Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Helenius De Cock

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Helenius De Cock

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Den tweeden Januari l. l. is te Kampen overleden de WelEerw Zeergel. Heer Helenius De Cock, docent aan de Theologische School te Kampen.

»De Standaard” doelt de volgende levensbeschrijving van den ontslapene mede:
»Helenius De Cock is geboren 1 November 1824 te Eppenhuizen (provincie Groningen), alwaar zijn vader, Hendrik De Cock, het predikambt bediende. Hij was de oudste der zeven kinderen. Door den drang en druk der tijden en ook van vege zijn zwakke gezondheid, heeft hij geen gelijkmatige Universiteitsopleiding genoten.
Als oudste zoon van den eersten afgescheiden predikant ontving hij vroeg diepe indrukken van den ernst dier tijden, en deelde hij in de vervolgingen en het lijden waaraan zijn ouders en vele geloovigen met ben onderworpen waren. Daardoor werd ook zijn levenskeus beslist. Reeds op jeugdigen teeltijd aanvaardde hij de bediening des Woords in de gemeente Pekela, en daarna diende hij de kerken te Appingadam, ’s Hertogenbosch en Kampen.
Toen, in 1854, de Theologische school te Kampen werd opgericht, benoemde de Algemeene Synode der toenmaals genaamde Christelijk Afgescheiden Gereformeerde Kerk hem, nevens de leeraren Van Velzen, Brummelkamp en De Haan tot Docent aan die inrichting. Tal van jaren heeft hij daar het hoofdvak, de Dogmatiek onderwezen, tot op het tijdstip, dat dr, Bavinck dit van hem overnam, waarna De Cock zich meer onverdeeld aan het onderwijs in de Symboliek en het Kerkrecht kon wijden en ook in voorbereidende vakken, voornamelijk logica en psychologie onderwijs kon geven.
De Cock was in zijn tijd een voortreffelijk docent, en in moeielijke omstandigheden, waarin kerk en school soms verkeerden, een man die de uitersten wist te bedwingen en tot de orde te roepen. Zijn kalme geest, helder verstand, bondige redeneering, en zijn oprechte gehechtheid aan de Gereformeerde leer, heeft op de vorming van vele predikanten een grooten invloed uitgeoefend. Voor de studenten was bij een vaderlijke vriend, tot wien zij zich nooit te vergeefs om raad wendden.
In 1880 schonk Z. H. de Koning hem het ridderkruis van den Nederl. Leeuw.
Veel was eenmaal in De Cock aan de kerken geschonken, veel wordt in hem verloren. En zijn vrienden verliezen in hem een vriend met een trouw hart; een vriend die zich gaf, en aan wien men zich geven kon.”

Bovenstaand bericht lazen we in »de Standaard,” toen het al te laat was om zelfs het doodbericht van den Hoogleeraar De Cock nog in ons vorig nr. te kunnen plaatsen.
Wat De Cock voor de studenten was, weten zij het best, die in moeielijke oogenblikken en omstandigheden zich tot hem wendden om raad en hulp.
Vooral in de laatste jaren was tot ons leedwezen De Cock veel veranderd. Manieren en vrijheden veroorloofde hij zich, die hij vroeger jaren sterk in anderen zou veroordeeld hebben.
We schreven dit voor een groot gedeelte toe aan omgang met menschen, wier omgang en gemeenschap voor hem minder gewenscht scheen.
Voor de Christelijke Gereformeerde Kerk, hare historie en hare beginselen beeft onze onvergetelijke leermeester voorbeeldig geijverd. Van af zijn in aanraking komen met de mannen der doleantie, werd De Cock tot ons leedwezen een geheel ander man.
En steeds zal het ons blijven smarten, dat de zoon van een’ dier vaderen dei-Scheiding zich heeft laten overwinnen door doleantie-theorieën, welke hij eens zoo fel bestreden had.
Bij zooveel, dat in de laatste jaren ons van hem deed verschillen, konden we hem toch blijven liefhebben, gedachtig aan het vele goede, dat hij als middel in Gods band voor Kerk en School had gedaan.
Moge de man, wiens naam zoo bijzonder aan de geschiedenis onzer kerk was verbonden, de rust zijn ingegaan, die er overblijft voor het volk van God’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1894

De Wekker | 4 Pagina's

Helenius De Cock

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1894

De Wekker | 4 Pagina's