Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Profetie en vervulling van het lijden van den Zaligmaker (VI - Slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Profetie en vervulling van het lijden van den Zaligmaker (VI - Slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

»En gelijk het den mensch gezet is éénmaal te sterven en daarna het oordeel, alzoo ook Christus, éénmaal geofferd zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten anderen maal zonder zonde gezien worden van degenen, die hem verwachten tot zaligheid.” Hebreën 9 : 27, 28

Treffend is de vergelijking, welke we in bovenstaande woorden lezen, in betrekking tot dat éénmaal en daarna. Éénmaal is het de menschen gezet te sterven, naar Gods rechtvaardig oordeel, aanstonds na de eerste zonde van Adam, als bekrachtiging van het daaraan voorafgaande dreigement, door God uitgesproken. Maar op dat éénmaal volgt een »daarna.” De dood is geen vernietiging van den mensch. Na den dood volgt het oordeel: eerst het oordeel over de ziel van den mensch, onmiddellijk na den dood, daarna, ten jongsten dage, het laatste oordeel, wat over ziel en lichaam beide zal gaan. Beide, in dat sterven en in dat oordeel, wordt de rechtvaardigheid Gods openbaar. Sterven is de eisch der wet, want aan de overtreding der wet is de dood onafscheidelijk verbonden. Zoowel in het oordeel der rechtvaardigen als in dat der goddeloozen, zal de rechtvaardigheid Gods uitblinken. »Sion zal door recht verlost worden,” en wie in verharding, blindheid en ongeloof sterft, — wie het bloed des Nieuwen Testaments onrein heeft geacht, voordien blijft geen slachtoffer meer over voor de zonde. Hieruit volgt, dat aller goddeloozen vreugde in droefheid, en aller rechtvaardigen droefheid in vreugde veranderen zal, want de Rechter der gansche aarde zal recht doen.
Trad Christus eenmaal op als de Middelaar en Hoogepriester Zijns volks, om met de eenige offerande Zijns lichaams al de Zijnen te verlossen, Hij deed dit overeenkomstig de wijze, waarop dit onder de oude bedeeling, in schaduwen en offeranden was voorgesteld. Naar het voorbeeld, in de offers aangewezen, moest Christus volmaakt en zonder zonde zijn. Aaron en zijne opvolgers waren hoogepriesters uit de menschen en moesten, uit kracht daarvan, niet alleen voor de zonden des volks, maar ook voor hunne eigen zonden verzoening doen. Christus daarentegen heeft een onvergankelijk priesterschap en kan volkomen zalig maken degenen, die door Hem tot God gaan. Maar een zoodanig Hoogepriester betaamde ons dan ook te zijn: heilig, onnoozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren en hooger dan de hemelen geworden.
Gekomen evenwel om de zonde, niet van allen, maar van velen, weg te nemen, moest Hij de zonde op zich nemen en met de zonde de schuld. Zoo zien we Hem dan ook in het heilig Evangelie door Johannes den Dooper aangewezen als het Lam Gods, dat de zonden der wereld draagt. Zoo zien we Hem optreden in al Zijn lijden, — zoo zien we Hem geteekend in al Zijne vernedering, — zoo zien we Hem ten laatste sterven aan het vloekhout des kruises. Zonder gedaante en zonder heerlijkheid is de Man van Smarten om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. Gerekend met de misdadigers, gekruist tusschen twee kwaaddoeners, sterft de Zoon des menschen, met smaad en met schande overdekt. Maar gelijk voor den mensch op het »éénmaal” een »daarna” volgt, alszoo ook volgt op het éénmaal geofferd zijn van Christus een »daarna.” Is Bij éénmaal gezien in al de diepte Zijner vernedering, in al de grootheid van Zijn lijden, — gezien als de drager der zonde, beladen met den vloek van al Zijne uitverkorenen, — Hij zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen, die Hem verwachten tot zaligheid.
Daargelaten het verschil van lezing van den oorspronkelijken tekst, waar de Grieksche tekst ook met andere woordschikking kan gelezen worden, maakt dit hier geen zakelijk verschil.
Het »éénmaal” en «daarna” staat in ieder geval hier als tegenstelling tegenover elkander. En die tegenstelling wordt ons opgehelderd met het »éénmaal” en »daarna” van den mensch.
Schoon en heerlijk teekent de Apostel de verwachting der geloovigen in dezen, die Christus als de Hope der heerlijkheid belijden.
Die verwachting is gegrond op de goddelijke openbaring. Zij is gegrond op Gods beloften, die in Christus ja en amen zijn. Zij is gegrond ook op het algenoegzaam offer van Christus, waarvan zoo duidelijk is gebleken, dat de Vader er een welbehagen in genomen heeft.
En wat alles afdoet, is dit: die verwachting des geloofs is tot volle klaarheid en duidelijkheid geworden en, als zoodanig, bevestigd, zoodra Christus uit den dood is opgestaan en als de verheerlijkte Zaligmaker zich aan Zijne discipelen en discipelinnen heeft geopenbaard. Toen was Hij reeds ontbonden van Zijne smarten.. Toen niet meer de Man van Smarten, maar de Overwinnaar van dood en graf. Met de zegeteekenen in Zijne handen en voeten, als bewijs dat Hij dezelfde was, die aan ’t kruis was gestorven, is Hij de Vredevorst, die den Zijnen vrede geeft. Ware Christus niet opgestaan, dan ware onze prediking én dan was ook ons geloof ijdel. Nu de opstanding des Heeren de kroon heeft gezet op Zijn volbracht Middelaarswerk, is der geloovigen verwachting volkomen gewaarborgd.
Zoo gaan we dan ook den dag tegemoet van Christus’ luistervolle openbaring, den dag, waarin allen, die Hem tot zaligheid hebben verwacht, met blijdschap Hem zullen aanschouwen.
In dien dag zullen uwe oogen den Koning zien in Zijne schoonheid. Treurden de godvruchtige Maria’s bij Jezus’ graf, en vernemen we uit den mond der Emmausgangers, dat zij hoopten, dat Hij het was, die Israël verlossen zoude, — blijdschap en verheuging is er van af den derden morgen. De engelenboodschap: »vreest niet,” aan het ledige graf; - - de geheime, maar toch bekend geworden openbaring aan Simon Petrus; — de troostvolle verschijning aan de bedroefde Maria Magdalena met zoovele andere openbaringen van den verheerlijkten en opgewekten Heiland heffen den laatsten twijfel op in dezen, of Christus wel waarlijk is opgestaan.
En nu we weten, dat de Heere leeft en dat Hij gezien is door zoovele getuigen, — gezien als de Levende Verlosser, wat zou ons nu doen twijfelen aan de zekerheid en heerlijkheid van aller geloovigen verwachting! Van Jezus discipelen lezen we, dat zij verblijd waren, toen zij, aan den avond van den dag Zijner opstanding, den Heere zagen. Welk eene blijdschap zal dat zijn, als die allen, die Hem tot zaligheid hebben verwacht, Hem zullen zien, gelijk Hij is. Als dan alle verwerpers van Zijn Evangelie, alle ongeloovigen en goddeloozen met verschrikking Hem zullen aanschouwen, dan zult gij, oprechte discipel! uw’ Heere en Verlosser met blijdschap zien. Dan ziet de vrijgekochte door Zijn bloed Hem, Die, als het voorwerp aller aanbiddende hulde, dankzegging en eere zal ontvangen van hen, die het Lam volgen, waar het ook henen gaat.
Eenmaal gestorven voor de zonde, leeft Hij nu tot in alle eeuwigheid. Eenmaal sterft de mensch, en na den dood wacht hem het gericht. Éénmaal stierf Christus, maar om na Zijne opstanding zich voortdurend in heerlijkheid aan Zijne geloovigen te openbaren, tot Hij éénmaal in den dag Zijner toekomst, aan al de Zijnen zich in heerlijkheid openbaren zal.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1894

De Wekker | 4 Pagina's

Profetie en vervulling van het lijden van den Zaligmaker (VI - Slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1894

De Wekker | 4 Pagina's