Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eénheid (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eénheid (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Is eenheid onder de belijders des Heeren dan niet gewenscht, niet naar Gods Woord?” Zoo wordt ons menigmaal gevraagd, als er sprake is van de toestanden op kerkelijk gebied, en, met name, als er gewezen wordt op de „scheuring,” door de Christ. Geref, bewerkt eu voorgestaan.
Steeds hebben we van heeler harte en volmondig geantwoord: „Ja, zeer zeker is eenheid plichtmatig en gewenscht.” Doch er bestaat een zeer groot verschil: hoe men zich die eenheid denkt en hoe die eenheid naar Gods Woord behoort te zijn. Wij voor ons hebben dan ook steeds de wedervraag gesteld: „Is er eenheid?” of wilt ge: „Was er eenheid?” Zou er, afgedacht van het beataan en den vooruitgang der Christelijke Gereformeerde Kerk , in de Gereformeerde Kerken eenheid zijn? Met den besten wil ter wereld is het ons onmogelijk, hun, die dit beweren, gelijk te geven, Vereeniging, die nog wel bestempeld wordt met den schoonklinkenden naam van „kerkelijke ineensmelting;” waar kunt ge dat opmerken in de Geref. Korken? Men noemt zich broeders van hetzelfde huis en vliegt bij elke voorkomende gelegenheid tegen elkander in ’t harnas. Men slingert elkander de leelijkste en zwaarste beschuldigingen naar ’t hoofd: men houdt broeders verdacht van Valsche handelingen, van spreken met dubbele tong. Als ge u toch herinnert, wat enkele weken geleden door een Groninger predikant van Dr. Kuyper in „De Bazuin” werd gezegd, en in gedachten nog eens den volzin leest, die ongeveer luidde: „Hij (Dr, K.) vlecht de Theol. School enn’ krans om ’t hoofd, veinst groote liefde voor haar te hebben en houdt intusschen den dolk gereed om haar den doodsteek te geven,” moet dan niet onwillekeurig de vraag u van de lippen: „Is dat vereeniging? is dat eenheid?” Denk voorts aan het twistgeschrijf der professoren Lindeboom en Kuyper; en aan wat verschillende „Kerkboden” de wereld inzenden, en vraag dan nog eens: Is dat eenheid?
Men heeft vereenigd, bij elkander gebracht, wat met elkander zoo niet vereenigen kon, Waren èn de Christ, Geref. Kerk, èn de Doleerende Kerken rijp voor vereeniging. voor ineensroeiting? In de verste verte niet. Hoewel vereenigd, wil toch in verreweg de measte plaatsen de ineensmelting volstrekt niet vlotten; zelfa in die plaatsen niet, waar de invloedrijkste mannen, — mannen, met wetenschap en gaven bedeeld, zetelen.
Vereeniging, ja, dat kan er bij velen nog al door, maar dan ook geen’ haarbreed verder; daarna den band niet nauwer aangehaald.
Zoo kon, naar men zegt, een voorstel tot ineensmelting bij den kerkeraad van Kerk A in eene onzer Friesche steden maar geen genade vinden. Allen tegen, behalve één. En de gang van zaken over ’t geheel wettigt het vermoeden, dat het op andere plaatsen niet anders gesteld is. Wat is daarvan de oorzaak? ’t Klinkt toch zoo sehoon, als men ’t hoort beredeneeren: „Wij hebben één Heere, één geloot, ééne belijdenis, één Kerkordening. En toch: bij zooveel overeenkomst zooveel verschil, bij zooveel eenheid zooveel verdeeldheid, dat men in de praktijk maar niet wil aanvaarden hetgeen men in theorie uitspreekt.
Nog eens: wat is daarvan de oorzaak?
Reeds maanden geleden schreef de Redacteur van „De Bazuin” er vau: „op de eene plaats ligt het hoofdzakelijk aan A, op de andere aan B en bij allen aan misverstand en wantrouwen.”
Of hij gelijk heeft? Voor ditmaal willen we daarop niet ingaan, misschien bezien we de „struikelblokken’ misverstand en wantrouwen bij eene volgendo gelegenheid nog eens wat nader.
Voor ditmaal willen we meer bijzonder onze aandacht vestigen op hetgeen Jan Oranje desbetreffende in „Gideon” schreef om de tweedracht te verklaren, de verdeeldheid of liever gezegd, de oorzaak der verdeeldheid in de Gereformeerde Kerken in ’t licht te stellen. Want, dat eenheid plichtmatig is, erkent hij, dat verdeeldheid heerscht, ontkent hij in geenen deele. Maar…. men dient rekening te houden met omstandigheden. „Men moet,” zegt hij, „in aanmerking nemen de verschillende elementen of, letterlijk, het verleden van die verschillende elementen, die bij elkander gekomen zijn.” Wat? Ver chillende elementen? En ze waren en zijn immers één,en op dien grond was vereeniging eisch en was ze ook alleen mogelijk. ’t Ligt misschien aan ons doorzicht, doch we moeten eerlijk bekennen: dit raadsel kunnen we niet oplossen. Waar we heen moeten met den volzin, die bijna onmiddellijk op den bovengenoemden volgt, weten we evenmin. „Wanneer een volk van de Schrift ontaard is, dan is het maar niet met een paar vermaningen weêr in den rechten weg te brengen.’’ Zoo luidt het daar. Dat zal wel waar zijn, antwoorden we, doch we vragen: Wie worden bedoeld met het „volk, dat van de Schrift ontaard is?” De doleerenden? En ze zijn teruggekeerd tot „de leer, den dienst en de tucht der vaderen,” en hebben het Koningschap van Christus over Zijne gemeente naar de Schriften, erkend! Ze zijn in de leer immers Gereformeerd, Calvinistisch? En toch is er „volk, dat van de Schrift ontaard is.” Moet het aangehaalde voorbeeld van Luther, die tot aan zijnen dood „dwalingen uit de Roomsche Kerk bleef aankleven,” soms dienst doen om dien volzin tot duidelijkheid te brengen? Dan noemen we dat een ongelukkig gekozen voorbeeld.

(Slot volgt.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1894

De Wekker | 4 Pagina's

Eénheid (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1894

De Wekker | 4 Pagina's