Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Avondgedachten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Avondgedachten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZATERDAG.

2 Kor. (5:5. Niet meer zichzelven leven. Hoe bracht ik dezen dag door? Helaas! sedert de zonde in het paradijs heeft zelfzucht den boventoon verkregen en sedert ik mijzelven leerde kennen, merk ik gedurig op, hoc het vleesch begeert tegen den Geest, en hoofdvraag en hoofddoel telkens weer is wat mijzelven ten goede kan komen. Dan jaag ik, dwaas, in mijne blindheid weer na.juist wat mij van mijn geluk afvoert. In zelfverloochening ligt het leven, in het zoeken van ’s Heeren eer mijne zaligheid. O, hoe dikwerf moest ik mij weer buigen voor mijn God en belijden; hoe dikwerf mijzelven. vragen: »heeft daartoe uw Heiland Zijn bloed voor u vergoten?" Toch gevoel ik telkens weer, dat ik begeer Hem te leven. Doode Hijzelf dien ouden mensen, opdat al mijn denken, al mjjn trachten zij Hem tot eere.

ZONDAG.

Ps. 63 : 4. Uwe goedertierenheid is beter dan het leven. Wat zou mij toch het leven zijn, zoo ik in Gods liefde niet kon gelooven, als ik zonder den God mijns levens hier in deze wereld omdolen moest? O, zaligheid! ik weet dat Hij ook mijne ziele in teederheid heeft omhelsd, dat de Heere mij goed is en het blijven zal in eeuwigheid. Ik zou liever vernietigd willen zijn dan dat te missen wat mij troost in smart, bemoedigt in gevaar, sterkt tot elken arbeid, mijne ziele in gemeenschap met den hemel verheft. Zalige tijden als daarbinnen wordt gevoeld wat zoo wonder zoet is, doch waarvoor ik geen woorden vinden kan! Dan overstroomt Hij mij met Zijn zegen, dan zwem ik in de zee Zijner goedertierenheid. Zou dat reeds iets van den hemel zijn? Ja, Heere! Gij zijt de liefde mijner ziel. Uwe goedertierenheid is mijn leven.

MAANDAG.

1 Petr. 2 : 21. Zijne voetstappen navolgen. Dat moest ik en dat wensch ik ook. Wat vrede zou ik smaken, indien ik waarlijk Jezus steeds gelijken mocht. Als ik Hem voor mij zie, dan is al wat aan Hem is, gansch beminnelijk en doet mij zochten: ware ik Hera ook maar eenigszins gelijk! Maar wie zou Hem kunnen evenaren? Hij is zoo onmeetbaar’groot, zoo eindeloos heerlijk. Dan kan ik wel roemend getuigen: »Zulk een is mijn liefste’, maar zie ik dan weer van Hem op mijzelven, dan zak ik zoo diep weg. Hoe meer ik Hem beschouw, hoe schuldiger ik word en dan smeek ik, en ik smeek het ook nu: Heere! hoe zou ik, ik arme, U kunnen navolgen; maar teek Gij mij, dan zal ik U naloopen. Heilig, Heere! hart en leven!

DINSDAG.

Joh. 8 : 12. Die Mij volgt zal in de duisternis niet wandelen. Bij de zon en dan nog donker, dat ware wel onmogelijk. Het aangezicht des Heeren ia als de zon, wanneer die schijnt in hare kracht. Zoo is het dan bij Hem altijd de volle middag. En welk een middag? Bij Hem zijn wij behoed voor dwalen en stooten wij den voet aan geen steen. Daar is de donkerheid van zorgen en rouw verslonden. Dat licht verdraagt geen vorst der hel, dat verwarmt en vervroolijkt het hart. Mocht ik maar altijd bij Hem zijn, dio nooit begeeft noch verlaat. De Oostersche wjjzen volgden de ster en kwamen te Bethlehem. Mij roept Hij om het licht der lichten, de blinkende morgenster, ja de zon der zonnen te volgen. Zoo kom ik in ’t hemelsch Jeruzalem.

WOENSDAG.

Lukas 9 : 23. Hij neme zijn kruis dagelijks op en volde Mij. Elke dag heeft zijn leed, gelijk ieder huis zijn. kruis. Niet eens anders kruis moet ik willen torsen en in plaats van het mijne, maar wat God voor mij bestemd heeft, is juist voor mij geschikt, en dat moet ik gewillig dragen, niet voortslepen, maar opnemen, eiken dag weer opnieuw, en zoovele dagen als mij weer nieuw leed wordt beschikt heb ik moedig te dragen. Achter den grooten kruisdrager zal mij. kracht worden ingestort. De voorste boot breekt den stroom en gemakkelijker’ vaart ’het achter dien. De waggon welke de locomotief volgt behoeft geen krachtsinspanning om de raderen te doen rollen. Wat zou dan een last te zwaar, een kruiste pijnlijk zijn, indien ik maar achter den Heere aankomen mag. Heere! ik wil Uwe roepstem hooren, welke ook mij het "Volg Mij” vernemen doet.

DONDERDAG.

2 Tim. 2 : 19. De Heere kent degenen die Zijne zijn. Er is eene gemeenschap der heiligen. Toch zijn wij geene kenners der harten. Hoe licht zouden wij een David, een Petrus na hun val buiten sluiten, ’t Is goed, dat mij niet het oordeel is gegeven. Ik wil dan zwijgen en alleen zeggen als Ezechiel: "Heere! Gij weet het« (37 :3). Wist men wat er in mijn hart soms omgaat, ik werd zeker door menschen verworpen. Als ik tot mijzelven kom zou ik voor mjjzelven gaan wanhopen. Ik heb geen andere hoop, dan dat Hij weet hoe ik strijde of neen, dat Hij weet, dat Hij uit vrije genade mijn naam schreef in Zijn boek. Al veroordeelt mij dan broeder of zuster, dan geeft Hij mij den lofzang: "Wie mij veracht, God wil mij niet verachten”, dan pleit ik bij den goeden Herder daarop, dat Hij mij toch als een schaap zijner kudde kent, en komt de dag des gerichts dan weet de Heere, dat ik de Zijne ben.

VRIJDAG.

2 Tim. 2; 13. Die den naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid. Dat wil ik doen. Hoe zou ik de zonde nog kunnen liefhebben, welke den Heere Jezus zooveel bloed en tranen heeft gekost, die zonde die zoo verlaagt, die mij zooveel benauwdheid, zooveel worsteling heeft veroorzaakt. Ik haat ze met een volkomen haat en toch ik kan ze maar niet kwijt worden. Ik belijd ze, verfoei ze, en telkens verheft ze zich weer. Wat werd er van mij, als ik niet zulk een almachtigen, zulk een getrouwen Heiland had! Aan u, mijn Jezus! klem ik mij vast. Ik kan, ik durf niet .buiten u voortgaan op dit pad, omsingeld door ijdelheden Heere! laat mij liever heden sterven, dan dat ik de vijanden van Uw Kerk zou doen lasteren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1895

De Wekker | 4 Pagina's

Avondgedachten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1895

De Wekker | 4 Pagina's