Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (VIII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (VIII)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sam. Ik ben er niets bang voor, Dirk ! als de tijd er maar rijp voor is, zullen de kerken A best ineensmelten.
Dirk. Wel zeker, Sam! en als de tijd niet al te vlug rijpt, dan zullen de Doleerenden den tijd wel rijp trachten te maken. De toestand, zooals die nu is, kan onmogelijk blijven; het staat zoo sterk gespannen, dat het moet buigen of bersten; de ineensmelting moet aangepakt of de vereeniging loopt gevaar. Zulk een kerkelijk leven, als waarin »de Geref Kerken” nu leven, is voor geen christen uit te houden.
Sam. Maar Dirk! hoe kunt ge nu zoo spreken! Wij zien toch al meer en meer toenadering tot elkander, al is het dat de ineensmelting zich nog niet allerwege openbaart!
Dirk. Och, man! je schijnt heel niet met den toestand bekend te wezen; anders zou je toch waarlijk niet van toenadering spreken. De vereeniging eischt ineensmelting; de Synode heeft het bepaald; zij (A) en (B) moeten dus ineensmelten en .... ze zijn er zoo afkeerig mogelijk van. Zeg mij nu eens: wat is eene vereeniging, die zich enkel in verdeeldheid openbaart?
Sam. Maar dat is toch wet wat overdreven, zou ik zeggen, Dirk!
Dirk. Neen, Sam! waarlijk niet; het is zuivere waarheid, man! Daar heb je nu b. v. in het stadje D; — ik noem er zoo maar eens een. Hoe is het daar gesteld ? Gij spreekt van toenadering, niet waar? Het vorige jaar hebben ze in êene kerk dankuur gehouden en in dit voorjaar in éene kerk biduur. Nu was het weer tijd voor een dankuur; en weet je nu hoeveel nader zij sinds tot elkander gekomen zijn?
Sam. Neen, Dirk! Ik heb er niets van gehoord. Misschien hebben ze de tweede kerk nu wel heelemaal gesloten.
Dirk. Och, arme! Neen man! het staat er heel anders bij. B vraagde om dit nu weer samen in eene kerk te doen. A antwoordde, dat dit nu niet kon, aangezien de leden dan niet ter kerk wilden komen, doch een ieder moest nu maar dankuur in z’n eigen kerk houden. Toen verzocht kerk B, als dit niet kon, om het dan toch op één zelfde uur te stellen. A antwoordde, dat zij zich daar niet mede bemoeien konden!! Het over en wêer preeken is te D. ook al uit.
Sam. Maar zoo is het overal niet, Dirk! Dit is misschien eene uitzondering; want b. v. te U. gaat het toch anders; daar beginnen ze nu juist over en weer te preeken en wordt de ineensmelting daardoor wel voorbereid.
Dirk. Voor de tweede maal, Sam! preeken ze te U. over en weer! De eerste maal wilde het niet vlotten;toen heeft kerk — A dat werk gestaakt.
Sam. Wel een bewijs zou ik zeggen, dat nu, na de Synode, het beter gevoeld wordt, dat een gescheiden leven niet langer mag!
Dirk. Zoo, Sam? Maar ik ben nog niet overtuigd van dat »gevoeldworden.” Er kunnen wel andere redenen voor zijn! Het kan heel goed wezen, dat kerk — A die ineensmelting met angst ziet voorbereid. Men moet eerst met de plaatselijke toestanden wat bekend wezen, om er een kijkje op te nemen.
Som. Ik weet echter toch met zekerheid, dat er te E. in kerk—A leden zijn, die erg op de ineensmelting aandringen .
Dirk Die ken ik ook, Sam! doch dat zijn meest allen ex-kerkeraadsleden, die voor een jaar of wat tegelijk het hazen-pad hebben gekozen en die nu in kerk — A zoo wat naar de achterste bank geschoven zijn, Die zullen misschien hunne laatste weldadigheid(?) aan de gemeente groot willen maken, om ze zoo spoedig mogelijk naar B. over te brengen. Zij zelven zijn dan daar weer versch, en wellicht zouden ze voor deze hunne weldaad daar nog weer op het i kussen komen. Doch ik geloof niet, Sam! dat zij veel gewicht daarvoor in de schaal liggen; en daarom zoek ik ook de redenen niet in het aandringen van deze ex-kerkeraadsleden.
Sam. Dus noch het gevoel van een gescheiden leven, noch het aandringen van sommige leden is naar uw oordeel oorzaak ; maar wat dan, Dirk?
Dirk. Och, man! ik bekijk dit van een heel anderen kant. De beide leeraars van die plaats zijn te Dordt geweest en hebben daar ieder voor zich op een genomen besluit amen moeien zeggen; de leeraar van B moest dit doen op het voorloopig blijven der Kamper School, en de leeraar van A moest dit doen op den eisch tot ineensmelting. Misschien wel beiden tegen bun zin, want B was nauwelijks te’ huis of hij gaf z’n hart zoodanig lucht, dat het voor een ieder duidelijk was, dat het eerste (nl. de K. School) hem leelijk dwars zat; maar dadelijk liet hij de commissie tot ineensmelting aanrukken, om direct daaraan uitvoering te geven! En ofschoon dit misschien A niet erg smakelijk valt, zal het evenwel moeilijk gaan dit af te wijzen, want leeraar A heeft voor dit tweede (de ineensmelting) zoo goed amen in Dordt gezegd als leeraar B voor het eerste (nl. de K. School.) Ik heb u gezegd, Sam! dat de kerken A nog wel eens aan Dordt zullen denken; maar wie weet of die leeraar A al niet wenscht, dat hij nooit in Dordt geweest was.
Sam. Maar wat nood, Dirk! Om welke redenen het dan ook gebeurt, als de ineensmelting maar tot stand komt, dan is het genoeg.
Dirk- Welzoo, Sam! is het dan genoeg? Dat zullen de kerken A best ondervinden of het dan genoeg is. Als de ineensmelting eenmaal algemeen heeft plaats gevonden, dan hopen we eens te zien wat van de kerken A is overgebleven.
Sam. Daar moet, als het goed is, niets van overblijven, Dirk! Die A’s en B’s moeten hoe eer hoe beter opgeruimd. Dr. Kuyper schreef dat zeer juist!
Dirk. Heel goed, Sam! maar het opruimen van die A’s beteekent meer dan het uitvegen van een enkele letter. Denk daarom. De A’s en B’s zullen wel worden uitgeveegd; maar dan zijn de A’s voor goed opgeruimd en de B’s (al zijn deze uitgeveegd) zullen blijven. De ineensmelting zal de A kerken naberouw kosten, meer dan zij nu meenen voordeel behaald te hebben in het voorloopig blijven der K. School!
Sam. Zoo begrijp ik het niet, Dirk! Ik zeg op mijne beurt: als die A’s en B’s zijn uitgeveegd en de ineensmelting heeft allerwege plaats gehad, dan is die tweeheid uit; wij hebben dan eenvoudig niets anders dan »Geref. Kerken” zonder meer, geheel vereenigd, zooals het behoort.
Dirk. Dan zijn het »Geref. Kerken” — Doteerend! Dat laatste woord moet er bij! En dat moet er nu reeds bij; want dat zullen ze niet worden, maar dat zijn ze! Laten ze dit niet verbloemen: het zal best uitkomen. Wij bespreken dit nog wel nader. Ik noem dit woord maar al vast om u daardoor den indruk te geven wat het einde der ineensmelting zal zijn, nl. een totaal ondergaan der afgescheidene kerken A in die der Doleerenden!

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1893

De Wekker | 4 Pagina's

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (VIII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1893

De Wekker | 4 Pagina's