heerscher (despotès), God, en onzen Heere (kurios) Jezus Christus”.
Petrus en Judas spreken op de aangeduide plaatsen van dezelfde droevige zaak. Petrus voegt bij het despotès: »die hen gekocht heeft.” Er kan dus blijkens den naam hier nooit, hier onmogelijk sprake zijn van den Heere Jezus, en bij het woord »gekocht” nooit van hetgeen de Heere voor zijn volk op Golgotha deed. Wat beteekent dan de uitdrukking »gekocht”, als dat van den »Heerscher”, van God wordt gezegd ? Koopen is in de Hebreeuwscbe taal »Kanah”, vanwaar Kanaän. Ik lees dat woord bijv. Exod. 15:16 »totdat dit volk benen doorkome, dat Gij verworven (gekocht) hebt” en Deut. 32:6 »Is Hij niet uw Vader,die u verkregen (gekocht), die u gemaakt en u bevestigd heeft”. Dat »koopen” van lsraël is derhalve een loskoopen uit Egypte’s slavernij, — een voor zich koopen als volk in zijn geheel, terwijl daarom nog niet alles Israël was wat Israël heette.
Petrus schrijft, zooals uit den geheelen brief blijkt, aan Israelieten; »het volk” in dit ons vers is het Joodsche volk. Het was Israël, tot hetwelk »de heilige profeten te voren gesproken hadden.” Petrus zegt dus, dat onder Israël valsche profeten zijn geweest en er valsche leeraars zijn zullen, die, hoewel de Heere zich Israël ten eigendom had afgezonderd, het had gekocht om voor Hem een volk te zijn, en hoewel zij tot dat Israël behoorden, Hem verloochenden en zich zelven in ‘t verderf stortten.
Wij behoeven dus de dierbare leer onzer vaderen nog niet los te laten. Integendeel de nietigheid van de tegenstanders komt door alle hunne aanvallen slechts te helderder uit, en wel mogen zij, die van deze leer afwijken, ernstig onderzoeken of zij niet zelf die valsche leeraars zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1893

De Wekker | 4 Pagina's

Vragen en antwoorden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1893

De Wekker | 4 Pagina's